Populatieontwikkeiing van de steenuil in enkele Europese landen Land jaar aantal jaar Engeland 1968-72 7000-14.000 2007-2011 Italië 1995-2015 toename Luxemburg 1960 3400-4200 2005 Slowakije 1980-90 800-1000 Spanje 1994 50.000-65.000 2003 Tsjechië 1973-77 1000-1200 2001-2003 Tsjechië(Zuid-Moravië) 1999-2000 13-14 paar 2014 Turkije (Isparta) Verstedelijking Door de oprukkende verstedelijking gaat geschikt broedgebied voor de steenuil verloren. Daarnaast kan ook het veranderde woongebruik (functieverandering) van het buitengebied een risico vormen. Oude boerderijtjes worden opgeknapt en veran deren in strakke, onderhoudsarme erven, waar voor een steenuil niks te beleven valt. Predatie Uit veel landen komt de melding dat pre datie een rol speelt. In Duitsland bleek dat 75% van de dood teruggevonden steenui len met een zender slachtoffer werden van predatie. Zo komt de aanwezigheid van de steenmarter de steenuil niet ten goede. Om het de steenmarter moeilijker te maken, zijn in diverse landen steenmarterveilige steenuilkasten ontwikkeld. Het in Neder land ontworpen model is getest en heeft zich in de praktijk bewezen. Nu bekend is dat de steenmarter vanuit het oosten des lands richting Zeeuws-Vlaanderen oprukt, is het zaak alert te zijn en zonodig nestkasten hierop aan te passen. Afname van grasland In verschillende landen schrijft men de achteruitgang toe aan de afname van grasland, essentieel voor de voedsel voorziening van de steenuil. In Oekraïne wordt een deel van het grasland niet meer gebruikt, waardoor verruiging optreedt en zich struweel vestigt. Ook in Tsjechië neemt het areaal grasland af, waardoor het habitat minder geschikt wordt voor de steenuil. In Denemarken bleek dat ook relatief nieuw ingezaaid grasland gebruikt wordt door steenuilen, mits het gras niet langer is dan 12 cm; in hoger gras kan de steenuil zijn prooien moeilijk vangen. Afname gebruik natuurlijke broedholten in bomen Uit zowel Polen (vanaf 2000) en Slowakije (vanaf 2010) komt het bericht dat de steen uil niet meer in holten in bomen broedt. In het geval van Polen heeft dit waarschijnlijk betrekking op het stedelijk gebied. Veel aantal 5700 15-20 >39.433 250-500 6 paar Afname steenuilen zijn uitgeweken naar nestkasten om te broeden. Bijzonder is dat in Polen steenuilen broeden in luchtgaten van flats aan de rand van de stad. In de Oekraïne broedden veel steenuilen in half afgebouw de huizen in de stad; met het afbouwen van deze huizen verdwijnen deze broedplek- ken. Sterfte in drinkbakken Zowel in Slowakije, Denemarken en Neder land stierven nogal eens steenuilen en hun jongen in drinkbakken voor het vee. Tien procent van de teruggemelde steenuiljon gen in Nederland bleek verdronken te zijn in zo'n veedrinkbak. In Nederland hebben we inmiddels een steenuilveilige drinkbak ontwikkeld. Deze bestaat uit een geperfo reerde binnenbak (lijkt op een wasmand) die in de drinkbak geplaatst wordt. De uilskuikens kunnen zo via de wand van de binnenbak de drinkbak uitklimmen. Nationale verschillen Uit de presentaties bleek veel gemeen schappelijks, maar tevens dat ieder land geheel eigen bedreigingen kent. Omdat situaties gauw kunnen veranderen, kan zich plotseling een probleem voordoen, waarmee onze mede-Europeanen eerder te kampen kregen en waarvoor zij misschien oplossingen bedacht hebben. Met deze door anderen reeds verworven kennis kun nen wij ons voordeel doen als zich in onze contreien eenzelfde probleem voordoet. Per land geven we hierna een korte schets van de specifieke onderzoekservaringen. Denemarken De reactie van een mannetje op het afspelen van geluid neemt sterk af met de toename van de afstand tussen paren. Dit komt overeen met ervaringen in gebie den in Nederland waar steenuilen in een lage dichtheid voorkomen. Vastgesteld is dat solitaire paren weinig geneigd zijn om terug te roepen bij het afspelen van het geluid. Dit fenomeen is mij bekend uit West-Brabant waar ik tijdens verschillende inventarisaties rondom Roosendaal en Bergen op Zoom weinig tot geen respons kreeg, terwijl bekend was dat wel degelijk steenuilen voorkwamen in dat gebied. In Denemarken zijn broedende steenuilen bijgevoerd met eendagskuikens en muizen. De overleving van eieren tot uitvliegen van jongen steeg van 21% naar 85%. Er was minder verlies van eieren. In Denemarken vormen voedselgebrek en sterfte door ongelukken de belangrijkste oorzaken van de achteruitgang. Onderzoek in Württemberg (Duitsland) Enkele personen slaagden erin om de populatie te laten groeien van een tien tal paren tot 200 paren in 25 jaar tijd. Zij plaatsten veel nestkasten bij. In tegenstel ling tot in Nederland bevonden de nest kasten zich veelal niet op erven, maar juist in akkerbouw- en graslandgebieden en op kleinschalige percelen met groenten en fruit. Het aanbieden van extra voedsel heeft een duidelijk en langdurig effect op de overleving. Doodsoorzaken in het onder zoeksgebied: predatie 76% en sterfte door menselijke oorzaken 10%. Portugal In Portugal is onderzoek verricht in enerzijds een landschap met steeneiken en kuddes en anderzijds in gebieden zonder steeneiken waar de steenuil een broedplaats vindt in steenhopen. Waar ze broeden in steenhopen, hebben ze meer te lijden van predatie dan bij steenuilen die in steeneiken nestelen. Het gebied met steeneiken kende een dichtheid van 7 paar/ km2; het gebied met steenhopen slechts 2,5 paar/km2. Tsjechië In 1970-80 broedde ruim 80% van de paren in natuurlijke holten en 20% in gebouwen. In 1993-95 was dit gewijzigd in 80% in agrarische objecten, 10% in gebouwen en 10% in natuurlijke holten. In 2005-06 broedde 55% in agrarische objecten en 45% in gebouwen. België (Vlaanderen) Het aantal nestkasten in het onderzoeks gebied is gestegen van 36 in 1993 naar 278 in 2014, terwijl het aantal broedparen in de kasten steeg van 3 naar 97. De gemiddelde legselgrootte bedraagt 3,5. In 2014 bedroeg het broedsucces zelfs 2,7 uitvliegend jong per nest. Na de overleving van de eerste winter wordt de gemiddelde leeftijd 4,5 jaar en de oudst gevonden vogel is 13 jaar. Voedselonderzoek Op het symposium werd voedselonderzoek uit Turkije, Polen en Italië gepresenteerd.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2015 | | pagina 9