De Wilgenboom
Anna Almekinders
Langs de weg stond een boom, een wilgenboom. Hij viel niet eens erg op zo te
midden van de essen, esdoorns en iepen. Althans niet voor ons, mensen.
Wilgen hebben het niet zo makkelijk op een
voormalige zandplaat. Alleen maar zand en
het grondwater zit diep. Toch heeft hij er 55
jaar gestaan.
20 tot 15 jaar geleden begon hij last van
ouderdomsverschijnselen te krijgen. Niet
aan alle takken verschenen nog blaadjes
in het voorjaar. Dat is niet erg, integendeel.
Spechten hakten holen in de stam en voed
den er hun jongen op. Daarna kwamen
de kauwtjes in de holen nestelen. In de
boom was het een lawaai van jewelste.
Jonge kauwen fluisteren nu eenmaal niet.
Vervolgens werden de holen gebruikt door
spreeuwen en vorig jaar was er vooral het
piepen van jonge koolmezen in de stam.
De voet van de boom was breed. Daar had
vroeger een dikkere stam gestaan, die al
eerder was gesneuveld. Dat was een mooie
plek voor een vlier om zich te nestelen. Zo
had onze wilg dan tenminste beneden nog
groene blaadjes, want verder werd dat min
der en minder.
Regelmatig waren er zwammen te zien op
de stam en de takken. Zwammen in meer
dere soorten en maten, maar vooral groot
tot zeer groot.
De bast was bijna overal doorboord met
kleine en grotere gaatjes. Dit is zeer waar
schijnlijk het werk van verschillende kever
soorten. De larven van de kevers leven in
en van het hout. Dat hout kunnen die larven
overigens niet op eigen kracht verteren, dus
maken ze gebruik van andere organismen
die dat wel kunnen, schimmels en bacteri
ën. Daar zijn meerdere methoden voor, b.v.
de kevers brengen een schimmel over naar
de voedselboom en laten de schimmel zijn
werk doen, zodat de keverlarve het voor
bewerkte hout kan nuttigen. Een andere
manier is om de schimmels of bacteriën
op te nemen in het spijsverteringstelsel.
De keverlarven kunnen dan hout eten en
de hulptroepen binnenin zorgen dat er ook
nog voedingstoffen kunnen worden opge
nomen. Hout levert weinig energie op. Veel
houtbewonende insecten hebben dan ook
een larvale tijd van meerdere jaren.
Het is gebeurd. In de nacht van 7 op 8 janu
ari was er een doffe klap. De volgende dag
zagen we hem liggen, deels op de weg, in
stukken. Het was niet veel meer. Het hout
voelde aan alsof het een spons was. Een
verrassing vonden we onderin de stam,
meerdere lagen met raten. Was dit een
wespennest? Het leek erop. Deze wespen
worden ook wel papierwespen genoemd,
omdat de nesten zijn gemaakt van papier.
De wespen schrapen hiervoor houtdeeltjes
af die ze dan verwerken tot papier. In zo'n
dode wilg is er volop hout. Dat spaart ener
gie.
De overschotten van de boom zijn van de
weg gehaald en mogen verder tussen de
andere bomen en struiken vergaan. We
zullen hem missen, wij en de spechten,
spreeuwen, kauwen, koolmezen en wie
weet wie nog meer. Maar de kevers, pis
sebedden, schimmels enz. hebben waar
schijnlijk nog jaren werk en eten.
Zwammen op de wilg [Hans van Kuijk
De wilg kwam ook op de weg terecht
[Hans van Kuijk