In het voorsaletken beoosten de vloer, behangen met goutleer, is 't volgende ses roode laeckene stoelen een achtkandt tafelken, met een roodt cleedt een roodt scherm een schilderije vaststaende voor de schouwe van Van Delen, ende gestoffert van Poulenburch een ijsere plate verciert met koper een heertijser In de voorvloer een tafel met een cleedt van sotsrock ses Spaensche stoelen, met ses blauwe kussens twee groote schilderijen op ijder eynde van de vloer beestejachten van Vijt een herder met honden ende een sackpijppe van Sachtleven de stadt Goes met glas overdeckt van Schuijlenburch twee toebacksuygers van Oostade twee scheepkens in ovalen een luysevanger de vindinge Moeijses van den ouden Eversdijck de stadt Goes in 't groote met visschen ende beesten van Rijckhals een groote keucken van Wijntranck een cleene boerekeucken met toebacksuygers van Bloot een almanack Scipio Africanus maecht's wedergifte twee peerden met twee mans daerbij van Bloot een spiegel In de middelkeucken het naervolgende: een schilderije van Batseba, gemaeckt bij den ouden Eversdijck de bataille van Mijncx slapende nymphe van Breemberch caertspeelders van Bloot melckmeysken een corps de garde van Palemedes een toebackdryncker een keucken van Eversdijck Jacob ende Esau van den selven twee bataillen van den selven 't hooft van Cijrus een winterken thyen madtstoelen negen tryppe kussens een halff buffet een tafel met een cleedt 109

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1978 | | pagina 111