Natuur Hans van Kuijk Mijn wieg stond in Tilburg. Voor zover er tijd was naast het drukke huishouden ging mijn moeder met de kinderen naar buiten, wandelen in de bossen. Veel van die bossen dicht bij de stad waren eigendom van textielbaronnen. Daar mocht je niet in zonder toestemming; dan werd je door de boswachter weggestuurd. Mijn vorige woonplaats was Den Haag, ge legen in een agglomeratie waar meer dan 1 miljoen mensen wonen. Ons huis stond in het hartje van de stad op een steenworp afstand van het Binnenhof. Toch kon je snel uit de drukte in het groen komen. Via het Malieveld naar het Haagse Bos en door park Clingendael naar Meijendel. Bij boer derij Meijendel aangekomen was het tijd voor een drankje en pannekoek, oppassen dat de mussen er niet mee vandoor gingen, en dan verder richting zee. Daar kon je kie zen om naar het noorden te gaan richting Katwijk maar dan moest je wel een dag voorde wandeling uittrekken of zuidwaarts naar de Waalsdorpervlakte. Vanaf daar ging de route door de Scheveningse bosjes naar het Vredespaleis en dan was je weer in het centrum van de stad aangekomen en een aantal uren verder in de tijd. Afgelopen zomer ben ik een aantal malen in natuurgebieden op zoek geweest naar dagactieve nachtvlinders. Ik was er al eerder geweest maar nu viel het me op hoe klein die gebieden zijn in vergelijking met waar ik voorheen woonde. Vaak kun je het hele gebied vanaf een enkele plek overzien of tenminste van de ene naar de andere kant kijken. Op papier lijkt de op pervlakte van de EHS [inclusief de delen Willem Leopoldpolder. Je kunt van één enkele plek het hele gebied overzien (Hans van Kuijk]. Ik herinner me dat mijn moeder mij en een zus van me meenam naar een villa net bui ten de stad, waar de oude mevrouw van de Mortel woonde om daar een wandelkaart te vragen. We werden door een dienstbode meegeno men naar een grote ruimte waar mevrouw op een hoge stoel zat. Ze keek ons eens keurend aan, zette haar handtekening op een kaart die haar door een man werd aangereikt. Die vulde de rest in en dan mochten we weer een jaar lang de bossen in. Maar er waren ook veel natuurter reinen waar je zonder kaart in mocht. Die lagen wat verder af zoals in Oisterwijk [de vennen en de heide], rond Moergestel en Hilvarenbeek. We deden alles te voet en het was te ver om daar heen te lopen. Soms gingen we er met de bus heen naar Oisterwijk bijvoorbeeld om bosbessen te plukken. Volop natuur. Er is natuurlijk veel verdwenen maar ook nu nog zijn er rond Tilburg veel natuurgebieden. Later woonde ik in Kaatsheuvel, bekend van de Efteling, waar we ook wel eens heengin gen, maar we speelden ook in de Loonse en Drunense duinen die per fiets gemakkelijk bereikbaar waren. Weer later verhuisde ik naar Apeldoorn. Over de omvang van de natuurterreinen hoef ik niet uit te weiden, die is voor Nederlandse begrippen enorm. Je kon er gemakkelijk de weg kwijtraken. V

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2009 | | pagina 22