ten met zich meegebracht. Men schatte de totale kosten van het beleg van Goes op 300.000 gulden. De Spaanse soldaten bleken moeilijk in de hand te houden. Ook de nieuwe landvoogd, don Luis de Requesens, beloofde wel financiële steun, maar bij beloftes bleef het ook ditmaal. De Spaanse staatskas was leeg. Op 20 februari 1574 moest Middelburg zich tenslotte na een moedig beleg over geven aan de Prins van Oranje. Eind 1575 werd een nieuwe gouverneur over Goes en Zuid-Beveland aangesteld als opvolger van de bij de overtocht van de Spanjaar den van St.Philipsland naar Duiveland gesneuvelde Isidoro Pacheco. Het werd de beruchte Don Philipe de Beaumont en Navarra tegen wiens benoeming de stad en het eiland zich fel verzet hadden. De stadssecretaris mr.Jacob Valcke verzocht op nieuw in Brussel bij de landvoogd om steun en tegemoetkomingen in de zware lasten die de soldaten voor de bevolking met zich mee brachten. De landvoogd gaf alleen tot antwoord dat de heren van Goes maar wat geduld moesten hebben. In plaats van vermindering van lasten werden die steeds meer verzwaard. Om de op te brengen bedragen bijeen te krijgen werd belasting geheven op elk gemet grond en werden eet- en drinkwaren met speciale accijnsen belast. Pacificatie en satisfactie Na een moedige verdediging moest de stad Zierikzee zich in juli 1576 overgeven aan Mondragon. Het bleek voorlopig de laatste grote krachtsinspanning van de Spanjaarden te zijn geweest. De Spaanse staatskas was volledig uitgeput en de soldaten, die zagen dat de beloftes van hun aanvoerders niet vervuld werden, be gonnen te muiten. In het verarmde Zeeland was echter nauwelijks meer iets te halen. Men trok daarom naar Brabant en Vlaanderen. De Spaanse furie was in al haar hevigheid losgebarsten. De Spaanse en Waalse sol daten in Goes sloten zich aan bij de muitende troepen en trokken weg. Slechts Duitse troepen bleven in Goes en Zuid-Beveland gelegerd. Ook de Zuidelijke gewesten maakten nu kennis met de verschrikkingen van de Spaanse soldaten. De beletselen voor een gezamenlijk standpunt van de Neder landse gewesten waren weggevallen. Op 8 november 1576 ondertekenden de meeste Nederlandse gewesten de Pacificatie van Gent. Ook de nieuwe landvoogd, don Juan van Oostenrijk, onderwierp zich aan de Pacificatie, die als voornaamste doel had het wegzenden van de troepen. Goes weifelde echter zich bij de Pacifi catie aan te sluiten. Na enig dralen gehoorzaamde Goes in december 1577 en sloot zich aan bij de Pacificatie, maar de Prins van Oranje erkenden zij nog steeds niet als stadhouder van Zeeland. Goes kreeg daarom geen zitting in de Staten van Zeeland Na veel tegenstrubbelingen vertrokken op 26 februari de Duitse troepen per schip. Inmiddels hadden de bestuurders van de stad en de dorpen afgevaardigden aan gewezen om uit hun naam te onderhandelen met de Prins over het brengen van Goes en Zuid-Beveland onder het gezag van de Prins. Aan het hebben van een stem in de regering van Zeeland werd terecht een grote waarde gehecht en Goes wilde zo snel mogelijk weer gebruik gaan maken van dit recht. Afgevaardigd wer den Cornelis Pieterszoon Polderman, burgemeester van Goes, Jan Adriaanszoon Blancx, dijkgraaf van de Brede Watering bewesten Yerseke, Pieter Jasperszoon 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1977 | | pagina 24