Laat gewoon niet zeldzaam worden. Er wordt veel gedaan om be dreigde soorten te behouden en verdwenen soorten nieuwe kansen te bieden. Tegelijkertijd blijkt dat de biodiversiteit achteruit gaat. Het is belangrijk ook gewone soorten aandacht te geven en te bescher men, omdat zij de basis vormen van het leven op aarde. De vlinderstand gaat al lange tijd achteruit. Het is het gevolg van veranderd landgebruik (woning bouw, industrie en landbouw] en het gebruik van bestrijdingsmidde len. Ook uitstoot van verontreini gende stoffen heeft zo z'n invloed. In toenemende mate wordt ook de invloed van de opwar ming van de Aarde zichtbaar. Een vlinder soort als de kleine vos, die vroeger talrijk was, is in snel tempo aan het verdwijnen, zowel in Frankrijk, België als ook in het zuiden van Nederland. Het is belangrijk te kijken of de afname van de bio diversiteit kan worden gestopt of op z'n minst vertraagd om planten en dieren de kans te geven zich aan de veranderende omstandig heden aan te passen. Het is daarbij van belang dat er migratiezones zijn waarlangs dieren en met name insecten kunnen verhuizen naar plaatsen waar betere leefomstan digheden zijn. Daarnaast zijn die zones ook nodig om populaties gezond te houden. Een kleine populatie in een klein gebied is erg kwetsbaar. Ziekten, te intensieve begrazing of verkeerd maaien kan het einde van de populatie bete kenen. Op dit moment ontbreken die migratiezones grotendeels. Men is wel bezig met de aanleg van de EHS (Ecologische Hoofdstructuur] maar dat gaat op veel plaatsen moeizaam. Daarbij is de EHS vooral uitgevoerd als natte struc tuur met name voor watervogels. Bij de aanleg van natuurgebieden heeft men over het algemeen het behoud of de (her]introductie van bijzondere soorten op het oog. Hierbij is geen rekening gehouden met de gevolgen van de klimaat verandering, omdat die op het moment van de planning nog geen grote rol speelde. Men begint nu in te zien dat, om die verande ring het hoofd te kunnen bieden, robuuste gebieden nodig zijn waar soorten zich aan de veranderende omstandigheden kunnen aanpas sen en zones die de gebieden met elkaar verbinden. Het zal niet eenvoudig zijn dit op korte termijn te realiseren. Kijkend naar de toe nemende weerstand tegen aanleg van nieuwe natuurgebieden ten koste van landbouwgrond rijst de vraag of het ook anders kan. In West Zeeuwsch-Vlaanderen liggen er kansen. Dit gebied heeft veel kleine polders met daarom heen dijken die een soort netwerk in het landschap vormen. Deze vormen een prima mogelijkheid om trekroutes te maken. Daarvoor moet de inrichting van die dijken worden aangepast evenals het beheer. Er zijn al routes waarlangs vlinders migreren bekend, maar die kunnen plotseling verstoord of onderbroken worden door inten sieve begrazing of verkeerd of te vroeg maaien. Voor vlinders zijn, net als voor veel andere insecten en diverse planten, kleine verschillen in het microklimaat mede bepalend voor de overlevingskansen. Op dijken ontstaan door hoogteverschillen verschillende microkli maten. Ook verschillen in beplanting, begra zing en maaien kunnen daaraan een bijdrage vormen. Deze herinrichting en het aanpassen van beheer van dijken kost natuurlijk geld. Wellicht heeft een goed plan bij de overheid kans op het verkrijgen van mid delen. De eerste stap is dat eigenaren en beheerders de bereidheid moeten hebben om een plan te maken. De voordelen van dit plan zijn legio: - Er hoeft geen landbouwgrond onttrokken te worden; - Het vergroten van de biodiversi teit op en langs de dijken heeft positieve gevolgen voor aangren zende landbouwgronden; - Het aanzicht van de dijken ver betert hetgeen een toeristische waarde heeft; - Maar vooral: de natuur heeft er baat bij.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2009 | | pagina 9