Oeverzwaluwen in de Sophia polder meteen een succes door Herman van de Voorde Zand genoeg in de Sophiapolder (tussen De Lieter en Bakkersdam) om een oeverzwaluwwand aan te leggen. Op verzoek van 't Duumpje en Het Zeeuwse Landschap is dat in de Sophiapolder-midden, in het gedeelte dat in 2008 is opgeleverd, ook gebeurd. De Sophiapolder-midden met op de achtergrond de Oeverzwaluwwand [Jaap PoortvlietJ. De wand is bezaaid met nestholten [Jaap Poortvliet). De officiële naam oeverzwaluw Riparia riparia en volksnamen als dijk-, water en zandzwaluw zeggen iets over het oorspronkelijk broedbiotoop, namelijk steile, afgekalfde oevers van rivie ren, beken of meren. In deze wanden worden gangen gegraven die eindigen in een nestholte. De "platte" korrel van rivierzand zorgt voor een stevige wand, i zodat de gangen niet instorten. Het zand in de Sophiapolder, van de vroe- i gere Passageule, is hiervoor uitermate i geschikt en de oeverzwaluwen konden i dat ook waarderen, gezien de aantallen die er in 2009 hun broedplaats vonden, Herkenning Met zijn 12 cm is de oeverzwaluw de kleinste zwaluw die in Nederland voorkomt en zijn gewicht is slechts 14 gram. De bovenzijde is grijsbruin, de onderzijde vuilwit met een duidelijk afgetekende grijsbruine borstband. De staart is ondiep gevorkt. De roep is een raspend trrrsh, de vlucht is snel en licht, met weinig glijpauzes. De oeverzwaluw is een kolonievogel, die als zomergast in april-mei in ons land aankomt en in augustus-september weer vertrekt. Broeden Doordat meanderende rivieren en I beekjes genormaliseerd (d.w.z. recht- A getrokken) zijn, verdwenen de steile e wanden en daarmee de oeverzwa- 1 luwen. De soort is nu aangewezen op zand- en kleiafgravingen, dijken f en bouwputten. De vogels zijn erg d honkvast, maar doordat deze locaties 3 steeds veranderen zijn ze regelmatig n genoodzaakt een nieuwe nestplaats te n zoeken. v In 2 tot 3 dagen graven de mannetjes z horizontale gangen in een steile wand. e De gangen lopen iets op, zodat er geere water in kan lopen. De lengte van de v gangen varieert van 40 cm tot 160 cm. - Meestal broeden oeverzwaluwen twee V keer per seizoen. Ze gebruiken de 0 tweede keer dezelfde nestgang, maar 2 maken deze dan wat langer. De vorm v van de gang is elliptisch. De breedte 'r bedraagt ongeveer 7 cm, de hoogte is B ongeveer 5 cm. De nestholte aan het Ir einde van de gang is ongeveer 15 cm e breed, 6 cm hoog en is bekleed met V( wat veertjes en plantendelen. 9 De nesten worden hoofdzakelijk in de ei

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2009 | | pagina 12