Nieuwe plantensoort voor
Nederland gevonden op
begraafplaats Oostburg
11
Ook in een minder voor de hand liggende omgeving zijn soms pareltjes te vinden,
zoals Awie de Zwart weer bewijst.
Het stedelijk gebied is van oudsher een
ondergeschoven kindje als het gaat om
het inventariseren van de wilde flora. Toch
is het een onderzoeksgebied dat onder
floristen snel aan populariteit wint. Er zijn
zogenaamde stadsfloristen die je geen
groter plezier kunt doen dan ze los te laten
binnen de bebouwde kom. Begraafplaat
sen vormen in dit stenig biotoop een apart
onderdeel.
Doodgespoten
Warm gemaakt door verhalen over de soms
bijzondere flora van begraafplaatsen breng
ik op een koude en grijze februarimiddag
van het afgelopen jaar een bezoekje aan de
begraafplaats van Oostburg. Zonder al te
hoog gespannen verwachtingen doorkruis
ik in alle stilte het labyrint van paden tussen
de gedenkstenen. Op de achterzijde van een
gebruikte enveloppe noteer ik de vondsten:
Gewoon sneeuwklokje, Speenkruid, Vroege-
ling, Daslook, Klimopereprijs en meer. De lijst
groeit gestaag met soorten die op voorhand
te verwachten zijn, geen bijzonderheden.
Dan valt mijn oog op een met grind gevuld
tuintje voor een grafzerk. Midden tussen de
blauwgrijze steentjes steekt een klein plantje
met roodachtig blad fel af. Ik buig mij voor
over, maar herken het plantje niet meteen.
Het lijkt een ereprijs, meer precies Klimop
ereprijs, maar de twijfel knaagt. Omdat de
plant nog niet bloeit, wordt determinatie
een lastig verhaal. Ik zal geduld moeten
hebben en later terugkeren. Maar dan schiet
mij het beeld in herinnering van de begraaf
plaats tijdens de zomermaanden: doods en
overal kale grond. Alle plantjes die er nu zo
frisgroen bijstaan, zijn dan verdwenen, ten
prooi gevallen aan ons netheidssyndroom
en in koelen bloede doodgespoten, een
schrikbeeld voor ons floristen.
kroonblaadjes zijn wit en onmiskenbaar
van een ereprijs. Determinatie met de
Nederlandse flora levert niets op en ook de
Belgische flora biedt geen soelaas. Pas met
kopieën van Engelse en Franse determina
tietabellen kan ik de juiste naam achter
halen: Veronica cymbalaria. Het blijkt een
éénjarige ereprijs uit het Middellandse Zee
gebied. Navraag bij het Rijksherbarium in
Leiden (tegenwoordig Naturalis Biodiversity
Center) leert dat de soort nog niet eerder
in Nederland is aangetroffen. Met andere
woorden, er lijkt sprake van een primeur.
België
Naar aanleiding van de vondst komt er
een correspondentie op gang met onze
zuiderburen. Daar blijkt dat de plant, min of
Primeur
Het lijkt me weinig zinvol om dat af te
wachten. Met een sleutel uit mijn sleutelbos
wip ik het jonge plantje voorzichtig uit het
grind, wikkel het met zorg in mijn zakdoek
en stop het in mijn jaszak. Eenmaal thuis
plant ik de zaailing in een pot. Hier kan het
zich buiten bereik van de rugbusambtenaar
veilig ontwikkelen.
Het plantje groeit voorspoedig en eind
maart opent zich het eerste bloempje. De
meer gelijktijdig, door Rutger Barendse ook
in de provincie Antwerpen is gevonden.
Ook voor België is dat een primeur. Maar
als deze waarneming wordt gemeld bij de
Nationale Plantentuin in Meise gaat er daar
een belletje rinkelen. Een van de medewer
kers herinnert zich een eigen vondst van
Veronica cymbalaria uit 2012. De waarne
ming was in de vergetelheid geraakt en had
zich al die tijd schuil gehouden in een oud
waarnemingsboekje.
Om volledig schoon schip te maken worden
ook de waarnemingen van Klimopereprijs
nog eens tegen het licht gehouden. Deze
bij ons algemene soort kent voor de bloei
grote gelijkenis met de nieuwe ereprijs.
Gerichte controle van foto's van deze soort
op de digitale invoersites van Waarneming,
be en Waarneming.nl levert inderdaad één
match op, ditmaal op Nederlands grond
gebied. Een vondst in Hoek van Holland uit
2010 was al die tijd onopgemerkt gebleven
omdat ze als Klimopereprijs was ingevoerd.
Dat betekent een streep door Oostburg als
eerste vindplaats in Nederland. Jammer,
maar geen ramp, ook een tweede plaats is
een ereprijs.