Van natuurbescherming naar
natuurontwikkeling...
door Leo D'Hoore
De leden van natuurbeschermingsvereniging 't Duumpje hebben zich vanaf de
oprichting (1956) zeer ingezet voor het wel en wee van de flora en fauna in onze
streek. Ook de kwaliteit van het landschap werd niet uit het oog verloren. Ver
anderingen in de landbouw maar ook in de infrastructuur van de streek legden
steeds grotere beperkingen op het leefgebied van flora en fauna.
Het beschermen van biotopen voor planten, dieren en vogels was en is een be
langrijke taak van de vereniging.
versterking en uitbreiding van bestaande
gebieden, dit leek een betere optie dan
vasthouden aan steeds kleiner wordende
en verspreid liggende gebiedjes.
Landelijk werd de Ecologische Hoofdstruc
tuur (EHS) bedacht en vastgesteld.
De ecologische hoofdstructuur moest er in
voorzien om alle belangrijke natuurgebie
den in Nederland met elkaar te verbinden
d.m.v. ecologische zones. Het idee hierbij
was (en is) dat door belangrijke gebieden
met elkaar te verbinden de kwaliteit van die
gebieden zou toenemen en ook dat verdere
versnippering van natuur en landschap
zou worden tegengegaan. Er moest dus
weer ingezet konden worden. (Hans van Kuijk).
toegewerkt worden naar grotere eenheden
en de ontwikkeling van een versnipperd
landschap moest worden tegengegaan.
De provincie Zeeland voert de regie over
de uitvoering van de EHS in Zeeland. Voor
wat betreft de EHS in West-Zeeuws-Vlaan-
deren heeft 't Duumpje intensief mee
gewerkt om de EHS op kaart te brengen
en participeert ze in ruilverkaveling en
gebiedsontwikkeling onder meer om de
EHS te realiseren.
De structuur van de EHS volgt bij ons
veelal oude kreeklopen. Daarnaast zouden
(potentieel) belangrijke gebieden uitge
breid moeten worden.
Na aanvankelijke aarzeling heeft de land
bouw aan de uitvoering van deze voor-
De Sophiapolder wordt opnieuw ingericht. Grote depots met zand kwamen er vrij, die elders
Tot in de beginjaren tachtig werd er
vooral aangestuurd op het beschermen
van bedreigde terreinen in West Zeeuws-
Vlaanderen.
Begin jaren tachtig vonden er achtereen
volgens diverse ruilverkavelingen plaats.
De landbouw kende (overigens al langer)
een proces van schaalvergroting en ratio
nalisatie van die landbouw. Waar voorheen
vooral boeren het typische landschap van
kreken, dijken, bomenrijen e.d. onderhiel
den werden dit soort elementen in snel
tempo veranderd om omgezet te worden in
landbouwcultuurland.
Er was geen beschermen meer aan. De op
pervlakte van natuurgebieden verminderde
in snel tempo en ook de kwaliteit van na
tuur en landschap gingen achteruit, grote
percelen met monocultuur (één gewas)
kwamen ervoor in de plaats, funest voor
biodiversiteit.
De ecologische hoofdstructuur
Binnen de natuurorganisaties ontstond het
besef dat er iets moest gebeuren. Op deze
manier verder gaan zou betekenen dat in
hoog tempo natuurgebieden nog verder
zouden afkalven en verdwijnen.
Voor het eerst (halfjaren 80) ontstond
toen het idee om actief te werken aan