EHS en floristisch succes
12
De EHS moet bijdragen aan het voortbestaan van alle natuur, maar in dit onder
deel spitst Awie de Zwart het toe op de plantenwereld die we kunnen tegenko
men in de natuurgebiedjes die de bus zal aandoen 4 juli.
De meeste natuurgebieden die de afgelo
pen jaren zijn ingericht in het kader van de
Ecologische Hoofdstructuur (EHS) hebben
zich inmiddels op floristisch gebied fraai
ontwikkeld nadat de graafmachines zijn
vertrokken.
>1
Parnassia (Awie de Zwart).
Voor floristen is nieuwe natuur een buiten
kans. Het is heerlijk om een gebied, dat als
een soort blanco vel wordt opgeleverd, te
volgen en te zien hoe het langzaam wordt
ingekleurd. Kale grond die spontaan be
groeid raakt met mossen en pionierplanten
gevolgd door een lange reeks van soorten,
die zich via een bepaald patroon ontwik
kelen tot een min of meer stabiele eindsitu
atie. Je herkent patronen die voorspelbaar
zijn, maar soms word je verrast. Dat maakt
het fascinerend en leerzaam. Hieronder
worden enkele successen nader belicht.
Natuurlijk waterpeil.
In veel nieuwe natuurgebieden zijn grote
waterpartijen aangelegd door oude kreek
patronen opnieuw uit te graven. Waar mo
gelijk zijn deze wateren losgekoppeld van
het bestaande waterbeheer. Dat betekent
geen kunstmatig waterschapspeil, waarin
het zomerpeil hoger is dan het winter-
peil, maar een waterniveau dat volledig is
overgeleverd aan het resultaat van neerslag
en verdamping. Als gevolg daarvan vallen
de flauwe oevers gedurende de zomer
maanden geleidelijk droog en raken dan
begroeid met typische kortlevende pio
niersoorten als Fraai duizendguldenkruid,
Moerasdroogbloem en Zeegroene ganzen-
voet. Daarnaast verschijnen er ook soorten
die nieuw zijn voor dit deel van Nederland.
Te denken valt aan Blauwe waterereprijs,
Slijkgroen en Rechte alsem die tot voor kort
beperkt waren tot het rivierengebied. Zon
der twijfel spelen watervogels een belang
rijke rol in de aanvoer van zaad.
Duinvalleisoorten
Op veel plaatsen is bij de aanleg plaatselijk
de bemeste bouwvoor afgegraven. Dit is
een beproefde methode om de bodem
snel schraler en natter te maken. Daar waar
kalkrijkzand aan de oppervlakte komt, kan
zich een interessante duinvalleivegetatie
ontwikkelen. Een hiervoor kenmerkende
soort is Parnassia. In een ver verleden (voor
1950) groeide de plant bij Cadzand, maar
daar is ze al sinds lang verdwenen. In 2012
keerde de plant met twee exemplaren in
een maaiveldverlaging bij Nummer Een
terug in de streek. Twee jaar later wer
den tientallen planten gevonden in een
laagte bij Hoofdplaat. Hier werd de soort
vergezeld door andere zeldzame duinval
leisoorten als Moeraswespenorchis, Stijve
ogentroost, Zomerbitterling, Geelhartje en
Dwergzegge.
Overstroming
Het Voorland van Nummer Een (geen EHS)
was zo'n 20 jaar geleden een eentonige
strandkweekvlakte. Beginjaren negentig
heeft het waterschap, als compensatie voor
de bouw van Port Scaldis in Breskens, hier
graafwerkzaamheden verricht. Het gebied
kreeg daardoor meer reliëf en diverse zout-
gradiënten. Een van de bijzondere soorten
die verscheen was het zeer zeldzame,
maar onooglijke Fijn goudscherm. Met zijn
minuscule gele bloemen is deze eenjarige
zomerbloeier geen opvallende verschijning.
Dankzij de begrazing en periodieke win
terse overspoeling met zeewater heeft zich
hier een aanzienlijke populatie ontwikkeld:
in goede jaren meer dan 100.000 exempla
ren. Het is daarmee vermoedelijk één van
de grootste populaties van Nederland.
Begrazing
Verreweg de meeste nieuwe natuurgebie
den worden beheerd met rundvee. Als ge
volg van begrazing, vertrapping en lokale
bemesting brengen de koeien structuur aan
in de vegetatie. Er ontstaat een afwisselend
gebied met korte en ruige vegetatie, loop
paadjes en struweelvorming. Veel planten
gedijen prima bij een regime van begrazen,
sterker nog, velen zijn ervan afhankelijk. Zo
houdt begrazing de vegetatie kort waar
door licht de bodem kan beschijnen en
zaad kan prikkelen tot kieming. Hebben de
planten zich eenmaal gevestigd, dan is het
zaak zich te beschermen tegen grazende
koeien. Dat kan door scherpe doornen zoals
bij Kattendoorn. Ook een onaangename
smaak van het blad, zoals bij Heelblaadjes
en Watermunt, is effectief tegen vraat. Ver
der drukken veel planten hun wortelrozet
zo strak tegen de bodem dat de koe er geen
vat op krijgt. Deze laatste tactiek wordt
onder meer toegepast door de Bijenorchis.
Het bovenstaande is natuurlijk slechts een
bescheiden greep uit het geheel. Een paar
krenten uit de pap, maar ze smaken hopelijk
naar meer.