naam voor de souffleur. Hij sprak ook de proloog van het stuk uit, als 'hij daar bekwaam toe is' zegt A - waarmee hij wordt gekwalificeerd als de enige figuur aan wiens capaciteiten men mag twijfelen 27) Het (rederijkers-)rondeel is een achtregelig gedicht met een bepaalde struc tuur (herhaling van regels; niet alle 'acht regulen dichts' vormen dus een rondeel). Prose kan in de zestiende eeuw spreuk betekenen. Referein prose Mogelijk een vorm die geen al te hoge eisen stelde. Maar: wellicht ontbreekt een komma na referein en is 'acht regulen' toelichting bij prose. 28) 'Zinnelijk gedicht': gedicht met een 'zin', d.w.z. met iets substantieels er in, een ieder aansprekende gedachte. 29) Triumphe is de algemene benaming voor een viering, een feestelijke bijeen komst (bij de Kapelse kamer in het bijzonder voor die op 1 januari). 30) Het artikeltje van WILS (1931) is de enige publicatie over de Wijngaerdranc- ke steunend op kennis van een reglement. Hij kreeg inzage van de copie uit 1804 die toen bij pastoor Jongmans van Hansweert berustte; zijn citaat maakte de mosterdbepaling bekend. Het on gunstig oordeel van MEERTENS (die de tekst van WILS overnam) wordt gedeeld door MAK, p.130: 'al heel vroeg treffen ons bespottelijke bepalingen bij de rederijkers. Zo reeds in de zestiende eeuw te Kapelle op Zuid-Beve land (etc.) Curieus is de noot bij WILS: 'Dit oude gebruik is hier en daar in ons vader land gebleven'. In de jaren 1896 -1902 die hij als student op het klein Semi narie Hageveld te Voorhout doorbracht, was een schutter die op het feest van de handboogschutterij bijzonder slecht schoot, verplicht 'een snede brood met mosterd' te eten. 31) MEERTENS p.113 32) De tekst heeft: 'eene reverenie gedigte, zonder eenige Schimperij, of dierge lijks'. De bedoeling is dus: een gedicht dat van reverentie getuigde, dat uit een 'positieve mentaliteit' voortkwam. 33) MAK, p.16. 34) Om volledig te zijn: van Hootegem geeft - behalve het presentatiegedichtje - nog het volgende rijm: Gaed regt in u wegen Daer op volgd den zegen en stibt op u zaeken Dat zal u vermaeken En stibt Regeren Dat is zonder mankeren Prijsbaer te eeren Wie zal u beletten Volbring uwe wetten. 35) Men mag 1563 als jaar aannemen op grond van de datum 1 september 1563 in het straks te noemen antwoord door de Raad van Holland, Zeeland en Friesland aan Margaretha van Parma. 36) Dit stuk, een 'sommier recuyl' van de antwoorden die de Raad had verza meld op haar verzoek om inlichtingen betreffende de door Lindanus ge noemde gevallen, werd gepubliceerd door JKleyntjes S.J. in: Haarlemsche 40

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1977 | | pagina 54