De Vogelaar
-
W
Column van Emmy de Koeijer
De Nederlandse taal is de laatste maanden
helaas verrijkt met een aantal nieuwe woor
den en begrippen. Om er maar een paar te
noemen: sociale onthouding, besmettings
routes, groepsimmuniteit, thuisquarantaine.
De belangrijkste van de nieuwe begrippen
zijn waarschijnlijk de woorden anderhalve
meter gecombineerd met heel veel andere
woorden, ledereen kan ze waarschijnlijk
zelf ook al dromen. Toch even een kleine
opsomming: anderhalve meter economie,
anderhalve meter maatschappij, anderhalve
meter samenleving, anderhalve meter
horeca etc.
De anderhalve meter heeft een grote im
pact op ons gedrag. Je moet er aan denken
als je op de fiets zit, als je aan het wandelen
bent of als je boodschappen doet. Vooral
die laatste activiteit heeft een grappig
bijkomend effect. Een bezoek aan de super
markt is voor de oplettende vogelaar een
mooie waarneming. De anderhalve meter
maatregel heeft een soort baltsgedrag tot
gevolg, ledereen winkelt alleen, is verplicht
een winkelkarretje of mandje te gebruiken
en is op twee dingen gefocust: mijn bood
schappen én kom ik niet dicht in iemand
zijn buurt. Mensen lopen elkaar tegemoet,
de een wil naar links, de ander naar rechts,
dan krijg je van beiden een schijnbeweging,
even stilstand, een glimlachje naar elkaar
en dan weer in beweging komen. Als ze dan
weer dezelfde kant opgaan, weer stilstand
en een verontschuldiging. Dan blijft er
meestal een staan en de ander pakt zijn
boodschappen en vervolgt zijn weg. Enkele
meters of een gangpad verder herhaalt
zich deze dans. Net als in het dierenrijk is
er altijd wel iemand die zich niet aan de
regels houdt en zo'n dans bruut verstoort
door zich dwars door alles heen te wringen
om zijn eigen behoeftes te bevredigen, bij
voorbeeld om zich een of meerdere pakken
toiletpapier toe te eigenen.
Vogelaars krijgen ook op een andere manier
met de anderhalve meter maatregel te
maken. Op uitkijkpunten en in vogelhut
ten is het soms krap en de weg er naar
toe is ook niet altijd even ruim. Ook al is er
ruimte genoeg doen zich toch rare situaties
voor. Een voorbeeld, op het platform bij de
Sophiapolder staat een bankje, daar rusten
vaak fietsende voorbijgangers. Als je dan
het platform betreedt en je loopt naar de
omheining heb je voldoende ruimte om
de mensen op het bankje niet te dicht te
passeren. Maar toch, een erg mooie dag
enkele weken geleden, er zitten mensen op
het bankje bij de Sophiapolder een appeltje
te eten op het moment dat wij het platform
betreden. Wij zeggen vriendelijk goedemid
dag, gaan bij de omheining staan en pak
ken onze verrekijkers. Terwijl wij dit doen,
pakken ze gehaast hun tasje en maken zich
uit de voeten. Terwijl we zelfs niet gehoest
of geniest hadden. Dit was sociale onthou
ding in optima forma.
Een lastiger hobbel is de kijkhut bij Num
mer Een. Als je onder aan de dijk staat en
naar het trapje kijkt is het duidelijk, dit is
een eenpersoonstrapje. Als je dan bij de
deur komt klopje voorzichtig aan, hoor je
niets, ga je uiteraard naar binnen. Wordt
er wel geantwoord dan sta je voor een
dilemma. De hut is ongeveer 1,5 meter diep,
hoe voorzichtig je ook bent je komt altijd
heel dicht bij elkaar in de buurt. Op de foto,
eind april genomen, is het dilemma duide
lijk zichtbaar. Zit er iemand in dan is, zolang
de anderhalvemetersamenleving duurt, de
kijkhut niet voor anderen toegankelijk.
Misschien ontstaat er toch nog een nieuw
begrip, het anderhalvemeterdilemma.
-y
"'- vi
v'
-
Kijkhut bij Nummer Een (Ruud van Leeuwen).