Bijdragen 59 (1941) p.52-p,101 onder de titel: 'Verslag over den godsdien- stigen toestand in Holland en Friesland, a° 1565.-Het schrijven van de Raad is gedateerd 10 januari 1565 (stilo curiae) d.w.z. 1566. Het op Kapelle betrekking hebbende gedeelte (de passage van Lindanus in het Frans, het commentaar van de Raad in de landstaal) op p.57 - 58. 37) De brief van het Hof (naar de inhoud juist, naar spelling en verwoording ta melijk vrij en onnauwkeurig weergegeven) bij BIJLO, bijlage nr.4, p.211 - p.212. Een correct afschrift van de tekst (origineel: Alg.Rijksarch., Hof van Holland nr.381, f 2512 - 2514) door drs.J.H. Kluiver is in het bezit van mevr. Cl. Rooze-Stouthamer te Beigem (B), wie ik voor de fotocopie ervan gaarne dank zeg. 38) D.w.z.: er waren in het stuk vrij vulgaire geestigheden gedebiteerd (Frans 'scurrile': plat-grappig). - BIJLO geeft bovenaan p.212 een (te ruime) leemte aan in zijn tekst van de brief van het Hof. Hier heeft het origineel waar schijnlijk: scurijl. De betreffende passage luidt dan in de oorspronkelijke versie: 'dat wij niet en verstaen en costen dat het esbatement in questie eenige heresie smaeckende was, maer alleenelick scurijl'. 39) BIJLO, p.96. 40) Behalve van het vaandel uit 1873 en een ijzeren boetenpot is de kamer ver der in het bezit van twee zilveren kettingen met kolf, eertijds door prins en deken gedragen. 41) Het gilde bezit deze landerijen nog steeds. Onjuist is de mededeling bij WILS p.278 (overgenomen door MEERTENS, p.113) dat het gilde zich 'later ge splitst' heeft 'in een Katholiek en een Protestants gilde', waarbij ook de lan derijen verdeeld waren. Moeilijkheden zijn er, op zeker moment in het begin van de vorige eeuw, echter wel degelijk geweest. Mondelinge overlevering, en informatie die daarop stellig teruggaat (Dagblad De Stem 7-5-62) berichten dat een van de gildebroeders zich van de Katho lieke kerk distantieerde en protestant werd, maar weigerde het gilde te ver laten. Hij was mede-eigenaar van de grond, en moest uitgekocht worden. - Was het er wellicht meer dan één Blijkbaar heeft een scheuring gedreigd. Achter de copie van 1792 vindt men de notitie: 'Dezen boek zorgvuldig be waard van het Jaar 1836 tot 1869 Tot voerkoming van schuering van de goederen van het gilde Door mijn J. Everaard'. 42) Naburig symptoom van overschakeling op passiever bestaan: in 1716 ver koopt het Kloetingse Sint-Sebastiaansgilde alle schuttersattributen. 43) Van Hootegem werd in 1859 lid van het gilde. Hij bekleedde er verschillende functies: Prins, boekhouder (d.w.z. secretaris en penningmeester, taken die later gescheiden werden), bij zijn overlijden in april 1886 was hij penning meester van de kamer. 44) De eerste notulen zijn later ingeplakt en daarbij in enigszins fantastische volgorde terechtgekomen. De bewuste vergadering werd gehouden in 1873 (niet 1874). 45) In 1965, ter gelegenheid van de herconformatie, vertelde deken Holtkamp (De Stem 30-3-1965) hoe hij zes jaar tevoren, op visitatie in Hansweert, van 41

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1977 | | pagina 55