Dagvlindermonitoring 2010
Anna Almekinders
In het vorige nummer stond reeds een voorbeschouwing over de dagvlinder
waarnemingen in 2010. In dit Duumpje kijken we vooral wat er is gezien op de
routes en in de tuinen.
Routes
In totaal is er op drie routes geteld t. w. de
Kleine Boomdijk te St. Kruis, de Zuider-
bruggeweg te Heille en de Liniedijk met
een deel Passageule te Waterlandkerkje.
De routes zijn niet goed met elkaar te ver
gelijken. Zo is de route Kleine Boomdijk
circa 1 km lang en meten de beide andere
routes ongeveer het dubbele. Het beheer
van zowel de Kleine Boomdijk als de
Zuiderbruggeweg bestaat uit maaien. Op
de Liniedijk en aangrenzend gebied wordt
het beheer uitgevoerd door middel van
begrazing door runderen.
De Kleine Boomdijk is begroeid met gras
sen en kruiden, zoals verschillende soorten
klaver en akkerwinde, maar ook staan er
bramen en bomen. De omgeving bestaat uit
"nieuwe" natuur en akkers.
Langs de Zuiderbruggeweg liggen akkers en
weiden, maar er is ook een deel met vooral
bebouwing (huizen). Op deze route komen
dan ook relatief veel "tuinvlinders" voor. Een
voorbeeld is het veelvuldig voorkomen van
atalanta, dagpauwoog en bont zandoogje.
De route Liniedijk heeft een hoog gedeelte,
de dijk zelf, en een laag gedeelte. Dit lage
gedeelte ligt tegen het uitwateringskanaal.
Bij de inrichting tot natuurgebied is hier de
bouwvoor afgegraven. De verschillen tus
sen dijk en laaggelegen gebied uiten zich
ook in de vegetatie. Tegen het dijktalud
staat o.a. braamstruweel, terwijl in het lage
gebied rolklaver staat. Verscheidenheid in
de vegetatie geeft ook ruimte voor een gro
tere diversiteit aan vlinders.
Opvallend is dat zowel op de Kleine Boom
dijk als langs de Zuiderbruggeweg het klein
koolwitje het talrijkst was. Klein koolwitje
vliegt van april tot eind september in drie
generaties. Op alle drie de routes is deze
soort op bijna alle teldata gezien. Bij de
Liniedijk was het icarusblauwtje de topper.
Deze vlinder wordt zowel in mei als vanaf
juli gezien. Bij de Liniedijk komen hoge
aantallen voor, althans voor de huidige
West Zeeuwsch-Vlaamse begrippen. De
rups van het icarusblauwtje leeft op klaver;
hier is dat de rolklaver.
Aantallen soorten per route.
Op alle routes zijn bruin zandoogje en
oranje zandoogje goed vertegenwoordigd.
Beide soorten hebben grassen als waard-
plant. Bij de Zuiderbruggeweg is het oranje
zandoogje in veel grotere aantallen aanwe
zig dan het bruin zandoogje. Het is bekend
dat het oranje zandoogje vooral voorkomt
in lijnvormige elementen als wegbermen
en dijken. Bij de route Liniedijk is juist het
bruin zandoogje dominant. Overigens zijn
hier de verschillen goed te zien: het oranje
zandoogje vliegt vooral in de directe omge
ving van de dijk en het bruin zandoogje op
de vlakte. Bij de Kleine Boomdijk zijn de
verschillen niet zo groot, maar wel in het
voordeel van het bruin zandoogje. Dit is
vooral te danken aan het feit dat het bruin
zandoogje een wat langere vliegtijd heeft.
Bruin en oranje zandoogje kennen één
generatie per jaar. Bruin zandoogje vliegt
vanaf half juni en oranje zandoogje vanaf
eind juni. Na half augustus worden hooguit
nog enkele exemplaren gezien.
Zwartsprietdikkopjes zijn opvallend weinig
gezien op deze routes. Ook zwartsprietdik
kopjes vliegen in één generatie die nage
noeg gelijktijdig is met die van voornoemde
zandoogjes. In eerdere jaren werden ze op
meerdere plekken massaal aangetroffen.
Het is de vraag of de schaarste van 2010
een incidentele dip is of dat het slecht
gaat met de soort. Overigens is in 2010
ook in de rest van Nederland
het zwartsprietdikkopje relatief
weinig gezien. Een lichtpuntje is
dat in de Willem-Leopoldpolder
wel veel zwartsprietdikkopjes zijn
waargenomen. Komend seizoen
zal er extra aandacht aan deze
soort worden gegeven. Hiervoor
gaan we met een groepje vfinder-
aars op zoek en proberen dan op
meerdere plaatsen "terreindek-
kend" te tellen.
Een ander dikkopje is het groot
dikkopje. Hiervan zijn drie vlin
dertjes geteld bij de Liniedijk. Het
groot dikkopje leeft in dezelfde
biotoop als het zwartsprietdik
kopje, voedt zich eveneens met
grassen, maar toch is hij aanzien
lijk schaarser. Tot nog toe is hij
op maar enkele plaatsen in West
Zeeuwsch-Vlaanderen gesigna
leerd.
Een vlinder die lijkt op te rukken is de
kleine vuurvlinder. Hiervan zijn bij de
Zuiderbruggeweg 18 exemplaren geteld en
bij de Liniedijk 13.
Het totale aantal soorten dat is gezien op
de routes bedraagt 17.
Tuintellingen
De werkgroepleden houden ook de vlin
derstand in de eigen tuin bij. Bij kleinere
tuinen binnen de bebouwde kom speelt
vooral de omgeving een belangrijke rol.
Tuinen die aan de rand van de bebouwing
staan hebben veel meer interactie met het
buitengebied dan tuinen die midden in de
bebouwde gebieden zitten. Deze interactie
is van belang omdat veel van de vlinders
die in de tuinen worden waargenomen
daar niet hun hele leven verblijven, d.w.z.
de gehele cyclus van ei tot imago. In tui
nen gaat het veelal om vlinders die nectar
komen drinken. Voedselplanten voor de
rupsen staan dan elders, denk hierbij aan
-Kleine Boomdijk
Liniedijk
-Zuiderbruggeweg
apr mei jun jul aug
Aantallen exemplaren per route.
-Kleine Boomdijk
Kleine Boomdijk
Liniedijk
Zuiderbruggeweg
jun jul aug