vingen werden trapsgewijs in 3 la gen aangetroffen. Er was duidelijk sprake van een oost-west georiën teerde begraving. Op één skelet troffen we 2 rijen ijzeren voor werpjes aan vanaf de voeten tot de schedel. Hoewel we niet weten waarvoor deze gediend hebben, lijkt het aannemelijk dat zij iets te maken hadden met de sluiting van het kleed of de kist waarin het lijk was begraven. Opvallend was ver der dat de vulling van verschillen de graven bestond uit zeer schone zavel, terwijl andere gevuld waren met oude cultuurgrond. Van een mogelijke kapel in de buurt van de begraafplaats is niets gevon den. We moeten wel opmerken dat het centrum van het oude kerkhof geheel was verstoord door het bouwen van een bunker in de tweede wereldoorlog (15). De resten van het 13e eeuwse poortgebouw Aan de oostzijde was een gedeel- °p de voorburcht. te van de begraafplaats aangetast door een jongere waterloop, in de vulling waar van we 17e -eeuwse scherven aantroffen. Mogelijke bewoners van Maelstede Hoewel we te Maelstede al bewoningsresten uit de 11e eeuw aantroffen zijn ons de bewoners uit die periode totaal onbekend, een niet geheel betrouwbaar geachte vermelding van Sanderus in de Flandria Dlustrata (16) daargelaten. Als de door hem vermelde 'Villa Malaorum' al iets met Maelstede te maken heeft gehad, dan sloeg dat toch waarschijnlijk op het Hulster Maelstede. Toch is het aannemelijk dat de Heeren van Maelstede al in een vroege periode uit gebreide bezittingen hadden op Zuid-Beveland. Zeker voor er sprake was van de afsplitsing van de Kruiningse tak in de 12e eeuw besloegen hun bezittingen onge veer een kwart van het gehele eiland (17). Naar alle waarschijnlijkheid moeten wij in hen de promotors zien van de monni ken van de Cisterciënser abdij Ten Duinen te Koksijde, die in de 12e eeuw grote ontginnings/en bëdijkingswerken uitvoerden op Zuid-Beveland. Het zal in dit ver band geen toevalligheid zijn dat we de eerste Heer van Maelstede welke we in de oorkonden tegenkomen, zijn medewerking zien verlenen aan verkoop van grond door bovengenoemde monniken. We doelen hier op een oorkonde gedateerd voor 31 mei 1222 welke werd uitgevaardigd o.a. door Wlfardus filius domini Wlfaldi en dominus Petrus de Scoude (18). De oorkonde zelf handelt over de verkoop van 53

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1977 | | pagina 67