'4o. dat Christus niet anders was aan te merken dan als een kragt Gods, evenals de warmte in de zon; '5o. dat het een verkeerd oordeel was, als de mens nu nog door 't geloof in 't bloed van Christus wilde geregtveerdigd worden; '60. dat de Professor van Til hem een valsche godsdienst geleerd had; '7o. dat ik voor mijn broeder niet mogt bidden nog zugten om zijne bekeeringen, al dwaalde hij in de pointen van zaligheid, want dat men dan hatede volgens Jac.: 5 9.; '80. over Rom. 4 1 en verv. - de tekst waarover hij te 's Gravenpolder preekte en op grond waarvan hij beschuldigd werd - dat God nooyt den mensch een wet had gegeven om hem te verpligten tot eenig werk; '9o. over 1 Corinthen 7 14: God, gelijk ook een geloovige, beschouwde alles rein, doch den eenen voor rein, den anderen voor onrein te houden was het werk van een ongeloovige; '10o.dat Cogitor fio waaragtiger was als Cogito sum'. - (het passief zijn is waarachtiger als het actief zijn) Het ging Buitendijk evenwel allemaal te ver, hij wilde niet buigen of tot andere inzichten gebracht worden. Hij weigerde iets toe te geven of zich te onderwerpen en zodoende werd zijn definitieve ontzetting uit het ambt op 19 februari 1712 uitgesproken. Opvallend is dat begin 1712 de diaconie-afrekening nog door Bui tendijk werd ondertekend Op 15 maart volgde de afzetting door de classis van de voltallige kerkeraad, het college wat Buitendijk steeds zo trouw had gesteund. Ook kwam Schore hierdoor zonder schoolmeester, want deze functie werd uitgeoefend door het kerkeraads- lid en voorzanger Nicolaas Sijncke (Sinke). De bevestiging van een nieuwe - gezui verde kerkeraad vond al kort daarna, n.l. op 10 april 1712, plaats. Nasleep De afgezette voorzanger had als wraakoefening het akteboek, waarin sedert 1619 de geschiedenis der gemeente was opgetekend, ontvreemd, zoals we kunnen op maken uit de volgende aantekening: 'Dit actenboek is 't zedert het departement van D.Buijtendijk, door den afgeset- 'ten schoolmeester en voorsanger Claas Sijncke agter gehouden, totdat de Pred. 'N.van Asten door naavragen daar agter gekoomen sijnde, op den 25 jan.1722 'hetselve van Simon Sijncke Claaszoon, heeft laten wederhalen'. Formeel was het doek gevallen, Buitendijk was afgezet en verbannen, de kerke raad was uit het ambt ontzet en door een nieuwe vervangen, op 16 october 1712 werd een nieuwe predikant, M.Hoog, bevestigd; maar het zaad wat door Buiten dijk was uitgezaaid bleef nog lang kiemkrachtig. De aanhangers van Buitendijk, alras 'Buitendijkers' genoemd, waren talrijk, vooral in Schore en naaste omgeving, maar ook in andere plaatsen op Zuid-Beveland. Hoe groot de tegenstellingen tussen de aanhangers en tegenstanders van de leer van Buitendijk waren, kunnen we bij benadering begrijpen als weJ.F. vanBinsber- gen 9) er op naslaan, die meer dan 125 jaar later over de episode Buitendijk schrijft met een verbittering en persoonlijke betrokkenheid bij het gebeurde, als of het gisteren plaats vond. Hij schrijft o.a.: 77

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1977 | | pagina 91