uit de jaren zeventig die zich met succes ook buiten de deur weet te handhaven. De tweede excursie was in een klein weide gebied bij de Munte (SBB) ten zuiden van Oostburg. In deze zandige weide werden in totaal 96 soorten gestreept. De meest inte ressante soorten stonden in het afgeplagde deel. Hier vonden we Zeegroene zegge, Zilte zegge, Kruipwilg, Rode ogentroost en Schaafstro. Op 13 juni brachten we een bezoek aan de Middendijk (SBB) tussen Schoondijke en Breskens. Op deze gehooide dijk vonden we massaal Grote ratelaar en Glad walstro in bloei. Maar de meest opwindende vondst van de avond kwam op naam van de zeker 56 bloeiende Grote keverorchissen onder het bladerdak van mooie oude essen. De soortenlijst telde 97 Streepjes. Iets meer streepjes telde de streeplijst van 27 juni toen de nieuwe natuur aan de Mo lenweg (SBB, Passageule) op het program ma stond. In de vergeelde, hoge en droge vegetatie onderscheidden we 105 soorten. Daaronder, afgezien van één Rietorchis, geen zeldzaamheden. Wel veel in het oog springende bloeiende planten als Gewone rolklaver, Sint-Janskruid, Groot streepzaad, Margriet en Gele morgenster die doen vermoeden dat er ooit is ingezaaid. Op 11 juli brachten we een bezoek aan de nieuwe natuur bij Nummer Een (HZL). Voor al op de lage vochtige delen vonden we in teressante soorten als Kleverige ogentroost, Rode ogentroost en een niet bloeiend rozet van de Bijenorchis. Een gerichte zoektocht op de plaats waar vorig jaar de eerste Par- nassia voor West Zeeuws-Vlaanderen sinds meer dan 50 jaar is gevonden leverde niets op. Ruim een maand later is die plant alsnog gevonden. Zonder de Parnassia werden toch nog 102 soorten gestreept. Het opnieuw opgetrokken Oliefort (HZL) bij Aardenburg is op 1 augustus uitgekamd. Het leverde 93 soorten op. Meest bijzonder was de vondst van een tiental plantjes Kno- pig doornzaad. Het is een kleine scherm- bloemige die op de Rode Lijst staat en zich via dieren verspreidt dankzij de weerhaak- jes aan de zaadjes. De Cletemspolder leverde op 15 augustus 104 soorten op. Geen opzienbarend aantal, maar daaronder wel een aantal leuke soor ten. Zo vonden we enkele exemplaren van het zeldzame Zilt torkruid tussen de vele pollen Zilte zegge. De vondst van Melkkruid en Zulte duidde op sterke zilte invloed. Verder groeiden er drie soorten van de Rode Lijst: Kattendoorn, Rode ogentroost en Moeraswespenorchis en het was pas na flink zoeken tussen de overige begroeiing dat we de minuscuul kleine plantjes Fraai duizendguldenkruid konden noteren. De laatste excursie kwam helaas te verval len door een zieke excursieleider. In het nieuwe seizoen staan er wederom acht avondexcursies op het programma, maar we gaan ook iets nieuws doen: het Nieuwe Strepen! En dan hebben we het over een dagexcursie om een kilometerhok helemaal uit te kammen. Zie het artikel op blz. 11 van deze uitgave. Awie de Zwart. Vlinderwerkgroep De vlinderwerkgroep leidt een wat minder in het oog lopend bestaan, maar dat wil niet zeggen dat er niet gewerkt wordt. In het Duumpje van december heeft Pieter Simpelaar in een artikel uiteengezet dat het afgelopen jaar op een aantal plaatsen flink geïnventariseerd is en alle waarnemingen via de gebruikelijke kanalen doorgegeven zijn aan de landelijke fora. Zoogdierwerkgroep Zoals altijd lag de hoofdmoot van onze activiteiten bij het verzamelen van waarne mingen. Maar we beginnen toch wat naamsbekend heid te krijgen. We werden opnieuw gecon tacteerd door enkele leden in verband met info rond zoogdieren. - In mei werd ik opgebeld door dierenop vang de Mikke te Oostburg in verband met een vermoedelijke steenmarter te Eede. Daar dit een beschermd dier is, wist men niet goed wat men hiermee moest aanvangen. Tevens was men helemaal niet zeker of het wel een steenmarter was. Men vroeg tevens of ik een kijkje wilde nemen om welk dier het precies ging. Na telefonisch contact met de be trokkene bleek het om een uitgebroken fret te gaan. Verder werd alles afgehan deld door de betrokkene en de Mikke. - Via mail werd de zoogdierwerkgroep in september gecontacteerd door een student biologie. Deze moest voor een studie-opdracht een logboek maken van 10 zoogdiersoorten. Hiervoor vroeg hij onze hulp om te weten welke soorten hij kon spotten. Tevens zocht hij locaties in de regio waar deze soorten gezien konden worden. Deze informatie heb ik hem met plezier gegeven. Naderhand zijn er nog enkele mails terug gekomen met de vorderingen van zijn werk. - Als uitwisseling binnen 't Duumpje heeft de zoogdierwerkgroep een namiddag verzorgd voor de jeugdwerkgroep de Kiekendieven. Hier werd een korte uitleg over de werking van de werkgroep ge geven. Tevens werd er ook gewerkt met life-traps om muizen te vangen. Als afsluiter brachten we een bezoek aan Marjolein Van Viegen om haar collectie geprepareerde zoogdieren te bekijken. Er waren dit jaar 20 personen die waarne mingen doorstuurden. Dit resulteerde in een totaal van 755 waarnemingen, verdeeld over 22 soorten. - Haas werd 364 keer gezien; 74 meer dan verleden jaar. Hoewel de waarnemers het idee hadden dat er minder hazen waren dit jaar, blijkt dit toch niet zo te zijn. - Konijn is 145 keer waargenomen. Hiervan zijn er 50 minder gezien dan in 2012. Op zo een klein aantal is dit toch wel veel. Wat hiervan de oorzaak is, is moeilijk te achterhalen. - Egel krijgt zware klappen in onze regio. Hiervan werden er slechts 42 geteld. Het is het derde jaar op rij dat deze met 30 eenheden zakt. Hiermee stelt zich wel de vraag hoeveel van deze dieren nog over zijn. Tevens werden er slechts 9 levende individuen gezien. Al de andere waren verkeersslachtoffers. - Zeehonden werden er 65 gezien; hiervan werden er 4 geïdentificeerd als Grijze Zeehond. De andere werden als zeehond species doorgegeven. - Dit jaar werd de Mol wel redelijk in het oog gehouden. Hiervan werden dan ook 37 waarnemingen doorgegeven. - Vos is 16 keer gezien dit jaar, vergelijkbaar met verleden jaar, toen deze 18 maal werd waargenomen.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2014 | | pagina 6