telijk geloof zal hij worden veroordeeld tot de dood op de brandstapel, zijn goederen zullen geconfisceerd worden ten behoeve van de koning. Op de vroege morgen van zondag 31 januari 1563 werd Jan Janszoon Grendel voor het stadhuis op de brandstapel gebracht en levend ver brand. Zijn lichaam werd daarna op het galgenveld - aan de Ooster- schelde - begraven. Mayken Jansdochter Zij was gehuwd met Marinus Anthonissoon en woonde in 's-Gravenpol der. Zij was vlak voor pasen 1564 door de baljuw te Goes gevangen ge nomen omdat zij in het bezit zou zijn van verboden boeken en bovendien de spot had gedreven met de sacramenten. Op 23 maart werd de baljuw gelegenheid gegeven om bewijsmateriaal tegen haar bijeen te brengen. Op 14 april kreeg hij nogmaals enige tijd om de zaak tegen haar voor te bereiden. Op dezelfde dag kwam een ze kere Cornelis Janszoon Scute en verzocht vrijlating van Mayken, ter wijl hij zich als borg voor haar wilde stellen. De rechtbank besliste anders, in hun bijeenkomst van 26 april werd be sloten dat Mayken voor een ondervraging door de bisschop van Middel burg naar die stad gebracht zou worden. Op 5 mei kreeg zij toestem ming verdedigers naar keuze in haar zaak te benoemen. Korte tijd daarna werd zij door de bisschop en diens vicaris Mr. Jan van Stryen ondervraagd. Deze beide ondervragers kwamen tot de slotsom dat zij "catholyck" geantwoord had. Zij had tevens verklaard, dat ze niet wist dat de twee boekjes die bij haar in huis waren aangetroffen verboden waren. Het waren een nieuw testament en een boekje met liederen waarvoor teksten uit het oude- en nieuwe testament waren gebruikt. Zij kreeg van de bisschop verlof om door de pastoor Mr. Clemens van Dale te worden geabsolveerd. 12 mei werd zij door de rechtbank vrijgesproken. De baljuw, echter, ging hiertegen direct in beroep. Kort nadien kwam Marinus Anthoniss. als man en wettelijk voogd van Mayken zich bij de rechtbank beklagen over het feit dat de baljuw zijn vrouw niet uit de gevangenis liet ver trekken. De baljuw gaf toen als reden op, dat hij eerst zijn onkosten vergoed wilde zien. Na deze laatste aantekening zwijgen de bronnen verder. We kunnen aan nemen, dat Mayken Jansdochter korte tijd hierna definitief op vrije voe ten werd gesteld. Uit de literatuur is bekend dat een Mayken Jansens, afkomstig uit Goes, omwille van haar geloof in 1569 te Antwerpen ter dood is gebracht. Mogelijk gaat het hier om dezelfde Mayken. De rekening van de baljuw over 1567 geeft een korte aantekening. Heyn Diricxzoon van Zittert had zijn overleden kind, in de nacht, zonder de verplichte ceremoniën van de kerk begraven. Hij werd voor de tijd van 25 jaar verbannen uit Holland, Zeeland en Friesland. Als we lezen dat hij op 21 januari van dat jaar als poorter van Goes werd ingeschreven, 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1976 | | pagina 31