Hazen en konijnen
een wereld van verschil
De jongen worden geboren in open
lucht. In tegenstelling tot konijnen zijn
hazenjongen bij de geboorte volledig
behaard, kunnen ze reeds zien en
lopen. In zoverre dat ze de geboorte
plaats al na enkele dagen verlaten.
Dan begint het echte overleven.
Hiervoor hebben beide soorten totaal
verschillende strategieën uitgewerkt.
Konijnen vertrouwen op hun burch
ten en gangen om te ontsnappen aan
predatoren. Hoewel ze vlug kunnen
lopen houden ze dit niet lang vol. Het
zijn zogenaamde sprinters, vlug over
Links een haas en rechts konijnen tHans van Kuijk],
□anny Bauwens
Hoewel hazen en konijnen tot de orde van de haasachtigen en in West
Europa tot dezelfde familie behoren zijn er grote verschillen in gedrag en
leefwijze. Op het eerste zicht zou je dit niet denken, qua bouw en uiter
lijk schelen haas en konijn niet zo veel van elkaar. Maar het is maar een
oppervlakkige vergelijking. Wanneer we wat dieper kijken is er een hele
reeks verschillen. Laten we eens kijken waar deze dieren wonen.
Konijnen maken holen, dat weet ieder
een, en ze zijn met veel. Een gangbare
kolonie bestaat uit één familie met
ongeveer 10 individuen. De burcht
bestaat uit een gangenstelsel met een
hoofdkamer en verschillende zijgan
gen. De hoofdkamer wordt gebruikt
door het dominante paar als nest
plaats. Hierin worden de jongen ter
wereld gebracht. De andere vrouwtjes
binnen de kolonie moeten zelf een
gang graven met aan het einde een
klein hol. Deze wordt gebruikt als
kraamkamer. De jongen komen naakt,
blind en volledig hulpeloos ter wereld,
zogenaamde nestblijvers.
Bij de haas gaat het helemaal anders
in zijn werk. Voor zichzelf maakt de
haas een leger, dit is niet meer dan een
kuiltje in de grond waarin hij of zij gaat
liggen. Iedere haas heeft een leefge
bied dat overlapt met leefgebieden van
andere hazen. Groepsvorming kan op
treden tijdens het foerageren of in de
paartijd. Maar hazen zijn overwegend
solitaire dieren. Enkel in de paartijd
ontstaat er een korte band tussen ram
melaar en moer.
een korte afstand. Wat ze wel gemeen
hebben met hun neef de haas zijn hun
ogen. Deze zijn uitstaand in de kop en
geven zodoende een zicht van circa
360° Wanneer een konijn opgeschrikt
wordt zal deze steeds met de staart
rechtop in een zigzagpatroon weg
vluchten. De onderkant is wit en dient
als signaal naar de anderen, pas op,
gevaar.
Hazen betrouwen op hun schutkleur en
uithoudingsvermogen. In eerste instan
tie blijven ze liggen tot hun vermeende
belager zeer dicht genaderd is. Komt
deze te dicht dan schieten ze recht en
gaan er met een rotvaart vandoor.