BIJLAGE De omschrijving en de inhoud van de functies van burgemeerster, gemeentesecretaris en -ont vanger in de tweede helft van de 19e eeuw, waren gebaseerd op Thorbecke's gemeentewet van 29 juni 1851Hieraan ontlenen we het volgende: Algemene bepalingen. Het bestuur van elke gemeente bestaat uit een Raad, een Burgemeester en Wethouders. In elke gemeente is een Secretaris en een Ontvanger. De Burgemeester kan, met Onze goed keuring, tot Secretaris worden benoemd. Dezelfde persoon kan zijn Burgemeester, of Secretaris, of Ontvanger van meer dan ééne ge meente, mits de bevolking van geene dier gemeenten 5000 zielen te boven ga, de gemeenten aan elkander grenzen en haar gezamelijk zielental 10.000 niet overtreffe. De bevolking eener gemeente wordt geacht te bestaan uit het door de laatste openbare volks telling daarin aanwezige getal inwoners. Van de Burgemeester. De Burgemeester wordt door Ons, voor den tijd van zes jaren, benoemd. Niemand is tot Burge meester benoembaar, dan die Nederlander, in het volle genot der burgelijke en burgerschaps- regten is, dan ouderdom van vijf en twintig jaren heeft vervuld en ingezeten is der gemeente. Van dit laatste voorschrift kan, in het belang der gemeente, worden afgeweken. De Burgemeester is voorzitter van den Raad, en heeft daarin, zoo hij geen lid is, eene raadge vende stem. Hij zorgt voor de handhaving der orde in die vergadering en is bevoegd, wanneer die orde op eenigerlei wijze door de toebehoorders wordt verstoord, hen, die dit doen, of alle toehoorders te doen vertrekken. Hij ontvangt en opent alle aan den Raad of aan Burgemeester en Wethouders gerigte stukken. Hij brengt die terstond ter tafel in de vergadering, waar zij behooren, tenzij de stukken, vol gens de orde der vergadering, dadelijk behooren te worden verzonden aan het lid of de leden, meer in het bijzonder met de zaken, waartoe de stukken betrekking hebben, belast. Hij is, in spoedeischende gevallen, bevoegd, het gevorderd voorloopig onderzoek der stukken, alvorens ze ter tafel te brengen, te doen plaats hebben, en geeft daarvan in de eerstkomende vergadering kennis. Ten behoeve van dit onderzoek, zijn alle aan den Raad onderschikte ambte naren en besturen verpligt, hem de gevraagde inlichtingen te verstrekken. Hij teekent alle stukken, die van den Raad of van Burgemeester en Wethouders uitgaan. Hij zorgt, dat elk ingezeten der gemeente, dit vragende, ter secretarie inzage kan nemen en ten zijnen koste afschrift kan doen maken, van de besluiten van den Raad, voor zoover daarom trent geene geheimhouding is opgelegd. Hij geniet eene jaarwedde, die door Gedeputeerde Staten, nadat de Raad is gehoord, onder Onze goedkeuring, wordt vastgesteld. Behalve die jaarwedde, geniet hij, onder welke benaming ook, geenerlei inkomen uit de gemeentekas, dan de wedde van Secretaris, zoo hij daartoe is be noemd. Hij heeft zijne vaste woonplaats binnen de gemeente, of is hij burgemeester van meerdere ge meenten, binnen eene dier gemeenten. Hiervan kan, in het in het belang der gemeente noodig, door Ons, de Gedeputeerde Staten, die het gevoelen van den Raad inwinnen, gehoord, onthef fing worden verleend. Hij is in de gemeente, waar hij niet met der woon is gevestigd, op vaste, door Gedeputeerde Staten te bepalen, openbaar bekend te maken dagen, ten minste eenmaal in de week, voor de 80

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1979 | | pagina 82