7) Uit een akte gepaseerd voor notaris P. Aelmans dd. 23 febr. 1746
(gem.archief B.O. Z.) blijkt dat de postmeester Le Jeune als oc
trooihouder een overeenkomst sloot met de heer van Westkerk en
met de veerman H. le Roy. Twee maal per week moest le Roy de
post onmiddellijk bij aankomst overbrengen "hetsij dat die dan
komt bij dag, bij nagt, bij storm, ijsgank, stilte of wat voor weer
off tey (getij) het is, uijtgesondert als er een notoir levensgevaar
soude zijn". Het loon was 3, -- per week. Verder blijkt uit de
akte, dat Le Jeune een haventje zou laten graven aan de oostzijde
van de Nolle om met laag water in diep te komen, alsmede een
houwer op het slik met een spui en verder moesten 3 meerpalen
worden geplaatst.
De veerman moest een veerhuis timmeren niet verder dan 50 a 60
roeden (1 roede ca. 3,75 m) van het veer met een stal voor 3 a
4 paarden, waar de postiljon vrij stallen zou hebben.
8 Dit veer is om deze reden en door concurrentie van het na te noe
men postveer te niet gegaan, vermoedelijk kort na het beëindigen
van de pacht in 1805.
Archief Ambachtsgerechtigden 's-Heer-Arendskerke, inv. 5, 6 en
19.
10) Veer officieel opgeheven bij Provinciaal besluit van 29 augustus
1873.
11 Dit veer ondervond veel concurrentie in 1792 van een tijdelijke af
damming voor de uitdieping van het Arnemuidense Gat en van een
op die plaats (oostelijk van de stad) van 1796 - 1799 gelegd pontveer
van de ambachtsheren. Na inleggen van een rijpont op het stadsveer
in 1798 werd het veer van de ambachtsheren afgekocht voor 250
ponden vis. te betalen door de stad Arnemuiden, waarvan 100
vis. werd betaald door de veerman. In 1872 verviel het veer door
de op de afdamming van het Arnemuidense Gat gelegde grindweg
(litt. 5 en 6).
12' Ir. M. C. Bongaarts meldt (litt. 10), dat de postroute oorspronkelijk
liep over Oud-Vossemeerdoch dat na de overstromingen van
noord-oost Tholen (26 januari 1682) de grote weg is geleid over de
stad Tholen. Aangezien de geregelde postverbinding met Steenber
gen eerst in 1746 tot stand kwam, kan hier misschien gedoeld wor
den op vroegere, ongeregelde diensten.
In 1792 blijkt de Eendracht bij Tholen bij laag water 40 en bij hoog
water 70 roeden breed. De lengte der pont binnen de bruggen 40
voet, elke brug 10 voet, tezamen 60 voet, bij een breedte van 12
voet (litt. 6).
109