V
weken hebben we niets dan regen gehad
tot 7.00 uur afgelopen morgen zelfs maar
daarna werd het steeds mooier.
Met die grote groep hebben we natuurlijk
weer veel werk verzet. Inclusief het werk
van de jeugdwerkgroep hebben we onge
veer 780 vierkante meter Essenhakhout op
kniehoogte afgezet.
Zaterdag 20 november waren we
bij Petrus van 't Westeinde aan de
Golepoldersedijk te Breskens.
Een grote opkomst, 14 man zelfs. Tijdens de
koffie en middagpauze was het kotje goed
gevuld. Om zoveel man van eten en drinken
te voorzien moet er wel het een en ander
gebeuren maar Tineke had zeer goede
hulp, we hadden dan ook niets tekort. Door
zijn ziekte kan Petrus helaas zelf niet meer
mee doen en dat valt ons allen zeer zwaar.
We hebben dan ook zoveel jaren samen
gewerkt en lief en leed gedeeld. Het is
gewoon onwennig om niet meer samen te
eten en te drinken en ondertussen over van
alles en nog wat te praten. We zullen hem
blijven missen. In ieder geval kan hij op ons
blijven rekenen als er wat gedaan moet
worden. Aan het eind van de dag hadden
we 12 wilgen geknot, ongeveer 140 staken
en 50 lange musters gemaakt.
Zaterdag 4 december waren we van
plan om nogmaals naar de familie Van 't
Westeinde te gaan maar door sneeuwval
hebben we dat verschoven naar 11 decem
ber. Helaas kon ik die dag niet aanwezig
zijn maar naar horen zeggen is alles natuur
lijk weer goed verlopen.
Er zijn daar deze keer 6 wilgen geknot en
ca 85 lange musters gemaakt, die alles met
11 man.
De laatste knotdag van het jaar hebben we
weer moeten afzeggen. Deze keer door zeer
zware sneeuwval, er lag bij ons in IJzendijke
zo'n 18 cm. Nog een complimentje aan
Sjaak Herman die als molenaar de avond
ervoor dit al zag aankomen, hij lijkt wel
onze weerman.
Rest mij nog alle knotters en knotsters te
bedanken voor hun geweldige inzet van het
afgelopen jaar.
Gerard van Daele
IJzendijke
31-12-2010
Verslag van de plantenwerkgroep
De traditionele acht excursies werden met
wisselende aantallen bezocht. Zo kwamen
er in volgorde 3, 12, 4, 4, 5, 8, 9 en 3 deel
nemers opdagen. In totaal verschenen 17
verschillende personen aan de start.
We bezochten het KM-hok Waterlandkerkje
[2x], Het Vinkenest (HZL], Groese duintjes,
Sint-Kruiskreek (SBB], Passageule (SBB],
Aardenburgse havenpolder [HZL] en het
Voorland van Nummer Eén.
- We starten het seizoen in de dorpskern
van Waterlandkerkje. We worden getrak
teerd op ongebruikelijk koud meiweer.
Handschoenen zijn geen overbodige luxe.
De eerste avond levert 133 soorten op.
Meest bijzonder is de vondst van ruim
200 Grote keverorchissen in bloei op het
kerkhof. Verder geeft een heel klein keer-
muurtje drie soorten varens prijs: Muur-,
Mannetjes- en Tongvaren. Op 26 augus
tus volgt een tweede kletsnatte ronde
waarin we nog eens 55 soorten toevoegen.
Daaronder veel warmteminnende éénjari
gen tussen de bestrating zoals Postelein,
Klein - en Straatliefdegras.
- Het kleine en nog jonge Vinkenest
geeft 102 soorten prijs. Vooral de schrale
afgegraven stukken scoren goed met
Zomerbitterling, Echt duizendguldenkruid
en Bleekgele droogbloem. Op het hogere
deel ontwikkelt zich inmiddels een wilgen
en populierenbosje.
- Het bezoek aan de Groese duintjes is
voor de geharde natuurvorser. De bijna
manshoge vegetatie is vochtig door de
regen waardoor we al snel tot aan het kruis
kletsnat zijn. Het hindert ons niet om twee
bloeiende Bijenorchissen te ontdekken op
het dijktalud. Het achter de dijk gelegen
vochtig hooiland is [door de duinverzwa
ring?] piasdras. De verwachte Rietorchis
heeft zodoende een sabbatical jaar. Wel
veel Egelboterbloem en Gele lis. Met nog
een klein stukje duin loopt de teller op tot
107 soorten.
- Een bezoek aan de nieuwe natuur ach
ter de Grote Boomdijk valt vies tegen.
Betrekkelijk weinig soorten [95] en geen
bijzonderheden. Het oogt allemaal nog erg
saai.
- De inventarisatie van het weidege
bied langs de Oudemansdijk ten zuiden
van Turkeye gaat onverwacht niet door.
Omdat het gras letterlijk voor ons voeten
is weggemaaid zijn we genoodzaakt ons
heil aan de andere zijde van de weg te
zoeken. In het gortdroge weiland opval
lend veel bijzondere soorten. Planten die
eigenlijk niet thuis horen in de streek maar
meer in het rivierengebied. Vermoedelijk
is het zaaizaad hieruit afkomstig. Zo vin
den we o.a. Beemdkroon, Blaassilene en
Karwijvarkenskervel. Opgeteld met de
andere soorten die we nog tussen het ver-
dorde gras kunnen herkennen komt het
totaal op 104.
- Ook het bezoek aan de nieuw ingerichte
Aardenburgse Havenpolder langs de weg
Draaibrug-Aardenburg valt ten prooi aan
de droogte. We lopen door de opgedroogde
kreekbedding en moeten speuren naar
de miniatuuruitgaven van allerlei planten.
Door het gebrek aan regen zijn ze erg klein
gebleven. Zo vinden we een exemplaar
Fraai duizendguldenkruid dat niet hoger is
dan 7 a 8 mm! Toch lukt het ons om nog
108 voornamelijk éénjarige soorten aan de
streeplijst toe te voegen. Meest opvallende
is het Doorschijnend sterrenkroos in één
van de nog water bevattende drinkputten.
Deze waterplant is eind jaren negentig voor
het eerst in Nederland gevonden en heeft
zich sindsdien blijvend gevestigd.
- Het uitkammen van het strandje van
Nummer Eén en omgeving levert 105 soor
ten op. De hollestelle (verhoogde drinkput]
verrast met een bijna dekkende deken van
Fijn hoornblad en langs de randen veel Zilte
waterranonkel. Een teken dat de drinkwa
tervoorziening voor het vee behoorlijk zoet
is.
Voor 2011 staan er weer 8 excursies op de
rol die voor iedereen die dat wil vrij toegan
kelijk zijn.
Awie de Zwart
Verslag van de Vlinderwerkgroep
Dagvlinders
In 2010 zijn evenals in vorige jaren op
enkele routes en in een aantal tuinen dag
vlindertellingen gedaan. Op de resultaten
hiervan wordt in een artikel elders in dit
nummer ingegaan. Daarom gaat dit verslag
in hoofdzaak over nachtvlinders.
Nachtvlinders
De specifieke projecten die de afgelopen
jaren zijn uitgevoerd op het gebied van
nachtvlinders, zoals het inventariseren per
uurhok, het doorlopend inventariseren op
vaste locaties en het zoeken naar dagac-
tieve nachtvlinders, waaronder het intensief
volgen van de Vijfvlek Sint-jansvlinder, zijn
zo goed als afgerond. De tellingen van de
afgelopen jaren worden op dit moment
verwerkt. Er is in de periode 2004 t/m 2010
op omstreeks 35 locaties geteld waarbij
in totaal bijna 190.000 vlinders zijn geteld,
verdeeld over 415 soorten. We staan nu
voor de uitdaging deze gegevens zoda
nig te bewerken en te presenteren dat
ook voor iemand die ze over tientallen
jaren raadpleegt helder is wat we hebben
gedaan, waarom we dat hebben gedaan en