De kleine klok, die toen bleef hangen moest in 1906 plaats maken voor de klok, die vrij kwam na de afbraak van de toren van Sinoutskerke in 1906, omdat de dominee de klank van deze bel zo mooi vond. Uiteindelijk was het deze klok, die in 1943 als tweede werd ingeleverd. De klok, die in 1906 weer over was, is terecht gekomen in de toren van de N.H. kerk te Nieuw- dorp. Dan moet er verder nog één vrij gekomen zijn bij de afbraak van de toren te Baarsdorp in 1881, doch daarvan heb ik geen gegevens kunnen ontdekken. Hieronder zullen we een korte beschrijving geven van de klokken, die ooit in de 's-Heer Abts- kerkse toren hebben gehangen: le. de klok, die in 1840 gebarsten was en geruüd werd met Kapelle was in 1544 gegoten door Cornelis Waghevens en had medaillons van Heiligen. De tekst of het randschrift is niet be kend. 2e. De tweede klok, die in 1840 nog wel geluid gaf, maar later naar Nieuwdorp ging was in 1710 gegoten door Gillis van de Gilde te Middelburg. 3e. De klok uit Eversdijk woog 292 kg., had een hoogte van 62 cm. en een middellijn van 78,5 cm. Het opschrift was als volgt: SEBASTIANEN BEN IC-GHEGOTEN VAN PETER WAGHEVENS TE MECHELEN BINNEN-LOF HEB GOD WT RECHTER MINNE MCCCCCXXV. Deze tekst stond tussen gestyleerde randen en aan de zijkanten waren vier medaillons aan gebracht, waaronder één van St Christophorus. 4e. De grote klok, afkomstig uit Sinoutskerke was gegoten door Cyprianus Crans Jansz te Amsterdam in 1743, woog 328 kg. en had een diameter van 80 cm. In het archief bevindt zich verder nog correspondentie met een zekere C. Brand uit 's-Heeren- hoek. De heer Brand was in de oorlog te werk gesteld op het terrein waar de klokken tijdelijk waren opgeslagen. Het gelukte hem de klepel van de klok van Sinoutskerke onder zijn jas te verbergen, als een soort sabotagedaad. Hij verontschuldigt zich nog in zijn brief, dat hij niet meer heeft kunnen achteroverdrukken, maar er liepen te veel Duitse soldaten rond. Alle gietijzeren klepels waren direkt naar Duitseland verzonden, zodat nu een unieke situatie ontstond in Nederland, omdat 's-Heer Abtskerke als enige gemeente wel over een klepel be schikte, maar niet over een klok. De teruggevonden en weer in de torens teruggehangen klok ken konden lange tijd toch niet luiden omdat de grondstoffen voor het maken van een klepel ontbraken. Toch zou het gemeentebestuur van 's-Heer Abtskerke geen van beide ingeleverde klokken, ge merkt 10 A 11 en 10C 31terug zien. Uit de briefwisseling in het gemeentearchief bleek, dat de kerkvoogdij van de N.H. kerk te Nieuwdorp, hun klok, die kennelijk wel was terug geko men te koop aanbood. Dit was de klok, die oorspronkelijk altijd op 's-Heer Abtskerke de uren had geslagen, maar in 1918 als overbodig verkocht was. De vraagprijs bedroeg f 300,— doch uiteindelijk werd het gemeentebestuur voor f 250,— de eigenaar. Op 9 februari 1949 werd besloten een tweede klok aan te schaffen. Voor de tweede geroofde en niet teruggekeerde klokken ontving het gemeentebestuur na de oorlog een schadevergoe ding van de Maatschappij van het Nationaal Herstel N.V. te 's-Gravenhage tot een bedrag van f1485,-. De nieuwe klok, die het gemeentebestuur van 's-Heer Abtskerke bestelde, werd gegoten bij de Fa. A.H. van Bergen te Heiligerlee en had een gwicht van 280 kg. en een diameter van 77 cm. Om een passend randschrift te krijgen schreef men een prijsvraag uit. Uit de vele inzendingen werd uiteindelijk het volgende gedicht van mej. L.A. Drijgers gekozen om de klok te sieren: 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1979 | | pagina 21