eeuws bruin aardewerk met gele versieringen, waar onder kannen, potjes en schalen met één of twee oren. Andere vondsten betroffen restanten van aardewerk met bruin gespren keld steenwerk (steengoed met zoutglazuur)dat kan dateren uit de 15e en 16e eeuw en afkomstig moet zijn uit het Rijnland. Verder kwamen voor brokstukken van geglazuurd steenwerk met ingestempelde versie ring (16e eeuw). Nog werd een enigszins beschadigd zalfpotje aangetrof fen, dat van wat jongere datum moet zijn (ca. 17e eeuw). Een zeer opvallende vondst was tenslotte, die van vele scherven van zwartgrijs grof aardewerk. Het betrof onderdelen van potten met kleine oren en een ronde, enigszins afgeplatte bodem, welke zonder uitzonde ring steunde op drie kleine pootjes. De afwerking van oren en pootjes is vrij primitief. Hoewel de datering van dit aardewerk nog niet gehee duidelijk is, bestaat het niet ongegronde vermoeden, dat het hier pro- dukten betreft, die niet jonger zijn dan omstreeks de 13e a 14e eeuw. Het is zeer wel mogelijk, dat we in dit geval te doen hebben met aarde werk uit de tijd van het ontstaan der dorpen in en om het gebied van de Poel. Tenslotte kan nog vermeld worden, dat vele scherven van 17e en 18e eeuws "majolica" worden aangetroffen. Het ging hier in hoofdzaak om gedeelten van schalen en borden met een diameter tot ca. 35 cm. De versieringen, welke erop voorkomen, zijn plantaardige motieven (bla deren, vruchten), dieren (meestal vogels). In een ander geval werd he portret van Willem III (koning-stadhouder) aangetroffen. Van enkele van deze vondsten kon een vrijwel compleet geheel worden samengesteld, zoals enkele afbeeldingen doen zien. De hier bedoelde groep scherven kwam voor met afbeeldingen in kleuren, te weten de combinaties blauw geel en wit, en paars, geel en wit, benevens blauw en wit. Met het bovenstaande willen we het overzicht omtrent Zeeuwse boerde rijen en hun details besluiten. Het zijn opmerkingen, die grotendeels voor Zuid - en Noord-Beveland gelden, hoewel er rekening mee moet worden gehouden, dat het laatste gebied tot ca. 1600 geheel door de zee verzwolgen was. Het zal duidelijk zijn, dat met het bovenstaande geen volledigheid wordt opgeëist. Wie, technisch, of per boerderij en eventueel voor een aan grenzend gebied nog wat meer zou willen napluizen, zouden we kunnen aanbevelen: R.C.Hekker, De Zeeuwse Hofstede. 1951. J.Vader, Een Oud-Walcherse boerderij. 1963. W.E.P.van IJsseldijk, Oude Boerderijen in Zeeland. 1975. 74

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1976 | | pagina 76