Goudknopje,
nieuweling uit Zuid-Afrika
n
Awie de Zwart vertelt over hoe je in de floristische wereld wraak kunt nemen,
zelfs al is het vele eeuwen later.
De afgelopen jaren is er in het kader van
de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) veel
nieuwe natte natuur aangelegd. Als gevolg
van deze ingrepen verschenen er de voor
bijejaren al diverse leuke, vaak zeldzame,
planten op het toneel. Deze keer hebben
we oog voor een zuidelijke exoot: het
Goudknopje.
Goudknopje is een éénjarige plant die van
oorsprong afkomstig is uit Zuid-Afrika. Al
in 1739 werd het voor het eerst in Europa
aangetroffen bij Emden in het noorden van
Duitsland. Begin 19e eeuw dook het al eens
kortstondig op bij Amsterdam, maar het
duurde nog tot 1972 voordat de plant zich
definitiefin Nederland vestigde. Het net
drooggevallen Zuidelijk Flevoland bleek
een ideale biotoop. Enkele jaren later ver
scheen het in het afgesloten Lauwersmeer-
gebied en inmiddels heeft Goudknopje zich
in veel meergebieden in laag Nederland
gevestigd. Een paar jaar geleden werd de
plant, voor zover bekend, voor het eerst
in onze streek ontdekt in de Blikken. Het
betrof enkele tientallen planten op een
drooggevallen oever. In 2012 volgde de
Ossewei ten zuidoosten van Zuidzande met
twee planten. Vorig jaar was de nieuwe na
tuur van de Aardenburgse Havenpolder aan
de beurt. Hier werd één polletje gevonden.
De aanval lijkt ingezet.
Natuurlijk waterpeil
Een belangrijke oorzaak voor het ver
schijnen van Goudknopje en vele andere
soorten is de terugkeer van een natuurlijk
waterpeil in diverse natuurgebieden. In de
oude situatie was veel natuur onderhevig
aan een tegennatuurlijk waterpeil zoals
het waterschap dat hanteert. Dat betekent
een laag winterpeil en een hoog zomerpeil.
Zonder menselijk ingrijpen is de water
stand in de winter juist hoog vanwege een
neerslagoverschot en staat het water in
de warme zomermaanden laag als gevolg
Goudknopje (Awie de Zwart)
van verdamping. Ooit is dit tegennatuur
lijk gestuurde peil ingesteld ten behoeve
van de landbouw. Door een lage winter-
stand kan het land in het voorjaar al vroeg
worden bewerkt en zorgt een hoger peil
in de zomer ervoor dat de gewassen geen
vochtgebrek krijgen. Voor een natuurlijk
ecosysteem is dit peilregime funest. De
meeste planten en dieren die tot onze flora
en fauna behoren zijn aangepast aan een
natte winter en een droge zomer. Zij waren
dan ook de eerste slachtoffers na de intrede
van dit door de mens geregelde peil. Om
die oude situatie te herstellen, zijn veel
nieuwe natuurgebieden losgekoppeld van
de bestaande waterlopen. Daarmee worden
de natuurlijke seizoenfluctuaties hersteld
en krijgen veel dieren en planten opnieuw
de kans zich te vestigen.
Vorst
Het Goudknopje is één van de soorten
die optimaal profiteert van een natuurlijk
waterpeil. Als plant uit het warme Zuid-
Afrika is het niet opgewassen tegen onze
winters. Vorst maakt een onherroepelijk
einde aan het leven van de plant. Maar op
dat moment heeft de plant al voldoende
zaad geproduceerd voor een nieuwe ge
neratie. Het zaad is ter plekke op de grond
gevallen en dankzij de regen in het najaar
kopje onder gegaan. Deze onderdompeling
voorkomt dat het zaad te vroeg kiemt en
doodvriest. Pas aan het begin van de zomer
vallen de oevers door verdamping weer
droog en ontkiemt het zaad. In snel tempo
neemt Goudknopje bezit van de maag
delijke grond. Vegetatief springt de soort
weinig in het oog, maar dat verandert als de
bloeiwijzen verschijnen. Tientallen felgele
bloemhoofdjes in de vorm van een forse