5
kenden. Provincie Zeeland bundelde in
2010 alle regelingen voor weidevogelbe
heer, botanisch beheer, akkerrandenbeheer,
spuitvrije zones, braakleggen van akker
randen etc. in haar Regeling Agrarisch
Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb). Later
werd uitvoering uitbesteed aan een nieuw
opgericht Zeeuws collectief: Polderna-
tuur Zeeland, een samenwerking van de 9
Agrarische Natuurverenigingen (ANV's) in
Zeeland, in Zeeuws Vlaanderen georgani
seerd onder de naam "Bloeiend West".
Agrarisch Natuur-en Landschapsbeheer
De kern van het ANLb is het creëren en
instandhouden van leefgebieden voor
diersoorten van internationaal belang.
Nederland is binnen Europa verantwoorde
lijk om voor 68 doelsoorten het leefgebied
te verbeteren en ontvangt hiervoor een
vergoeding die uiteindelijk terechtkomt
bij de agrariër die de regeling uitvoert. Van
deze 68 soorten ligt binnen Zeeland het
zwaartepunt op kust(broed)vogels en boe
renlandvogels, maar ook op enkele soorten
zoogdieren, amfibieën, vissen en planten.
Het beheer dat nodig is om deze soorten te
beschermen, heeft de provincie nader uit
gewerkt in het Natuurbeheerplan Zeeland
2016. In dit plan staat op kaart aangegeven
waar de beheersgebieden zijn gelegen,
welke natuurtypen en leefgebieden waar
voorkomen en welke beheersmaatregelen
ter plaatse nodig zijn. Via Poldernatuur
Zeeland worden binnen de ANLb-regeling
akkerranden aangelegd waarin vogels kun
nen broeden en een deel van hun voedsel
vinden. De akkerranden worden zo inge
richt dat de doelsoorten optimaal profite
ren. Samen met natuurgebieden, dijken en
andere kleine landschapselementen moet
zo een robuust netwerk ontstaan waarin
planten en dieren kunnen overleven.
FAB-randen
In eerder uitgaven van dit verenigingsblad
besteedden we aandacht aan Functionele
AgroBiodiversiteit (FAB). Veel agrarische
natuurverenigingen in Nederland experi
menteerden al geruime tijd op eigen houtje
met een aangepaste bedrijfsvoering. Op
deze FAB-randen werden bloemenmeng-
sels ingezaaid. De filosofie achter deze
aanpak was dat met het uit efficiency
overwegingen opdoeken van boomgaard-
jes en drinkputten bij boerenbedrijven
ook leefmogelijkheden van veel nuttige
beestjes teloorgingen. De FAB-rand biedt
vervangende huisvesting aan deze nuttige
insecten die naburige agrarische percelen
kunnen ontdoen van 'plaaginsecten' ertoe
leidend dat geen of minder insecticiden
gebruikt hoeven te worden.
Deze opzet werd van 2011 tot 2015 landelijk
toegepast door zo'n 570 boeren onder
de noemer 'Bloeiend Bedrijf'. De agrari
sche natuurverenigingen werden hierbij
wetenschappelijk ondersteund door het
Louis Bolk-instituut, een aan de Wageninger
universiteit gelieerd instituut, dat al tiental
len jaren onderzoek doet naar duurzame
landbouw.
Vergroening
Toen dan ook vanuit Europa steeds hogere
eisen werden gesteld om in aanmerking te
komen voor ondersteuning, had een aantal
bezitters van FAB-randen een voorsprong
omdat ze eerder kennis opgedaan had
den met nieuwe werkwijzen. Niet in alle
gevallen echter, want waar voorheen de
akkerranden overal 'neergelegd' konden
worden, werd nu vereist dat ze in de di
recte nabijheid lagen van natuurgebieden.
Verder moet gemonitord worden of eerder
genoemde doelsoorten ook inderdaad
toenemen in aantallen. Als een investering
geen vruchten afwerpt, heeft voortzetting
ervan weinig zin. Goed monitoren is overi
gens niet zo eenvoudig. Er zijn landbouwers
die ieder vogeltje op naam kunnen bren
gen, maar anderen hebben een steuntje in
de rug nodig en bezoeken samen met een
vogelwerkgroeplid van 't Duumpje hun
akkerrand. Enkele landelijke organisaties
als Vogelbescherming Nederland trekken
overigens al heel wat jaren aan dezelfde kar
om een halt toe te roepen aan de steeds
teruglopende aantallen boerenlandvogels.
Biologische kringlooplandbouw
Een klein aantal landbouwers besloot al
decennia geleden dat het steeds uitge
kiender beplanten, bemesten en bespuiten
een heilloze weg is. Onder verscheidene
noemers (biologisch, ecologisch etc.
besloten zij hun hele bedrijfsvoering om te
gooien om 'biologisch' te gaan boeren. Dus
geen chemische bestrijding, geen kunst
maar stalmest etc. Een dergelijke radicale
omvorming is echter voor veel landbouwers
net even een brug te ver.
Om toch de achteruitgang in de 'boeren-
natuur' een halt toe te roepen, biedt men
steeds meer regelingen waardoor langs
de weg der geleidelijkheid en zonder dat
teveel concessies moeten worden gedaan
aan de gangbare bedrijfsvoering, dezelfde
doelen bereikt worden. De landbouw
die zoekt naar productiemethodes, niet
langer voorbijgaand aan de omringende
natuur, wordt 'natuurinclusieve landbouw'
genoemd.
Project 'Boeren voor akkervogels'
Een uitgelezen gelegenheid hiermee te ex
perimenteren deed zich voor op Schouwen
- Duiveland. Stichting Het Zeeuws Land
schap en provincie Zeeland beschikten over
akkers die beheerd moesten worden, en
een aantal landbouwers met akkerranden
was bereid mee te werken aan de vorming
van een fors aaneengesloten gebied dat
optimaal ingericht kon worden voor de
nieuwe benadering. Het project "Boeren
voor akkervogels" was geboren: kleinscha
lige landbouw die goed is voor de boer én
voor de patrijs, graspieper en veldleeuwe
rik.
Eén van de organisaties die een bijdrage
leverde voor deze ontdekkingsreis was het
Prins Bernhard Cultuurfonds (Anjerfonds in
de volksmond). Daar lezen we: "Bij natuurin
clusieve landbouw worden ecosystemen in
stand gehouden en blijft onze voedselvoor
ziening ook op lange termijn gewaarborgd.
We vinden het belangrijk om bij te dragen
aan de ontwikkeling hiervan."
Om zo'n groot project van de grond te krij-