Visdiefjes samen op en vogelwerkgroep zoek naar watervogels Dilia Timmers In januari met kinderen de natuur in? Is dat wel een goed idee? De kijkhut in De Blikken: Valt er zo midden in de winter wel iets te beleven of te ontdekken voor kinderen? 'Wat is dat voor eend?" (Geert Janssens], Nou en of! Het Grote Gat in Oostburg: "Is dat nu een sperwer of een buizerd?" (Geert Janssens], De Plate: heel bijzonder was daar de grote zilverreiger (je ziet vaker de kleine zilverrei ger), te herkennen aan zijn gele snavel. De Sophia: dit nog jonge natuurgebied vormt een waar eldorado van vogels. We zagen veel kleine zwanen, wulpen, kuifeen- den, tafeleenden, slobeenden en een paar knobbelzwanen. Na een tocht van 3 uur waren we weer terug bij de schuur van 't Zeeuwse Landschap. De meeste kinderen hadden meer dan 20 soorten aangevinkt, waaruit blijkt dat ze goed hadden opgelet tijdens de tocht. Alle kinderen kregen een nieuwe zoekkaart mee naar huis om samen met hun ouders nog eens op zoek te kunnen gaan naar watervogels. Zoekkaarten Na het uitdelen van duidelijke zoekkaar ten, met daarop 35 vogelsoorten die we wellicht konden aantreffen, gingen we op pad. Daarbij was er ook nog een kaart van de Arctische broedgebieden, want waar ligt eigenlijk Nova Zembla, Spitsbergen of Groenland? De kaarten vormden een uitdaging voor de 17 kinderen om goed rond te kijken en zodoende zoveel mogelijk soorten aan te kunnen vinken. Waren die zwart-grijze ganzen nou brand- ganzen of rotganzen? En waar moetje op letten bij het herkennen van verschillende meeuwen? Vogelaars Gelukkig hadden we hulp van echte voge laars: Piet, Reggy, Herman en Roger konden de kinderen antwoord geven op al hun vra gen. Ook wisten zij allerlei details over de vogels te vertellen, zoals de broedgebieden, typisch gedrag of andere kenmerken. Door de grote telescopen konden we de vogels "van dichtbij" bekijken. Vogelgebieden Per auto bezochten we 5 gebieden waar we naar verwachting vogels konden aantreffen. Het Grote Gat: aalscholver, blauwe reiger, zilvermeeuwen, kokmeeuwen, wilde eend, grauwe gans en een roofvogel (waarschijn lijk een sperwer). De Reep: bij de Henricusput meerkoetjes, waterhoentjes, een aalscholver in zijn typi sche houding en nog Canadese ganzen. De Blikken: vanuit de vogelkijkhut (o, wat kan het tochten in zo'n hut) zagen we veel krakeenden, bergeenden en smienten. Rijdend door de Nieuwe Groedsche Polder zagen we plotseling honderden brandgan- zen. Heel indrukwekkend door het grote aantal, maar ook het feit dat bijna alle brandganzen, komende van hun broed gebieden in Groenland, Nova Zembla en Spitsbergen, hier overwinteren. y

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2011 | | pagina 12