Er waren in de provincie ook nog enkele andere voorbeelden van dergelijke combinaties van functies, die geen van allen problemen opleverden. In het antwoord van de Commissaris aan de Minister van 22 mei werd dit dan ook breed uitgemeten. Daarnaast voerde de Commissaris andere argumenten aan, namelijk de financiële belangen, die er met de onderscheidene functies gemoeid waren. Het burgemeesterschap van Kruiningen was goed voor een jaarwedde van f 400,-; het verlies van de jaarwedde als ontvanger van Kruinin gen zou f 125,— kosten, terwijl de jaarwedde als secretaris van Kruiningen ad f 400,- met 1/3 of f133,— zou verminderen in het geval het burgemeesterschap van de gemeente gecombineerd zou worden met het secretariaat. In het door de Commissaris voorgestelde geval zou het burgemeesterschap van Kruiningen dus per saldo een geldelijk voordeel van f 400,- minus f 258,- is f 142,- opleveren; aldus de Commissaris: "eene vermeerdering die geenszins in evenredigheid staat met de belangrijkheid van het burgemeesterambt aldaar." Zou nu, om burgemeester van Kruiningen te kunnen worden, D.P.Dominicus ook nog ont slag moeten vragen als secretaris en ontvanger van Schore, aan welke functies jaarwedden van respectievelijk f 140,- en f 50,- verbonden waren, dan betekende dat per saldo een achter uitgang in inkomen van f 48,— per jaar. De Minister kon toch wel begrijpen dat dit geen haalbare zaak was? Om met de woorden van de Commissaris te spreken: "Het is van hem niet te vorderen, dat hij op deze bezwarenden voet gemeld ambt aanvaar de, te minder omdat het met de belangrijkheid der gemeente zelve in gewigt toeneemt. Ik betwijfel dan ook zeer, of hij tot zoodanige aanvaarding genegen zoude wezen. Intusschen zoude ik het bejammeren dat hij, door oplegging van de verplichting om zijne betrekkingen van Secretaris en Ontvanger der gemeente Schore neder te leggen, waartoe naar het mij althans voorkomt geenen noodzakelijkheid bestaat, weerhouden werd het burgemeestersambt van Kruiningen op zich te nemen, omdat van de ingezetenen hij door zijne persoonlijkheid, administratieve bekwaamheid en door veeljarige inwoning en ondervinding in zijne betrekkingen verkregene geschiktheid, meer bepaald voor dat ambt in aanmerking kan komen." 14) Tegenvallende reactie De Minister - ondertussen was dat in de plaats van de Heer Thorbecke, de Heer Geertsema ge worden - was niet overtuigd en gooide het nu over een andere boeg, getuige het antwoord van 18 juli. Minister Geertsema kwam hierin tot de verrassende conclusie, dat het wel mogelijk was om D.P. Dominicus tot burgemeester van Kruiningen te benoemen met behoud van de secretaris - ontvanger functie van Schore en Vlake, maar, en dat was in feite veel kwalijker, dan zou het burgemeesterschap van Krabbendijke opgegeven moeten worden! Want, om met de woorden van de Minister te spreken: "Zijne benoeming tot burgemeester van Kruiningen, met behoud van het burgemeester schap van Krabbendijke, schijnt mij in verband met de verschillende andere betrekkin gen, die hij bekleedt, niet geraden." 15) Laatste poging Wie door dit antwoord van de Minister uit het veld geslagen mocht zijn, niet de Commissaris des Konings! 77

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1979 | | pagina 79