Survival bij Kiekendieven 17 Jong geleerd is oud gedaan en op het terrein van de Cathalinahof kun je alle kanten op. Marjolein van Viegen verslaat de struggle for life Deze bijeenkomst stond in het teken van bushcraft: de kunst van het leven in, met en van de natuur! Om te beginnen hebben we het terrein, de Cathelinehof, verkend. Als je wilt leven van en in de natuur, moetje natuurlijk het bos wel kennen en weten waar je wat kunt vinden. Marjolein vertelde welke planten giftig en welke eetbaar waren. We kwamen langs de bijen (honing en ze vertelde hoe we sommige bomen straks zouden kunnen gebruiken. Aan het eind van de wande ling kwamen we aan bij onze verblijfplaats, zonder elektriciteit, zonder stromend water en vooral zonder smartphone. Wat doe je danEen eerste levensvoor waarde is beschikken over vuur. De Kiekendieven die al eerder aan bushcraft hadden gedaan, zochten gelijk een berk om de bast ervan te gebruiken, want de bast is kurkdroog, erg dun en brandt erg snel. Als de vonken van de magnesiumsticks het pluis van lisdodde voorzichtig lieten branden, kon de berkenbast erbij, daarna kleine takjes dood hout en zo kregen we een mooi vuur. Daarna gingen de jongens erop uit om vlierbloemen en rozenblaadjes te plukken voor de limonade en akkermunt voor de thee. Maar toen de limonade gedronken kon worden, was het toch even stil. De jongens keken elkaar aan "Wie durft als eerste te drinken?" Wouter was het dapperst: "dat is best te drinken en als er niets anders zou zijn (hij bedoelde Cola en sinas) zou ik daar best op kunnen overleven". De akkermunt-thee beviel ook: lekkere frisse smaak en alle bekers werden leeggedron ken. Ondertussen zorgde Mika voor het brood deeg. Lekker kneden, maar helaas had Mar jolein iets te veel water bij het deeg gedaan waardoor het een kleverige bende bleef. Mika had het deeg tot zijn ellebogen en krijg dat er maar eens af, zo midden in de natuur Maar uiteindelijk was het maken van drinken uit de natuur gelukt, stond het deeg te rijzen en waren de handen van Mika (eindelijk) schoon. Tijd voor wat amusement Een fluitje maken van een vliertak, lekker in het zonnetje knutselen bij het kampvuur, bij zingende vogeltjes en fladderende vlinders en een lekker kopje zelfgeplukte thee erbij. Wat wil je nog meer? Na verloop van tijd was het fluitje af, maar dan moetje het nog kunnen bespelen! Dilia had het snel door en kon al snel "Vader Jacob" spelen. De jongens hadden er meer moeite mee. Zij kregen zo hun eigen geluid uit het fluitje: een koe in barensnood, een stoomboot, een stervend schaap, een mekkerende geit. Het zorgde voor veel hilariteit. Helaas was er te weinig tijd om een arm bandje te maken van wilgenbast, want het deeg was gerezen en we begonnen trek te krijgen. Julian, Kenneth, Mika en Wouter hadden met hun zakmes al een scherpe punt aan een stok gemaakt en het brood deeg kon eromheen. De appels in aluminium gewikkeld konden gaar worden in de hete as. Heerlijk dat eten uit de natuur! Daar kon geen diepvriespizza tegenop! Aan het eind van de middag was het tijd om onze verblijfplaats te verlaten. Ruikend naar rook, bewerkte stok in de hand, zakmes in de broekzak, gevulde maag van appel en brood met honing, dorst gelest met vlierbloesemli- monade en een vlierenfluitje in de achter zak gingen de jongens naar huis, terug de "beschaafde wereld" in. Toch zullen ze nog wel eens terugdenken aan deze middag, zo midden in de natuur

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2015 | | pagina 17