Zoogdierweekend Zeeland (2)
Op de hoger gelegen zandgronden in het
oosten van ons land is het de meest voor
komende waterranonkel maar bij ons is
deze soort uiterst zeldzaam. Dat de soort
juist in Aardenburg opduikt wekt geen
verbazing. De putten bevinden zich hier op
een dekzandrug waardoor het watermilieu
duidelijke overeenkomsten heeft met de
groeiplaatsen in het oosten van het land.
Vertrappen
Zo overdonderend als waterranonkel soms
verschijnt even plotseling kan ze weer ver
dwijnen. Dat is het lot van een pionier. De
kale bodem raakt langzaam begroeit met
overjarige soorten waardoor waterranonkel
het onderspit delft.
Voor langdurig optreden is waterranonkel
afhankelijk van ingrepen in het puttenmi-
lieu. Runderen spelen hierin een belangrijke
rol. Wanneer zij komen drinken aan de
rand van de put vertrappen zij plaatselijk
de vegetatie. Daardoor ontstaan lokaal kale
plekken langs de ondiepe oevers die door
waterranonkel dankbaar worden benut.
Men kan dus stellen dat alleen wanneer de
oevers met voeten [poten] worden getreden
waterranonkel het hoofd boven water kan
houden.
Awie de Zwart
Jimmy Pijcke
Hier is goed te zien dat de oppervlaktespanning van het water de muis drijvende houdt. Hij hoeft
alleen nog maar een beetje te trappelen met zijn pootjes om vooruit te komen (Luc van Beijsterveidt).
Zaterdagochtend half 8 stap ik binnen in
de schuur van het Zeeuwse Landschap bij
Oostburg. Ik tref een handjevol mensen
in diepe rust. "Het was gisteren nogal laat
geworden" zegt Kees, die half wakker kof
fie aan het zetten is. Na een lekker bakkie
komt toch iedereen uit zijn slaapzak, eet,
drinkt en we gaan op pad. Het gezelschap
van de Landelijke en Zeeuwse zoogdier-
vereniging en geïnteresseerde Duumpjes
wordt opgesplitst in groepjes, die elk 4 a 5
locaties bezoeken. Op al deze locaties zijn
woensdag muizenvallen neergezet, met stro
(om warm te blijven) en voer [als lokaas).
Allereerst ga ik naar de Passageule. Bij het
langslopen van de vallen zie ik een dichtge
vallen luikje. "We hebben er één!", denk ik
enthousiast, want voor mij is dit een geheel
nieuwe ervaring. Ik houd de zak gereed en
Jeroen schut het bakje met de muis erin
leeg.
Op de bodem rent een muisje heen en
weer. Het beestje heeft kleine oren dicht
tegen het lichaam, geen spitse snuit en een
heel kort staartje. "Duidelijk een veldmuis",
zegt Jeroen. We noteren het, laten het
muisje weer los en zetten de val terug op
z'n plek.
Op de volgende locatie, de Sint Kruiskreek,
doen we hetzelfde. Maar dit keer treffen
we wel een heel erg druk baasje. Het is een
bosmuis, met grote oren, lange staart en
het springt alle kanten op.
Ook vinden we nog een rosse woelmuis.
Eigenlijk beetje hetzelfde als de veldmuis,
maar dan langere staart en rossige kleur,
leer ik. Zo bezoeken we nog de wallen van
Aardenburg en de Eekloosche watergang,
waar ik kennis maak met meneer dwerg
muis.
In de voormiddag gaan we kerkzolders
bezoeken, op zoek naar vleermuizen.
Geheel onder de indruk kom ik de kerk
weer uit.
Fantastisch om te zien hoe het er daarbo
ven uitziet. Het vergt wel veel klimwerk en
je moet geen hoogtevrees hebben, maar de
ervaring is adembenemend. Helaas geen
vleermuizen gezien, maar wel veel poep,
dus ze hebben er gezeten.
's-Middags en 's-avonds doen we nog een
ronde muizenvallen. Geen nieuwe soorten
meer gevonden, wat mijn lijstje op 4 houdt.
Om half 1 's-nachts kom ik tevreden thuis.
Het was een gezellige en leerzame dag. En
de volgende keer wanneer ik een muis zie,
zal ik zeker aan deze geweldige ervaring
terug denken.