17
Voorstelling van een
kerkroof. Reproductie
van een houtsnede uit
Joost de Damhoudere:
"Practijcke ende hand-
boeck in criminele zoe
ken", Leuven 1555.
Eenmaal in de kerk werd het sacramentshuis opengebroken en de ciborie van het
heilig sacrament en die met het heilig olie eruit gehaald. De hosties en de olie wer
den op een bank uitgestort. Nadat ze de kerk hadden verlaten werd nog via een
venster ingebroken in een andere kapel, staande achter het sacramentshuis.
In deze kapel werd een wandkastje aangetroffen dat zij met geweld openbraken.
De twee zilververgulde kelken met hun toebehoren, die daarin stonden werden in
een zak gestopt en meegenomen. Hierna trok men gezamenlijk weg en roeide met
enkele bootjes, die van tevoren waren klaargelegd over de stadsgracht van Brugge
in de richting van Damme.
De volgende dag gingen Dierick en Monnick, Puyt en Swartken weer terug naar
Brugge om er de cibories en kelken te verkopen. Volgens zeggen van Dierick heet
te de zilversmid, waar zij de buit brachten, Hans en woonde in een klein straatje
bij "het Steen". Deze zilversmid had een "ros baerdeken, wesende in het best
van sijnen leven ende van gemeender staturen" (normaal postuur). Swartken had
deze man aanbevolen omdat hij geen lastige vragen stelde en hem bovendien