de hele agrarische productieketen: van
producent tot consument.
De vraag uit het publiek dat het toch zeker
om een arbeidsintensievere werkwijze gaat,
moest hij bevestigend beantwoorden. Dat
geldt ook voor de onkruidbestrijding. En
of hij geen last van slakken had? Dat blijkt
nogal mee te vallen, want door het hersteld
evenwicht worden slakken door natuurlijke
vijanden als spitsmuizen of egels opgegeten!
3. Jaap Dirkmaat (Vereniging Neder
lands Cultuurlandschap)
Dirkmaats centrale vraag was verpakt in
cabaretvorm - een mix van wetenswaardig
heden in een rap tempo van ironie, satire
en sarcasme passeert de revue. Die vraag
luidde: "Wat zou biodiversiteit kosten?"
Voor deze vraag heeft uw verslaggever zijn
toevlucht moet zoeken tot de VNC-website
omdat er bij al het gelach geen notities
vielen te maken!
De website selectie
De Vereniging Nederlands Cultuurland
schap wil politiek en publiek doordringen
van de urgentie om structureel te investe
ren in landschap. De VNC formuleerde vier
harde criteria voor een mooi landschap.
Hiervoor ging ze bij diverse wetenschap
pers te rade, onder wie biologen, cultuur
historici en bodemkundigen.
Ondergrens
Natuur (EHS, natuurontwikkelingsgebieden
e.d.) en bos krijgen sowieso het predicaat
mooi. Een agrarisch cultuurlandschap moet
voor minimaal de helft zijn traditionele per
ceel-afbakening bezitten om mooi te zijn.
Ook vijf procent groenblauwe dooradering
is een harde eis, omdat dit de ondergrens is
voor instandhouding van gezonde popula
ties (beschermde) planten en dieren.
Spijkerbroek
De VNC prikt volgens Dirkmaat het ro
mantische beeld dat veel mensen van het
landschap hebben genadeloos door. Net
als eerder met de soortendiscussie, die de
woelmuis zijn bekendheid gaf, wil hij de
vrijblijvendheid wegnemen. Er zijn wat hem
betreft geen verzachtende omstandighe
den meer.Het gaat niet om redden wat er
te redden valt. Er moet iets wezenlijk veran
deren. Nederland behandelt het landschap
als een spijkerbroek. Als er een gat in valt,
verplaatsen we de zak. We willen niet onder
ogen zien dat er mot in zit. De pluriformiteit
van het Nederlandse cultuurlandschap is
het handelsmerk van dit land. Dat is wat
toeristen naar Nederland trekt - en toerisme
is één van de sectoren van de toekomst -
maar in beleid wordt het niet genoemd."
Openluchtmuseum
Dirkmaat kan weinig met de kritiek dat de
VNC van heel Nederland een openluchtmu
seum wil maken. De etiketten die nu op het
landschap worden geplakt, geven volgens
hem een vertekend beeld. "Het landschaps-
beleid is een farce. In nationale landschap
pen worden hele stukken gehavend land
schap meegerekend die nagenoeg geen
kwaliteit meer hebben. Landschap zou
puntgaaf moeten zijn om voor die status in
aanmerking te komen."
Geld maakt gelukkig
Alleen met geld kan het tij volgens VNC
worden gekeerd. "Geld maakt gelukkig en
geld lost alles op. Zeggen dat dit niet zo is,
is valse troost bieden", aldus Dirkmaat. "Je
moet boeren niet dwingen, maar marktcon
form betalen voor goed landschapsbeheer.
Er moeten duizenden landschapselemen
ten worden hersteld. De droogmakerijen,
het Groene Hart; ze zijn van internationaal
belang. Net als de woelmuis. Wij gaan
zorgen dat het landschap weer mooi op de
kaart komt."
4. Marco Kraal (Sportvisserij)
Biodiversiteit onder water, daar gaat het
hem om in deze bijdrage. Waterkwaliteit
bepaalt de visstand. Kort geleden was het
water vervuild door fosfaten, het was zuur-
stofarm en dus ook soortenarm. Inmiddels
hebben waterzuivering, natuurvriendelijke
oevers en de aanleg van vistrappen, bij
voorbeeld, verbetering gebracht. De snoek,
een toppredator, is terug van weggeweest
nu er meer planten zijn. De baars is terug
in helder water; de winde, een riviertrekvis,
doet het goed! De "knuffelsoorten" zijn er
weer: de kleine modderaal, de donderpad-
den, de bittervoorn, de barbeel, de meerval.
Maar veel water heeft nog een te hoog
nutriëntengehalte en is WEL soortenarm.
Het mist ook de dynamiek van een steeds
wisselend waterniveau met een laag peil
in de zomer en een hoog peil in de winter.
Een dynamiek die het stroomgebied van de
Amazone zo'n soortenrijkdam biedt. Door
zo'n dynamiek groeien riet en gedijen ande
re planten en die planten zijn een paaige-
bied voor de vis. Natuurlijk peilbeheer is het
sleutelwoord voor biodiversiteit. Natuurlijke
oevers ook. Slootwanden dus niet afgraven
en kademuren vervangen, daar moeten
we naar toe. Hij merkt op dat de landbouw
daar andere belangen kent!
Gemalen maalden de polders droog, maar
ze vermaalden ook de vis! Stuwen maak
ten de vismigratie onmogelijk. Nu zijn er
visvriendelijke pompen die de vis niet meer
verhakselen; er zijn gootjes voor de glasaal,
sluizen worden opengezet als het waterpeil
aan beide kanten gelijk is en de gesloten
sluisdeur dan op zo'n moment nergens toe
dient.
Nadelen zijn er ook in de nieuwe situ
atie. Exoten als de grondels komen nu al
veel voor; overmatige plantengroei in de
randmeren vereist goed beheer - maaibo-
ten vernielen bijvoorbeeld ook de 'grazers'
onder de vissen, en dat is natuurlijk niet de
bedoeling!
Er gebeurt dus van alles onder water! Daar
moeten we ruime bekendheid aan geven!
Visies geven op scholen, uitleggen hoe
ecosystemen werken, ruimte geven aan
waterwegen, gebrek aan dynamiek wegne
men en zorgen voor goed beheer.
5. Chiel Jacobusse (Zeeuws landschap)
Zijn beginvraag luidt: "Is de natuur bij het
Waterschapeen lastig obstakel of een
gekoesterd bezit?" Het Waterschap is de
grootste beheerder van het buitengebied.
Hij noemt als voorbeeld 10 soorten om aan
te geven dat goed beheer hier een kwestie
van "to be or not to be" is.
- De bijenorchis: een nieuwkomer die goed
beheer vereist. Hij doet alsof hij een bij is:
hij produceert de geur van de vrouwtjes
bij om haar te lokken en zo de bestuiving
"te organiseren." Hij staat voor een hele
boel soorten.
- De knautiabij behoort tot een relictpopu
latie en is nog maar met zo'n 25 stuks op
één plek in Zeeland te vinden. Die locatie
wordt wijselijk niet nader aangeduid.
- De wezel is niet talrijk maar wel wijdver
breid. Houdt zich graag op rond landheg-
getjes.
- De verblekende russula, een paddenstoel
die afhankelijk is van bomen en struiken.
- De bontbekplevier, een vogelpopulatie
die bij verstoring op de zeedijk gevaar
loopt. Hij broedt gewoon op de zeedijk
en is kwetsbaar. Als de dijk in de broedtijd
wordt opengesteld voor publiek en recre
atie is het gedaan.
- De donzige klis is zeldzaam. In beheerge-
bieden niet vóór de bloei maaien.
- De Vijfvleksintjansvlinder kan zonder
goed beheer niet voortbestaan.
- De gewone pad is vaak een verkeers
slachtoffer.
- De scharlakenrode wasplaat, een padden
stoel, is na een eenmalige bemesting of
bespuiting voor 30 tot 100 jaar verdwe
nen! Jacobusse noemt hem 'de orchidee
onder de paddenstoelen!'
- De graspieper is een (zee)dijkvogel die bij
uitstek een klimaatslachtoffer wordt. In
België staat hij al op de rode lijst. Zijn nest
is een klein kuiltje in hoog gras, net als bij