KOFFIJHUIS
van ouds „DE GOUDEN ZWAAN."
101
de geschiedenis van zijn woonplaats. Na het overlijden van de eerste gemeentear
chivaris van Goes, mr. J.G. ah Utrecht Dresselhuis, in 1853 kwamen de stedelijke
archieven en verzamelingen onderzijn beheer. In 1861 volgde zijn benoeming tot
gemeentearchivaris. In deze funktie verrichtte hij belangrijk werk, hij verzamelde
de her en der verspreide archieven om ze te ordenen en te beschrijven. Zijn verza
melde kennis kwam tot uitdrukking in zijn "Bijzonderheden uit de geschiedenis
der Stad Goes", een werk dat heden ten dage nog veelvuldig wordt geraadpleegd.
Piccardt ruilde zijn woning in de Magdalenastraat met de gemeentebouwmeester
Louis Philippe de Lannée de Betrancourt (1797-C.1871). Deze was in Brugge ge
boren en vestigde zich in 1825 in Goes als opzichter bij de Waterstaat. Hij huwde
in 1828 met Neeltje van Ham, dochter van een Goese logementhouder. In 1829
werd hij stadsarchitect. Ook was hij als docent aan de Tekenschool in Goes ver
bonden. In 1854 kreeg hij eervol ontslag als gemeentebouwmeester en vertrok in
1862 met zijn gezin naar Brussel.
Het huis werd aangekocht door de rijksveearts Johannis Pieter Jacobus Dronkers
die het ging bewonen en in 1862 een deur liet aanbrengen aan de zijde van het
Gouden Muilstraatje. Hij vertrok al in september 1862 naar Antwerpen. Even te
voren had hij het huis in het openbaar voor verkoop aangeboden, maar een koper
bleek toen niet te vinden. Koper werd later Johannes Pieters.
Opnieuw herberg
(Goessche Courant,
10 november 1862).
Magdalenastraat te GOES, regt over het Postkantoor.
De ondergeteekende verwittigt zijne stad- en landgenooten,
dat hij heden zijne affaire geopend heefl. -Onder belofte
eener zindelijke en civiele bediening, beveelt hij zich beleefd
in de gunst aan. pfftpr*!
Goes, 10 Nov. 1862 J. FEETERS.
Johannes Pieters vestigde in het pand weer een herberg. Als naam koos hij op
nieuw: De Gouden Zwaan. Hij werd al snel - in 1866 - als herbergier opgevolgd
door Joseph van der Hagen. Deze had zijn boerderij in Hoedekenskerke verkocht
om de ploeg te vervangen door de tapperskraan, zonder veel succes. Op 11 augus
tus 1866 werd het huis opnieuw in het openbaar ter verkoop aangeboden door
Z.D. van der Bilt La Motthe, curator in de boedel van Van der Hagen. Een bod
van 2200 gulden werd echter niet geaccepteerd.
Kerk
Het pand werd aangekocht door de Gereformeerde Gemeente onder het Kruis,
die in deze jaren bediend werd door de hulpprediker Johan Willem van den
Broek. Dadelijk ging men het pand inrichten tot kerk. Daarvan werd kennis gege
ven aan het Gemeentebestuur, de brief drukte de wens uit om, "gedachtig aan de
Les des Apostels Paulus voor Koning en Overheid en alle die in hoogheid gesteld
zijn, te bidden, op dat wij onder onze wettige Regering een stil en gerust leven
mogen leiden".
De gemeentebouwmeester D. de Koning had inmiddels gekonstateerd dat men de