Natuurinclusieve landbouw
Sinds begin dit jaar is er veel veranderd. De Raad van State ging niet akkoord
met een halfbakken regeling als de PAS (Programmatische Aanpak Stikstof), de
droogte van vorig jaar is 'aardkundig' nog niet verwerkt terwijl dit jaar droogte
wederom een rol lijkt te spelen, de melkvee-sector ziet de toekomst evenmin
met vertrouwen tegemoet en de biodiversiteit staat er met steeds meer ver
dwijnende plant- en diersoorten ook niet goed voor.
Hoe is het zo gekomen, moet het anders, maar hoe dan
Aanpak voedselschaarste
Bij het beëindigen van de Tweede Wereld
oorlog was er nog voor 1 week voedsel in
het land en om de voedselvoorziening weer
op gang te krijgen, ging Sicco Mansholt, in
juni 1945 als minister aangesteld, voort
varend aan de slag. Hij zorgde voor brood
op de plank, maar zag in dat de agrarische
sector ten behoeve van de continuïteit dras
tisch gemoderniseerd moest worden. Sa
men met de "Stichting voor de landbouw"
ontwikkelde hij voor belangrijke landbouw
producten een stelsel van garantieprijzen
dat niet alleen de voedselzekerheid bevor
derde, maar ook de bestaanszekerheid van
de boer als producent ten goede moest
komen. Tegen deze achtergrond werd inge
zet op schaalvergroting, ondersteund met
investeringen in onderzoeken onderwijs,
waarin vooral de Wageninger universiteit
een grote rol speelde.
Tijdens zijn ministerschap had Mansholt
ervaren dat protectionisme veel belemme
ringen opwierp en toen hij vanaf 1958 deel
ging uitmaken van de Europese Commissie
begon hij te bouwen aan een gemeen
schappelijk Europees landbouwbeleid. Na
zijn pensionering in 1972 kwamen onder
zijn opvolgers toch nogal wat nadelen van
dit beleid aan de dag. De garantieprijzen
leidden ertoe dat meer kilo's meer inkomen
voor de boer opleverden, waardoor het niet
uitmaakte of je nu mooi bakgraan produ
ceerde dan wel slechts veevoerkwaliteit.
Het ontbreken van 'de tucht van de markt'
bleekte leiden tot kostbare boterbergen en
melkplassen.
Andere ontwikkelingen
Voor hogere opbrengsten is niet alleen
goed zaad noodzakelijk; ook het bestrijden
van allerlei 'plaaginsecten', schimmels en
wat dies meer zij, kreeg veel aandacht.
Steeds nieuwe 'gewasbeschermingsmid
delen' kwamen op de markt, maar leidden
soms ook maar kort tot een hosanna. Na
WO II werd DDT geïntroduceerd en weer
uitgezwaaid: het niet-afbreekbare gif zit
nog steeds in onze bodems. Steeds nieu
were middelen zagen het licht en vielen om
gezondheidsredenen weer in ongenade.
Hedentendage kennen we een levendige
discussie omtrent glyfosaat (Roundup) en
neo-nicotinoïden. Glyfosaat werd vele jaren
als nieuw soort wondermiddel beschouwd,
zowel bij volkstuinders als in de agrarische
sector. Inmiddels wijzen nogal wat onder
zoeken erop dat dit in de jaren '70 door
Monsanto op de markt gebrachte middel
wel eens carcinogeen zou kunnen zijn. In
afwachting van duidelijkheid hierover mag
het binnen de Europese Unie nog 5 jaar
gebruikt worden. Verder hanteren sommige
individuele landen het voorzorgsbeginsel
(bij twijfel niet gebruiken) en stellen dus
strengere regels dan Europa voorschrijft.
Frankrijk zou volgend jaar glyfosaat verbie
den, terwijl het in België voor particulieren
al enkele jaren verboden is en men werkt
aan wetgeving om het volledig te verbie
den.
Ook ten aanzien van de neo-nicotinoïden
bestaan nogal uiteenlopende inzichten.
Wereldwijd wetenschappelijk onderzoek
wees in 2015 op de negatieve effecten van
deze stoffen op het milieu, met name op de
bijenpopulatie. Mogelijk spelen nog andere
aspecten mee (zoals de varroamijt) maar
wederom veiligheidshalve werden sinds
2013 voor een aantal nicotinoïden beper
kingen ingesteld, eind 2018 uitmondend in
een volledig verbod.
De opvatting, dat niet alleen een hoge
opbrengst van belang is, maar ook rekening
gehouden moet worden met onze 'Urn-
welt', heeft er binnen Europa voor gezorgd
dat sinds de eeuwwisseling meer oog
kwam voor omringende natuur, platte
landsontwikkeling en ondersteuning van
jonge landbouwers. Garantieprijzen voor
granen, melk, zuivelproducten en rundvlees
werden stapsgewijs verlaagd ten faveure
van directe betaling aan de landbouwer en
vanaf 2003 geldt het principe dat als een
landbouwer een financieel steuntje in de
rug wil, hij moet voldoen aan eisen met
betrekking tot milieu, voedselveiligheid
en dierenwelzijn. Quid pro quo: Voor wat,
hoort wat.
Poldernatuur Zeeland
Sindsdien ontstond een wirwar aan (dikwijls
Europese) regelingen, die per land en per
provincie een soms afwijkende uitvoering
r