perken van Hulst en Toenken van Haerlem, waarvan bekend was dat hij
in Holland een doodslag had begaan en dereeds eerder genoemde "bondt
osken" maakten goede sier met de opbrengst van de inhoud van vier
door "bondt osken" afgesneden beursen. Ook was hij samen met "bondt
osken" op een avond in de vasten aangeland op de nieuwe beurs. Daar
speelden ze het klaar om diverse mantels te bemachtigen.
Op hun terugweg van Antwerpen naar Goes deden ze verschillende plaat
sen aan om overal hun slag te slaan.
Woensdrecht
Daar was het Joesken Donck die een beurs met zestien stuivers erin
wist af te snijden.
Steenbergen
Hans Joris met 't kindt van Maeslandtssluys, Hansken van Brugge en
anderen waren in de omgeving van Steenbergen bij een boerenhuis geko
men. Hans Joris klom door een venster naar binnen en nam drie "paer
slaeplaeckens ende een roxken" mee. Deze lakens en het rokje werden
door de vrouw van Hans Zerte Culder in Antwerpen verhandeld.
Poo rtvliet
Samen met 't kindt van Maeslandtssluys wist Hans Joris na afloop van
de Bergse ommegang in Poortvliet op het kerkhof in te sluipen in het
huis van een zekere Andries. De buit was redelijk: "twee grauwe mans-
paltrocken, noch twee bruyne rocken, een paer kousens ende een laecke
wambuis". De wambuis trok Hans aan terwijl de rest onderweg werd
verkocht.
Scherpenisse
Karei Roels en Joesken Donck legden hier de hand op een beurs waarin
drie stuivers zaten.
Aangeland in Oost-Duiveland (Bruinisse) gingen Hans Joris met nogdrie
anderen, waaronder een Cornelis van Mechelen naar het huis van Rijcke
Tonis Pierssoon. Hier doorzochten zij de schuur en namen enkele vrij
dure stukken tin en een hoeveelheid vlas mee. De buit werd niet, zoals
gebruikelijk onderling verdeeld, maar tijdens een spelletje "hutscruy-
sen" verspeeld. Dit hutscruysen was een spel waarbij men enkele dui
ten door elkaar schudde en opwierp. Een variatie op het zogenaamde
kruis- en muntspel. Hans Joris verloor en kreeg dus niets van de buit.
Hun laatste stopplaats werd Nieuwerkerk op Duiveland. Daar kwamen
ze bij een afgelegen hoeve van Wijck Mathijszoon. Een hoeve gelegen
dicht bij de molen aldaar. Op hun kloppen werd niet open gedaan. Ten
einde raad zochten ze op het erf een stevige plank waarmee ze de deur
openramden. Binnengekomen zochten ze de bedstede op waar Wijck
Mathijszoon lag te slapen. Twee van hen gingen ondertussen naar de
slaapplaats van de knecht, zij wisten hem te overmeesteren en bonden
59