Noten
1. Op 5 oktober 1578 had de eerste predikatie der hervormden plaats in de grote kerk van
Goes. 26 oktober werd de handelwijze bekrachtigd door de Acte van non-prejudicie. Zie
L.P. v.d. Spiegel. Historie van de Statisfactie waarmede de Stad Goes en het eiland Zuid-
Beveland zich begeven hebben onder het Stadhouderschap van Prins Willem van Oranje in
het jaar 1577. Goes 1777.
2. L. Knappert. Willem I, een Vader des Vaderlands.
3. Voor deze namen: zie: Afrekening van het beheer van Jan Willemsen en Corn, de Witte,
rentemeesters der stede Goes. 1574-1575. Archiefstuk. Vilain X1III, 220.
4. A. de Smit. De burgerlijke en kerkelijke Geschiedenis van 's Heer Arendskerke. Deel I,
('s Heer Arendskerke) 1957, p. 85.
A. Ypey en I.J. Dermout. De geschiedenis der Nederlandsche Hervormde Kerk, Breda, II,
p. 29-w en 45.
5. G. Brom en A.H.L. Hensen. Romeinsche bronnen voor den kerkelijk-staatkundige toe
stand der Nederlanden, 1922, p. 270 en 291.
6. L.J. Rogier. Geschiedenis van het Katholicisme in Noord-Nederland in de 16de en 17de
eeuw. deel II, 1946. p. 5.
7. id. p. 6 en Bijdragen bisdom Haarlem jrg. 25, p. 424 en vv.
8. L.J. Rogier o.c. II, 15.
9. J.C. van der Loos. Kerkgeschiedenis van Zuid Beveland. Haarlem 1934, 16-17.
P. Noordeloos in Archief voor de Geschiedenis van de Katholieke Kerk in Nederland, p. 9.
H.F. van Heussen. Oudheden en gestichten van Zeeland, 1722, 115.
10. Haarlemse Bijdragen, deel 62, 1953, 233-w.
11. R. Fruin. Uittreksel uit Franciscii Dusseldorpii Annales 1566-1616. Den Haag 1894, 315.
J. Andriessen S.J. De Jezuieten en het saamhorigheidsbesef der Nederlanden 1585-1648.
Antwerpen 1957, p. 298.
12. Archief Aartsbisdom Utrecht IV, 48
N.N.B.W. IX, 869-w.
13. H.F. van Heussen o.c. 115.
14. J. Ermerins. Eenige Zeeuwsche oudheden uit echte stukken opgehelderd en in het licht
gebracht. Middelburg 1780-w. 8 delen. Deel VII (1793), 2,82 en 141.
15. Tegenwoordige Staat der Nederlanden XX, 25.
16. R.A.S. Piccardt. Bijzonderheden uit de Geschiedenis der Stad Goes. (1864), 163.
idem. Jaarboek Zeeland 1856.
17. N.N.B.W. 1,22.
18. N.N.B.W. II, 1342.
19. J. Ermerins o.c. 37-38.
132
