De Veerhoekpolder; het laatste restje oudland 10 Al ras verdwijnen de mooiste stukjes natuur in gemeente Sluis. Zo ligt er nog een minder beschermd stukje oudland in de Veerhoekpolder. Jan de Zwart dook in de geschiedenis. Inleiding Nu de laatste praktiserende boer in de Veer hoekpolder het bijltje erbij heeft neerge gooid, is het tijd voor een evaluatie van dit 'oudland'- gebied. Temeer omdat het meest zuidwestelijke deel planologisch is aange duid als landschappelijk waardevol agra risch gebied, met het doel de landschappe lijke fenomenen in dit gebied te behouden. veehouder geen verdere stappen onder nomen. Historie van het oudland Het beschermd gebied kenmerkt zich door de bol gelegen stukjes weiland afgewis seld met smalle greppeltjes voor de bovengrondse afvoer van het hemelwater. Langs het insteekwegje (de '1e Veerhoek- Toch heeft de betreffende landbouwer in de 80er jaren zijn huiskavel die ook onder de voornoemde planologische bescher ming viel, opgehoogd en uitgevlakt, zodat de oude bovengrondse waterafvoer kwam te vervallen. Gemeente Oostburg heeft niets ondernomen om deze inbreuk op de planologische bestemming te voorkomen. De werkgroep planologie van 't Duumpje heeft deze ingreep wél opgemerkt, doch uit piëteit voor de bedrijfsvoering van de wegeling') liggen 2 unieke veenputten, ooit gedolven in de late Middeleeuwen en nauwelijks opgevuld, zodat ze nog als rechthoekige diepten in het weiland te herkennen zijn en alleen in hele droge zo mers droog komen te staan. Deze zichtbare restanten van industriële activiteiten uit de bloeiperiode van Oostburg in de 12e, 13e en de tweede helft van de 14e eeuw zijn uniek in West Zeeuws-Vlaanderen. Ook de grillige percelering en de afwisselende hoogtever schillen maken het gebied interessant voor diverse weidevogels. Tussen 1583 en 1585 is heel West Zeeuws- Vlaanderen om strategische redenen onder water gezet; het vormde één frontgebied van Retranchement tot Saeftinge. Deze inundatie heeft in heel Zeeuws-Vlaanderen tot gevolg gehad dat het hele oudlandland- schap bedolven werd onder een dik pak sediment. Alleen de Veerhoekpolder en de Goudenpolder bij Waterlandkerkje zijn gespaard gebleven. Deze laatste polder was echter al voor zijn inpoldering van 1539 overstroomd geweest, zodat deze toen reeds zijn oudlandkarakter verloren had. De Veerhoekpolder - aan de zuidzijde begrensd door de noordelijke Brugsevaart- dijk, aan de westzijde door de Veerhoekdijk (destijds zeedijk), aan de noordkant door de zuidelijke Oude Havendijk en in het oosten in een punt uitlopend in de stad Oostburg - is het enige stukje oudland dat overgeble ven is en tot 1950 onaangetast bleef. In die jaren voer ik samen met mijn oudere broer op een zelfgemaakt vlot vanaf de Oude Haven (voormalige gasfabriek) over slootjes en plassen (oude veenputten) naar de Veerhoekdijk, om vervolgens een dijk verder, de Oude Zeedijk, kattekwaad uit te halen met de kipkarretjes in de oude veld-steenoven. Het illustreert de slechte ontwatering van deze polder. In het zeer natte najaar van 1960 stond de polder bijna geheel onder water (foto blz. 11). Voortvarende aanpak Dit was het startsein voor een geheel nieuw ontwateringsplan van waterschap Het Vrije van Sluis waarvan uitvoering tot in de jaren negentig geduurd heeft. De administratieve kavelruil maakte een definitief einde aan het zo typische oudlandkarakter. Percelen werden samengevoegd, sloten gedempt en land gevlakt111. En de boer, hij ploegde voort, niet verwonderlijk in een gebied gespecialiseerd in akkerbouw. De bodem Op een meter of 5 onder het maaiveld ligt het pleistocene zand, een metersdikke laag, door de wind getransporteerd uit de des tijds droge Noordzee. Deze laag dagzoomt tussen Heille - Aardenburg en Sint Kruis als een duinenrij. Door zeespiegelrijzing en bodemdaling ontstaat net ten noorden van Zeeuws-Vlaanderen een schorregebied. Ten zuiden hiervan kan het zoete water niet weg en ontstaat een veengebied zo rond 3000 v. Chr. Dit ontwikkelt zich verder doordat er langs de Vlaamse en Hollandse kusten een gesloten duinenrij wordt ge vormd. (1800 v. Chr.)

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2016 | | pagina 10