De machten en de krachten (2) té Redactielid Walter de Milliano dook diep in de geschiedenis van de Dierken- steenpölder, van zijn familie en van onze streek, tot op Europees niveau. In dit tweede artikel beschrijft hij de Dierkensteenpolder van voor 2000, de periode van de krachten van het oude millennium. Inleiding Na de inpoldering in 1650 werd de Dier kensteenpolder ingericht voor bewoning en het uitvoeren van allerhande menselijke activiteiten. Hiervoor werd de infrastructuur geleidelijk aangepast aan de menselijke behoeften met de mogelijkheden van de tijd. Zo kwamen er in de polder: een steen bakkerij, huizen, boerderijen met tuinen en boomgaarden, dijken, akkers, weilanden, struiken, bomen, sloten, paden en wegen. De biodiversiteit werd verondersteld zich mee te ontwikkelen. Het klimaat was nog alleen maar een bron van discussie om het te hebben over het weer. Het lokale leven werd door allerlei krachten beïnvloed, ten goede maar ook ten kwade voor bewoners en het milieu. Om de ontwikkelingen in de Dierkensteenpolder in deze laatste periode van het oude millennium beter te kunnen begrijpen, gaan we eerst even terug naar 1908. De kaart van 1908 Op deze kaart zien we de Dierkensteen polder onderdeel uitmaken van de Prins Willempolder. In het landschap zijn er nog steeds restanten uit de Tachtigjarige Oor log, zoals de Oude Batterij, bij Bakkersdam, voormalig Fort Nieuwvliet en de Catelijne- schans bij het Groote Gat, bij Oostburg. Ook zijn er nog restanten van zeegeulen zoals het Groote Gat. De sloten langs de dijk van de Dierkensteenpolder en de Sophiapolder ontvangen water van hollebollige akkers. De Sophiapolder, de Dierkensteenpolder en de Catelijnepolder zijn voornamelijk in gebruik voor landbouw. De akkers zijn kleinschalig, veelal kleiner dan 5 ha. Het bedrijf van familie Risseeuw, ten noorden van het Uitwateringskanaal heeft weiland om de gebouwen heen en ook ten zuiden van het kanaal liggen enkele weilanden. Er werd kennelijk in die tijd tol geïnd, want op de kruising van Bakkersstraat en Slepers- dijk zien we op de kaart een 'Tol' vermeld. In Oostburg was er ook een Café 'de Tol', op de hoek van Nieuwstraat en Zuidwal. In 1957 onstaan nieuwe krachten door het in werking treden van Het Verdrag van Rome waarmee de Europese Economische Gemeenschap ontstond: een stelsel van internationale afspraken dat zal leiden tot vergaande harmonisatie binnen Europa en dus ook in Nederland. 1962 - publicatie "Dode lente" 'Silent Spring' (in Nederland uitgebracht met als titel 'Dode Lente') was indertijd een spraakmakende publicatie van Rachel Carson. Carson liet zien dat het verkeerde gebruik van gewasbeschermingsmiddelen negatieve effecten heeft op de omgeving en op de gezondheid van de mens. Zo'n negatief effect was bijvoorbeeld de achter uitgang van roofvogels. Roofvogels zitten boven in de voedselpiramide, ze eten klei nere prooidieren, waardoor in de roofvogel een ophoping ontstaat van schadelijke stoffen uitgewasbeschermingsmiddelen in ieder van de prooidieren. Door deze hoge concentratie maakten roofvogels dunnere eierschalen aan en legsels werden minder succesvol. Ik zag hierdoor in de 60-er jaren zelden roofvogels, zelfs geen torenvalkjes. Er was in Nederland al een groeiend besef dat bestrijdingsmiddelen ook gezondheids risico's voor de mens kenden, milieuschade gaven en dat het ontbrak aan toezicht. Dit leidde in 1962 tot de Bestrijdingsmiddelen wet, die uitgevoerd werd door het nieuwe Bureau Bestrijdingsmiddelen. Naast dit bu reau werd het CTGB opgericht, het "College voor de toelating van gewasbeschermings middelen en biociden". Het bestond uit wetenschappers die een door het bureau beoordeelde aanvraag voorgelegd kregen en deze aanvraag, voorzien van hun advies, doorstuurden naar de minister ter bekrach tiging. Het bureau groeide uit van aanvan kelijk enkele medewerkers in 1962 tot wel 150 medewerkers in 2016. Binnen Europa en Nederland worden alleen nieuwe middelen toegelaten als risico's bij juist gebruik bin nen vastgestelde veiligheidsmarges blijven. Het nieuwe toezicht resulteerde in het uit de handel nemen van een reeks middelen, vooral 'breed spectrum-middelen: midde len die met één behandeling bescherming boden tegen een veelheid aan plaagorga- nismen. Met Sicco Mansholt als Commissaris Land bouw wordt in 1960 een Gemeenschappe lijk Landbouwbeleid (GLB) gestart door de Europese Commissie. 1979 - Mensennatuur in de Sophia polder. In het oude millennium zagen we, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, grote gedeeltes van Zeeuws-Vlaanderen voor meer dan 50 jaren onder water gezet worden door 'de machten'. In het laatste gedeelte van het oude millennium ontstaan krachten waar door in 1979 mensennatuur ontwikkeld kon worden, bijvoorbeeld in de Sophiapolder, ten zuidwesten van de Dierkensteenpolder. De kaart van 1980 toont dat een groot ge bied in de Sophiapolder, ten zuiden van het Uitwateringskanaal dat niet meer in gebruik is voor landbouw, maar weiland is gewor den. Een groot gedeelte van deze percelen, kwam in 1979 onder beheer van Stichting Het Zeeuws Landschap (HZL). De omvang van het te beheren gebied was in potentie relatief grootschalig en besloeg een 30 a YV/&r 40% van het areaal van de Dierkensteenpol der. HZL begon hiermee een uniek histo risch experiment. Door de krachten van de mens met zijn machines zal de grond, vaak ook de ondergrond, gerelateerd aan klimaat omgevormd en in de tijd beheerd worden zodat een nieuw landschap ont staat met mensennatuur. Om intrinsieke gebiedswaarden te realiseren, die horen bij biodiversiteitsdoelen, hebben deskundigen meerjarige beheerplannen opgesteld die uitgevoerd zullen worden door HZL. In het open landschap van de Sophiapolder ligt de nadruk op het aantrekken van ge biedsspecifieke watervogels en bijbehoren de verschraling van vegetatie. Veehouders krijgen van beheerder HZL de mogelijkheid hun vee te weiden op 'HZL'-voorwaarden. Dat houdt in dat het aantal grazers geli miteerd is en geen gewasbeschermings middelen of (kunst)mest gebruikt mogen worden. De bezoekers, dijkwijls van heinde en ver, kunnen komen kijken en genieten van de biologische diversiteit. Het verdienmodel is niet langer de exploitatie van het gebied voor teelt van producten met een afzet buiten het gebied, maar juist de intrinsieke waarde van het gebied zelf. HZL zorgt voor arbeidsplaatsen en inkomsten uit donaties en subsidies. Een gewasproducent doet er jaren over om het goede beheer te leren voor de vele variabelen van één enkel gewas, zelfs na theoretische en praktische scholing. Veelal door commerciële schade. HZL heeft een nog grotere uitdaging opgelegd gekregen: de stichting moet beheerplannen realiseren uitmondend in een toenemende biodiversi teit binnen een relatief grootschalig gebied, met veel organismenen die allemaal hun eigen eisen stellen aan een passend beheer. In het volgende artikel komen we terug op de resultaten van deze vorm van polderex ploitatie. Familieonderneming Niet ver hiervandaan, ten zuiden van de Dierkensteenpolder, werd door een Belgi sche familie, een gebied ontwikkeld met eenzelfde grootschalig areaal als dat van HZL in de Sophiapolder: 'de Plate', met bos sen, akkers en weilanden. Deze vorm van meerjarige landschapsontwikkeling is een voorbeeld van wat tegenwoordig geïnte greerde natuur heet. Het beheer zorgt voor een integrale ontwikkeling van het land schap, natuur en cultuur. Er is een positieve interactie met lokale ondernemers die kunnen meehelpen met het beheer van de akkers en weilanden. Ook dit gebied kent sinds 1980 al een interessante vegetatieont wikkeling, in het bijzonder waar het allerlei soorten orchideeën betreft, maar bijvoor beeld ook voor broedende bergeenden in konijnenholen. Subsidies voor de landbouw, onder an dere de Mac Sherry-hervorming De Europese prijsondersteuning werd geleidelijk afgebouwd, doordat de onder steuning ongewenste neveneffecten had, zoals het ontstaan van een boterberg en in 1992 kwamen er subsidies voor individuele ondernemers gekoppeld aan prestaties -vooral aan geproduceerde hoeveelheid tarwe. Enkele trends Naast de ontwikkeling van mensennatuur door landschapsbeheer en regelgeving bij het gebruik van bestrijdingsmiddelen ontstonden nieuwe specifiek landbouw kundige bedrijfsvoeringen gebaseerd op bijvoorbeeld Rudolf Steiner en andere antroposofische ideologieën. Omdat de op deze leesten geschoeide producten tegen een hogere prijs verkocht konden worden, begon een aantal ondernemers over te schakelen op deze 'biologische landbouw'. Veel consumenten echter bleven simpel weg zoeken naar de laagste prijs en traditi onele producenten werden gedwongen in harde concurrentie zo goedkoop mogelijk te produceren: bijna automatisch kom je dan terecht bij grootschalige landbouw. De chemie in deze sector was niet alleen belangrijk om controle van onkruiden,* ziekten en plagen efficiënt en economisch rendabel te kunnen uitvoeren, maar ook voor de hygiënische verwerking tot voedsel en om een lange houdbaarheid te bevor deren. Toenemende mechanisering met steeds ingenieuzer machines maakte steeds goedkoper productie mogelijk, steeds meer mensen op het bedrijf werden vervangen door machines, maar er stonden forse investeringen tegenover. De voortdurend stijgende lonen vormden een extra stimu lans tot mechanisatie. Ondanks alle verbeteringen qua efficiëncy begonnen productiekosten steeds meer uit de pas te lopen met de lage prijzen die een akkerbouwer ontving voor zijn tarwe, andere granen, bieten, aardappelen en uien. De spelers in de keten werden ook steeds groter om de kosten 'van grond tot mond' te minimaliseren en de marges te optimaliseren. De prijs van het product werd gedicteerd door grote verkopers die elkaar continu beconcurreerden. Alhoewel er aan het eind van het vorig millennium nog steeds tijd was voor een ontspannend praatje en een grap, was de geest uit de fles. Veel kleine organisa ties gingen op in landelijke organisaties, die steeds meer te vertellen kregen. Er ontstond een landelijke LTO, een Zeeuwse Milieufederatie en steeds kritischer consu mentenorganisaties. De kanaalzone begon steeds groter bedrijven te huisvesten en grote intensieve veeteeltbedrijven kregen van de provincie de gelegenheid Brabant voor Zeeuws-Vlaanderen te verruilen. Het traditionele gemengde bedrijf was al eerder tot een specialisme gedwongen als veeteelt of pure akkerbouw, waarmee verschillen tussen veehouders en akkerbouwers steeds verder toenamen. In het volgende nummer van 't Duumpje, volgt de derde en laatste beschrijving van de ontwikkelingen in de Dierkensteenpol der onder de titel: De Dierkensteenpolder vanaf 2000, de periode van de krachten van het nieuwe millennium. Eedebolder polder Dierkensieen funte 1980 Nieuwe

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2020 | | pagina 9