X s 1" ll ll II i! ll '1 ll II j1 I' T y 'Cav.ie£ii „cföBaL&tSe/ CfCexafes Qfoyo 1 In 1552 komt Pieter Jansz. Wildeman, gehuwd met Baldijne Baltens (zuster van bovengenoemde Mayken) in het bezit van het 'half huys'. Spoedig moet hij echter het halve huis verwisseld hebben voor het grote huisgedeelte daarachter, zoals in het transport van 1557 staat beschreven (2). Claes Jansz. Boy staat in 1554 als eigenaar genoteerd van het ganse complex (3). Men kan zich de vraag stellen of Pieter Jansz. Wildeman reeds na twee jaar zijn halve huis verkocht heeft aan Claes Jansz. Boy om een paar jaar later het grote huisdeel van dezelfde Boy terug te kopen. In 1557 koopt Cornelis Piersz. Polderman het halve huis van Claes Jansz. Boy; in het grotere deel wonen nu de weduwe en erfgenamen van de inmiddels overleden Pieter Jansz. Wildeman. Uit een transport van 1563 (4) blijkt dat wanneer Polder man een huis naast de Watermolen koopt, hij ook reeds in het bezit is van het ge deelte van de weduwe Wildeman. De oppervlakte van het totale complex moet toen gelijk zijn geweest aan de huidige panden Kleine Kade 47 en 45. De twee huisdelen, die samen Kleine Kade 47 vormden, 1^ huis, zo men wil, zijn sindsdien nooit meer gescheiden bewoond geweest. Cornelis Piersz. Polderman trouwt in eerste huwelijk met Clara Zande; haar moeder is een zuster van de hierboven genoemde Baldijne Baltens. Zijn tweede vrouw is Katrijne Jan Boy, een familienaam, die we ook al eerder tegenkwamen. Het was haar derde huwelijk. Eerder was ze in de echt verbonden geweest met Cornelis Corn. Baltens en daarna met Jacques (de) Cornet. Cornelis Piersz. Polderman heeft een belangrijke rol gespeeld in de Goese historie. Hij was met enkele onderbrekingen burgemeester van de stad van 1567 tot 1582, juist in de tijd dat de 80-jarige oorlog in alle hevigheid woedde. Goes bleef lang Spaansgezind, maar steden als Veere en Vlissingen kozen voor de Prins. De stad raakte in een isolement. Toen deze situatie onhoudbaar werd, kwam op 22 maart 1577 de zogenaamde Satisfactie van Goes tot stand. Hierbij werd de Prins erkend als stadhouder des Konings; de regering zou blijven bij de godsdienst, die zij en de meerderheid der burgers beleden. Polderman trad op als leider van een drieman- 104

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1977 | | pagina 118