n
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
n
soorten die broeden in een habitat met
weinig beschutting tegen weersinvloeden.
Kustbroedvogels zijn relatief langlevende
soorten en een enkel mislukt broedseizoen
is dan ook geen probleem. Jaar in, jaar uit
een (te) laag broedsucces is echter funest
en op het voorland is dat voor een aantal
soorten zo.
In 2010 zijn er ook bijna weer geen jonge
Kluten grootgebracht. Jonge Kluten zijn
nestvlieders. Ze foerageren onder bege
leiding van de ouders op het slik voor het
Voorland. Bij hoogwater moeten ze het slik
verlaten. Ouders kunnen dat vliegend doen,
maar jongen alleen lopend. De scheiding
tussen de veilige hoogwatervluchtplaats
(het eilandje) en het foerageergebied (het
slik) is een druk pad. De ouders zijn niet in
staat de jongen daar een paar keer per dag
veilig doorheen te loodsen.
Tabel 1: Aantal broed paren op het Voorland Nummer Een in de periode 2003-2010.
In de kolom type wordt met een letter aangegeven in welk habitat een bepaalde soort
(meestal) broedt; kustbroedvogel (k), weidevogel (w), akkervogel (a), moerasvogel (m) en
overigen (o).
Soort
type 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Grote Canadese Gans
m
0
0
0
2
1
0
0
0
Grauwe Gans
m
0
0
0
2
0
1
0
0
Bergeend
k(m)
7
6
7
5
3
7
3
2
Nijlgans
O
0
0
0
0
0
1
1
0
Wilde Eend
O
10
15
10
10
11
18
12
14
Kuifeend
w m
0
0
1
1
1
0
2
1
Patrijs
w a
2
3
3
3
2
2
1
2
Waterhoen
m
0
0
0
0
1
1
1
0
Scholekster
k w a
11
12
15
12
11
7
10
Kluut
k
44
48
25
33
43
37
42
27
Bontbekplevier
k
4
2
3
2
1
3
3
4
Strandplevier
k
12
14
12
6
0
1
2
2
Kievit
w a
1
3
0
3
3
1
1
0
Tureluur
w k
7
5
5
6
1
2
0
0
Zilvermeeuw
k
1
0
3
2
0
1
3
3
Kokmeeuw
k m
10
1
154
325
527
28
2
1
Grote Stern
k
0
0
0
0
9
0
0
0
Visdief
k(m)
0
0
0
320
174
37
10
48
Dwergstern
k
80
86
24
30
0
0
104
26
Graspieper
w
20
20
26
27
11
13
14
12
Totaal aantal soorten
13
12
13
17
15
16
16
13
Totaal aantal broedparen
209
215
289
759
855
160
210
153
Tabel 2: Aantal uitgevlogen jongen van een aantal karakteristieke soorten op het Eilandje in
de periode 2003-2009.
Soort
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Kluut
15
0
<3
2
0
0
0-3
Scholekster
7
7
7
7
4
5
Bontbekplevier
7
7
7
7
7
0?
7
Strandplevier
7
0
7
7
0?
0
Zilvermeeuw
0
0
0
8
0
Kokmeeuw
1
0
±290
±480
<5
0
1
Grote Stern
40
0
Visdief
±300
120
0
1-2
±50
Dwergstern
7
7
7
0
0
1
0
Vissende Dwergstern (Jaap Poortvliet).
De Visdieven zijn weer opnieuw begonnen
na het hoge water van eind mei. Ze hebben
het dit jaar vrij goed gedaan, ondanks het
hoge water en de predatie van Zilvermeeu
wen. Een schatting van het broedsucces
was moeilijk, doordat de begroeiing zó laat
in het seizoen al vrij hoog stond. Ik schat dat
er gemiddeld één jong per paar vliegvlug
geworden is.
Ook de twee paren Bontbekplevier hebben
het goed gedaan. Op de grindbanken van
het schor, dus niet op het eilandje, brachten
ze samen zes jongen groot.
Aanbevelingen voor het beheer
1 Jaarlijks op het einde van de winter, maar
voor 20 maart, het eilandje goed ploegen
en erop letten dat alle begroeiing vol
ledig is ondergeploegd.
2 Jaarlijks herstellen van de schelpenbank
jes.
3 Het eiland iets ophogen waardoor de
kans op overspoeling minder wordt.
4 In de periode vanaf 15 april tot en met
30 juni zou verstoring tot een minimum
moeten worden beperkt. Het beste zou
zijn het fiets- en wandelpad tussen het
Eilandje en slik in die periode af te sluiten.