Nachtdierenkamp:
spannende ontmoetingen
De Visdiefjes en Stekkertjes hebben weer een hoop lol gehad. Begeleidsters
Sabine en Hanneke doen verslag, zijn moe maar ook tevreden.
In het weekend van 24 en 25 juni zijn de Vis
diefjes samen met de Stekkertjes op nacht
dierenkamp geweest. Met 19 kinderen in
11 tentjes, was dat weer een heel avontuur!
We mochten kamperen in de boomgaard
van het natuurgebied Braakman Noord,
met dank aan Staatsbosbeheer. Naast het
slapen in een tentje, het buiten eten - met
dank aan Jumbo Breskens - en het gezellig
samenzijn, hebben we spannende ontmoe
tingen gehad met veel nachtdieren. Een
paar vleermuizen vlogen over ons kamp.
Maar vooral hebben we veel muizen en
nachtvlinders gezien. Na het tenten opzet
ten even de hongerige magen gestild met
lekkere soep en een broodje met een hot-
dog. Daarna op stap om de diervriendelijke
muizenvallen te controleren.
Jonge torenvalk,
predator in de dop.
Muizen
Het is een bijzonder goed muizenjaar.
En dat hebben we ook gemerkt op onze
zoektocht! In totaal hebben we 16 muizen
levend gevangen, goed kunnen bekijken
en weer vrij gelaten. Dat waren 4 Rosse
Woelmuizen en 11 Gewone Bosmuizen en 1
huismuis. Onze kampeerders weten hoe je
die twee kunt herkennen! Voor de lezers de
belangrijkste verschillen op een rij.
Je ziet het direct aan de staart: die van de
bosmuis is heel lang, langer dan zijn lijf, en
die van de woelmuis is veel korter. Ook de
oren zijn opvallend anders: die van de bos
muis zijn heel groot, die van de woelmuis
zijn veel kleiner.
De bosmuis kijkt je aan met grote kraal-
ogen. Hij heeft een puntige snuit, een geel-
tot donkerbruine rug en een witte tot grijze
buik. De Rosse woelmuis heeft geen bijzon
der grote ogen, een kastanje tot roodbruine
rug, de zijkanten zijn grijzig met een rode
glans en de buik is geel of gebroken wit.
Nachtvlinders
Dankzij de lichtval, die Pieter Simpelaar
en Henk Bonnewei voor de zaterdagnacht
klaar hebben gezet, hebben wij op zondag
morgen bijna 200 nachtvlinders van dicht
bij kunnen bewonderen. Hele grote, zoals
de opvallende Groot avondrood, en hele
kleine. Allemaal met een eigen tekening op
de vleugels.
In totaal zijn er die nacht wel 40 verschil
lende soorten gevangen. Ook een paar
kwetsbare soorten, dat zijn vlinders die
het extra moeilijk hebben om te overle
ven. Goed om te weten dat de Drietand,
Randvlekuil, Groot visstaartje en Spitsvleu-
gelgrasuil zich nog thuis kunnen voelen in
dit natuurgebied. Bijzonder voor Oost-
Zeeuws-Vlaanderen is, dat we ook een
Oranje bruinbandspanner en een Grauwe
grasuil hebben gevonden.
Hoe kun je nou weten of een vlinder een
dagvlinder of een nachtvlinder is?
Dat kun je het beste zien aan hun voelsprie
ten: bij dagvlinders eindigen de voelsprie
ten altijd in een knopje. De voelsprieten van
nachtvlinders hebben géén knopje aan het
eind. Ook vouwen zij hun vleugels verschil
lend: bij dagvlinders staan de vleugels
meestal omhoog tegen elkaar aan geklapt
als de vlinder stil zit. Bij nachtvlinders lig
gen de vleugels meestal plat over het lijf
gevouwen als de vlinder stil zit. Kinderen
hebben vol bewondering gekeken en ook
wij als begeleider stonden versteld van de
vele soorten. Zo zie je dat ook wij elke keer
weer wat leren. Moe maar voldaan van alle
indrukken gingen de kinderen weer huis
waarts. Op naar een volgend Stekkertjes- en
Visdiefjesavontuur.
P.S. De pers kwam ook nog langs en heeft
een stukje gefilmd en een stukje voor in de
krant geschreven, hoop dat jullie het ook
gezien hebben.
Potentieel voedsel voor predatoren zoals de
torenvalk.