6 Vogelwerkgroep 7 groepen, kinderen met oudersbegeleiders enz. Gelukkig werden we al snel ontvangen door Sandra van jeugdgroep de Stekkertjes en zij begeleidde ons naar een rustig, min of meer afgebakend deel van het grote gebied. Na een korte uitleg over het gereedschap en het gebiedje konden we aan de slag. De kinderen mochten kiezen of ze wilgenopslag rondom een poel gingen weghalen of dat ze boompjes gingen knotten. Er werd hard gewerkt en alleen even gepauzeerd voor een overheerlijke appelflap. Tijdens de middag pauze was er ook nog soep en een broodje warme knakworst. Na de middag kregen de kinderen een excursie met duidelijke uitleg van een gids, die alles wist over het gebied waar wij ons bevonden. Hij vertelde over de historie van de batterij, met het kanon waar de kinderen bovenop mochten zitten. De kinderen klom men ook over het talud van de batterij of rolden naar beneden. Daarna liepen we naar de Zwartenhoekse Zeesluis uit 1790, een sluis met dubbele functie, nl. zeesluis en verde digingswerk. Ook de automatisch werkende sluisdeuren werden getoond. Na deze excursie mochten de kinderen kiezen of ze wilden spelen of nog verder werken. Opvallend was dat de meesten kozen voor werken! Maar een paar kinderen waren al zo moe, dat ze met hun vader naar huis gingen. Om drie uur werd het gereedschap opge ruimd en met een voldaan gevoel reden we terug naar Oostburg. Dilia Timmers Knotwerkgroep Op 12 januari zijn we gestart bij de familie Scheele op de Klakbaan. We zijn gestart met 14 knotters er zijn 22 bomen geknot. Tevens is er een houtril aangelegd. Het was een mooie start in het nieuwe jaar. Op 26 januari waren we bij Marjolein van Viegen en we zijn gestart met 12 personen. Er zijn 15 bomen geknot en 3 fruitbomen ge snoeid. Er is eveneens een houtril aangelegd. Op 9 februari en 9 maart zijn we bij de familie Bridië in Hoofdplaat geweest. Op 9 februari zat het weer niet mee en we zijn dan ook gestart met koffie, thee, lekkers en een gezel lige babbel. Die dag zijn we eerder gestopt vanwege de harde wind. Gemiddeld waren er telkens 10 deelnemers. Op 23 februari waren we in IJzendijke bij Erna de Smet; het was zonnig weer, het leek wel lente. Er was ook nu weer een goede opkomst van zo'n 13 personen. Er zijn 9 grote bomen ge knot. Zowel Erna als de knotters hebben ge noten van deze mooie vroege voorjaarsdag. 16 maart stond in het teken van de landelijke NL Doedag. We waren bij Tineke van 't West einde in Breskens. Er werden 5 grote bomen geknot en hekwerk gerepareerd. Totaal wa ren er zo'n 12 knotters aanwezig. In het kader van deze landelijke natuurwerkdag werden wafels gebakken en die lieten de deelnemers zich goed smaken. Op 23 maart werd het seizoen afgesloten in de Groese Duintjes met wat onderhoudswerk zoals het omzagen van wilgenopslag. Dit wordt gedaan om het gebied open te hou den. Er waren 6 personen aanwezig. Tijdens de zomerstop is er een knotprogram- ma voor het seizoen 2019-2020 samenge steld. Dit kostte echter wel wat moeite omdat er toch enkele vaste knotadressen zijn weg gevallen. Toch is het ons ditmaal weer gelukt. Op vrijdag 27 september was er een vergade ring voor de evaluatie van het afgelopen sei zoen en het bespreken van het knotprogram- ma 2019-2020. Het was een goed overleg en de knotters gaven aan tevreden te zijn met de gang van zaken. Aan het knotprogramma werd nog wat gesleuteld. Op 2 november, de Nationale Natuurwerk dag, zijn we gestart bij familie Van de Rotten - de Zwart op de Marolleput. Het was deze ochtend helaas slecht weer en daarom zijn we gestart met koffie, thee en lekkers in de theetuin van de fam. De Zwart. We zijn gestart met 14 personen. Er werden totaal 16 bomen geknot. Op 16 november werd in de ochtenduren in het clubgebouw van 't Duumpje het theoriegedeelte van een cursus zaag- en veldtechniek verzorgd door de Stichting Landschapsverzorging Zeeland (SLZ), in de persoon van dhr. Luciën Calle. Er waren in to taal 17 cursisten van de knotwerkgroep van 't Duumpje en een aantal vrijwilligers van SLZ. De middag was ingeruimd voor de praktijk en wel bij Marjolein van Viegen. Er werden 8 wilgen geknot en 22 essen afgezaagd. Luciën Calle heeft nog een rondleiding gegeven en verteld over de mossen op bomen in relatie met luchtverontreiniging. De cursus werd zowel wat betreft theorie als praktijk als erg nuttig ervaren. Op 30 november werden bij familie De Bree op een mooi dijkje aan de Eiergatweg onder Biervliet 15 jonge bomen geknot en een houtril aangelegd door 9 deelnemers. Het was een koude ochtend, maar het zonnetje scheen prachtig, leder had zelf koffie en thee meege nomen en Desiree had voor lekkers gezorgd. Het knotjaar werd afgesloten bij familie Bras ser in Zuidzande. Er waren 9 deelnemers en er werden totaal 8 bomen geknot. Samengevat kunnen we terugkijken op een mooi en actief knotjaar met een goede opkomst van de knotwerkgroep. De knotters werden op elk knotadres verwend met koffie, thee met wat lekkers en soep. Helaas hebben wij als knotwerkgroep ook droevige berichten ontvangen. 2 trouwe leden van de knotwerkgroep zijn ons afgelo pen jaar ontvallen, namelijk de heren Ar^en Goossens en Aloys de Koek. Beide mannen maakten vele jaren deel uit van de knotwerk groep en ze lieten ondanks hun gevorderde leeftijd zelden verstek gaan. We wensen de nabestaanden veel sterkte met dit verlies. Als knotgroep zullen we hen beiden zeker missen. Luciën en Emmy BoerjanDesiree van 't Wout. Plan ten werkgroep De verschillende excursies zijn het afgelopen jaar weer goed bezocht. De opkomst bij deze 10 bijeenkomsten bedroeg in volgorde 6, 6,4,3,8,7,9,8,9 en 5 deelnemers. In totaal namen 18 verschillende personen deel aan de excursies. Project Aardenburg. Het afgelopen jaar stond voor een flink deel in het teken van de stadsflora van Aarden burg. Drie excursies verdeeld over de seizoe nen hebben de floristische rijkdom van de oudste stad van de streek in kaart gebracht. Niet alleen ontsnapte tuinplanten, zoals Zachte vrouwenmantel en Walstroleeuwen- bek, maar ook echte typische wilde stads planten als Mosbloempje, Muurvaren en Klein liefdegras werden tijdens de zoektochten genoteerd. Daarnaast leverden diverse loze overhoekjes typische soorten op zoals Oos terse karmozijnbes en het zeldzame Hartge- span. Aan het eind van het seizoen telde onze soortenlijst niet minder dan 350 soorten! Overige excursies. Op zondag 5 mei staat een gezamenlijke excursie op het programma met de collega's van de Steltkluut. Een zoektocht naar o.a. orchideeën langs het Kanaal van Gent naar Terneuzen. Het weer zit niet mee. Door een aantal forse stortbuien voor de start is het aantal deelnemers bescheiden. Gelukkig worden we in de daaropvolgende opklarin gen getrakteerd op Rietorchis, Bijenorchis, Bokkenorchis en Grote keverorchis. Daar naast veel Dodemansvingers langs de oever van het kanaal en langs het spoor in de schrale grond de poëtische schoonheid van oneindig veel bloeiende Akkerviooltjes. Op 16 mei wordt de zuidoever van de Zwartegatse Kreek bezocht. Op de schrale zandige en vochtige bodem is sinds twee jaar een hooibeheer van kracht om de ontwikkeling naar orchideeënhooiland te faciliteren. We vinden de eerste soorten die horen bij een dergelijke begroeiing. Onder meer Dwergzegge, Zilte zegge en Zeegroene zegge vertellen ons dat we op de goede weg zijn. Ook de eerste Rietorchissen worden genoteerd. De lijst telt 61 soorten, maar zal in de toekomst zeker nog verder groeien. Twee weken later brengen we een bezoek aan de Kleine boomdijk die al jaren een flinke populatie Bokkenorchis herbergt. Naast een soortenlijst met 78 soorten worden ook de orchideeën geteld. We komen op een indruk wekkend aantal van 183 exemplaren! Op 14 juni staat een bezoek aan de Willem- Leopoldpolder op het programma. Onder de nieuwsgierige ogen van tientallen koeien struinen we door het afwisselende gebied waarin grazige open graslanden worden afgewisseld door dichte struwelen. De zoektocht levert 87 soorten op. Daaronder bijzonderheden als Bijenorchis, Onderaardse en Gestreepte klaver, maar ook Klavervreter die parasiteert op de diverse klaversoorten. De 's-Gravenpolder boven Groede wordt op 11 juli bezocht. We strepen 65 soorten. Daar onder het schaarse Donderkruid. De tweeja rige Ruige fïjnstraal is een nieuwkomer. Na de eerste vondst voor Zeeland in 2013 verovert de soort in rap tempo nieuwe groeiplaatsen over de hele provincie. Voor het Nieuwe Strepen bezoeken we een kilometerhok boven Aardenburg. Het "saaie" landbouwhok levert toch nog 65 soorten op. De lijst bestaat uit louter zeer algemene planten. Aan het eind van de zomer komen we samen in De Blikken om op zoek te gaan naar het eenjarige Klein vlooienkruid. Deze soort uit het rivierengebied werd het jaar voordien voor het eerst ontdekt in de drooggevallen laagten van het weidegebied. De speurtocht heeft succes en levert enkele honderden plantjes op. We vinden daarnaast nog zeker 50 andere kortlevende soorten op de droog gevallen bodem van de grote waterplas. Awie de Zwart Met 50 leden, waarvan 35 regelmatig actief, heeft de vogelwerkgroep heel wat werk verzet in 2019. Helaas zijn twee actieve leden ons aan het eind van het jaar ontvallen, Aloys de Koek en Jo van Deursen. Het verrichten van tellingen, volgens ge standaardiseerde meetnetten van landelijke organisaties zoals Sovon, blijft onze hoofd activiteit. Daarnaast verrichten we een hoop beschermings- en voorlichtingswerk. In 2019 vergaderden we 9 keer, waarbij de gemid delde opkomst rond de 12 personen lag. Een iets hoger aantal dan voorgaande jaren. Voorlichting Er werden twee excursies georganiseerd. Het jaar begon zoals gebruikelijk met de ganzen- slaapplaatstelling bij de Hooge Platen, waar bezoekers ook voor waren uitgenodigd. En tijdens de Nationale vogelweek in mei gingen 18 bezoekers met ons mee in de Kie- vittepolder op vroege vogelexcursie. Eind februari hielden we een terugkomavond voor 8 BMP-cursisten (Broedvogel Monitoring Project) die het jaar ervoor waren geslaagd. Tevens organiseerden we in maart een cursus over stadsvogels voor het Meetnet Urbane Soorten (MUS). Na deze cursus is een aantal enthousiastelingen meteen aan de slag ge gaan om hun eigen dorp op vogels te tellen! In oktober waren we met een aantal leden te gast op Schouwen-Duiveland voor de Zeeuwse Vogelaarsdag. Bovendien wordt er op het moment gewerkt aan een heuse Avi fauna Zeelandica. Afgelopen najaar hebben we duizenden tabellen, mappen en oude tijdschriften doorzocht op vogel(tel)gege- vens uit het verleden en deze gedigitaliseerd t.b.v. dit toekomstige standaardwerk. Het boek moet in november 2021 verschijnen. Bescherming Onze bruine kiekendiefbeschermers spoor den in 2019 zo'n 12 nesten op en moesten 3 daarvan beschermen tegen uitmaaien in een tarweperceel. Voor de huiszwaluw werden in Groede nestplankjes en kunstnesten opgehangen en we volgden de woningbouw in hun acties voor gierzwaluwen, mussen en vleermuizen. Ook maakten we bezwaar tegen de plaatsing van windmolens aan een weidevogelpolder bij Lapscheure en namen we deel aan het Zeeuws-Vlaamse ganzen- overleg en het Zeeuwse Vogelaarsoverleg. Tellingen Naast de ganzenslaapplaatstelling bij de Hooge Platen op 19 januari telden we tijdens de wintermaanden maandelijks alle ganzen en zwanen in West Zeeuws-Vlaanderen. Standaard werden ook reigers, roofvogels en wulpen meegeteld. 2019 was namelijk uit geroepen tot Jaar van de Wulp. Half januari deden we er schepje bovenop en werden alle watervogels geteld. Dit in het kader van de midwintertelling. Diverse leden legden zich bovendien in de avonduren toe op het tellen van slaapplaatsen van wulpen, kiekendieven, grote zilverreigers en aalscholvers. Vanaf februari tot eind maart inventari seerden we samen met onze collega's van VWG de Steltkluut de steenuil-territoria in Zeeuws-Vlaanderen. Dit wordt eens in de vier jaar gedaan. Helaas was er een grote afname, vooral rondom Oostburg. In het voorjaar zijn evenals voorgaande jaren alle broedvogels voor het BMP in het Erasmus- bos, Sophiapolder-West en de St. Kruiskreek in kaart gebracht. De Kievittepolder werd vanaf 2019 aan dit lijstje toegevoegd dankzij een paar enthousiaste (nieuwe) BMP-tellers. En in Oostburg en Retranchement worden al sinds het begin van het MUS jaarlijks de stadvogels in kaart gebracht. In 2019 werd dit aangevuld met volledige tellingen uit de kernen IJzen dijke, Waterlandkerkje, Sluis en Groede. Ondertussen telden we in de polders 123 ter ritoria van roodborsttapuit, een vrij vergelijk baar aantal met het jaar ervoor. We hielpen boeren met het tellen van hun akkerrand en er werd extra aandacht ge schonken aan de zomertortel. 32 territoria in West Zeeuws-Vlaanderen werden genoteerd. Half juli werden de overzomerende ganzen geteld en in de zomermaanden vonden we 837 huiszwaluwnesten in dorpen en buiten gebied, een lichte toename t.o.v. 2018. Het was een uitzonderlijk goed veldmuizen- jaar en dat betekende veel kerkuil- en torenvalkjongen (85 juv.) in de gecontroleerde nestkasten. Bovendien waren er meerdere succesvolle tweede broedsels van de kerkuil.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2020 | | pagina 4