Vogelkijkexcursie 29 maart bij de Herdijkte Zwarte Polder De grote kortharige bruine hond-met- dunne-staart rende zo enkele keren heen en weer dwars door het hele gebied. Aan de noordkant is geen schapen gaas. We denken dat hij daar onder het prikkeldraad is door gekropen en weer terug. Want ineens was hij verdwenen. We hopen dat zijn baas hem in het vervolg buiten dit natuurgebied houdt. Of zou er toch gaas moeten komen aan die kant?? Omvliegende kluten (Jaap Poortvliet], Kljjten waren druk doende met voed sel zoeken, al zwemmend en op hun kop staand. Meestal zie je ze met hun omhooggewipte snavel door een laagje slik heen en weer slaan, maar nu leken 11 ze als eenden te grondelen. Bij een ander kreekje zat een groepje 11 smienten, zo'n stuk of tien. Deze keer waren ze niet aan het grazen, maar lagen ze lekker te soezelen in de zon. Misschien even uitrusten voor de lange nachtelijke tochten naar het hoge noorden, naar hun broedgebieden op J de toendra's. Door de telescopen van enkele men sen kregen we menig vogel haarscherp in beeld. Zoals b.v. een bontbekplevier, enkele bonte strandlopers, tureluurs, wat kleine mantelmeeuwen met hun gele poten, een tiental wintertalingen, flink wat bergeenden en een groep rustende steenlopers. Plotseling vloog een koppel patrijzen haastig weg. Opgeschrikt door een door Petrus van 't Westeinde Vanaf de dijk keken 15 deelnemers naar de vogels in het sinds enkele jaren op "natuurwijze" ingerichte poldertje. Er zijn kreekjes, plassen, stukken grasland en duinen aangelegd. De meeste vogels zaten in de ondiepe kreken. jagende hond, die met grote snelheid heen en weer door het gebied jak kerde. Strandplevier (Awie de zwart]. Hij ving niets, maar verstoorde, ja verstóóórde toch wel het een en ander. Behalve de paar grauwe ganzen. Die liepen een stukje opzij, maar hadden al snel door dat het niet om hen ging, dus vluchtten ze niet verder. We ontdekten op de achterkant van een slikje een klein soort pleviertje, vermoedelijk een strandplevier. Zo'n klein bolletje dat stilstaat en dan weer een stukje rent, vooruit, of opzij, dan weer terug. Kortom een beweeglijk vogeltje dat op zicht jaagt: een oogja ger, zoals kievit, zilverplevier en andere plevieren. Zo'n strandpleviertje broedt op droge stranden of slikken: een kuiltje, wat stukjes schelp en het nestje is klaar. Alleen de stranden zitten 's zomers vol met mensen. Waar moet dat beestje broeden? Juist in natuurgebiedjes zoals de Herdijkte Zwarte polder. Door de koude westenwind keken we met onze betraande ogen toch niet lang. We gingen terug langs een stukje Verdronken Zwarte polder al waar we van dichtbij nog enkele kluten en bont- bekplevieren konden bewonderen. Van de deelnemers kwamen er tien uit Zuid-Holland.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2009 | | pagina 9