Figuur2. Resultaten van de Bosull-lnventarlsatle In Zeeuws-Vlaanderen in 2008. Helaas konden de locatie en de waarnemer niet meer worden achterhaald. Daarna was het tot de inventarisatie van 2008 'stil'. Op 8 februari 2008 werd in het Toniobosje nabij Sint Kruis pas de volgende Bosuil gehoord (Jan Janssens], Mogelijk was de soort in Jonge Bosuil in Braakman Noord op 23 mei 2008. Het jong was op het moment van ringen 16 dagen oud. Voor een Bosuil was het jong vier tot zes weken later geboren dan normaal. Het nest bevond zich in een boomholte. Zowel jonge als oude Bosuilen zijn te herkennen aan de zwarte ogen (Henk CastelijnsJ. de tussenliggende ook jaren aanwezig, maar werd ze niet opgemerkt. Onderzoeksmethode 2008 Voorafgaand aan de inventarisatie is een instructie opgesteld en is afgesproken wie welk gebied zou gaan inventariseren. In overleg met de waarnemer is bepaald welke locaties in een bepaald gebied voor onderzoek in aanmerking zouden moeten komen en welke niet. Van belang hierbij was het gegeven dat een Bosuil sterk gebonden is aan bos. De instructie was gebaseerd op de BMP- handleiding van SOVON Vogelonderzoek (Van Dijk 2004}. De belangrijkste punten in de instructie waren. - Leer het geluid van zowel man als vrouw Bosuil kennen. Luister naar het bij de email gevoegde geiuid. De 'hoehoe-roep' is van het mannetje de 'kwiek' van het vrouwtje. - Bezoek in de periode 15 januari-15 april in de avondschemering drie keer alle potentiële broedplaatsen. Noteer alle roepende Bosuilen op een kaartje. Als je gebruik maakt van geluidsnabootsing volstaan twee bezoeken. - Speel het bij de email gevoegde geluid nabij de potentiële broedplaats drie keer af (duur ±2V2 minuut}. Wacht daarna 5-10 minuten en speel het opnieuw af. Wacht weer 5-10 minuten en ga pas daarna verder. Ga tijdens het afspelen op ruime afstand van de geluidsbron staan. Als je te dichtbij staat, hoor je het antwoord van Bosuil niet. - Zodra je op een bepaalde plaats een Bosuil hoort, kun je het geluid beter meteen uitzetten. Blijf nog wel enige tijd luisteren, om na te gaan of er eventueel een tweede mannetje roept. - Bosuilen roepen het best bij windstil weer. De temperatuur doet er niet toe. Een heldere windstille avond met vorst is dus prima. - Bosuilen hebben een groot territorium. Overschatting van het aantal is daarom een reëel gevaar. Mocht je op een bepaalde plaats een Bosuil horen, en twijfelen of er ook een op een nabijge legen plaats zit, ga dan tussen beide plaatsen in staan en wacht enige tijd. Als een vogel begint te roepen, antwoordt de buurman meestal. Je weet dan zeker datje met twee paren van doen hebt. - Als je van een locatie twee waarnemin gen van verschillende datum hebt, neem dan aan dat het om één paar gaat als de waarnemingsplaatsen minder dan 1000 meter uit elkaar liggen en om twee paren als de locaties verder dan 1000 meter uit elkaar liggen. Resultaten 2008 In totaal werden 85 locaties bezocht waar onder een aantal voor de Bosuil onge schikte. Zes kleinere, geïsoleerd liggende bosjes, in grootte variërend van 2-14 ha, werden niet bezocht. In totaal werden 35 territoria van de Bosuil vastgesteld: 27 in Oost, 7 in Midden en 1 in West Zeeuws- Vlaanderen (figuur 2}. De gemiddelde dichtheid voor geheel Zeeuws-Vlaanderen bedroeg 0,48 territoria per km2. De grootste concentratie Bosuilen bevond zich rondom Hulst en in de Waterlei- dingbossen van Clinge en Sint Jansteen. Andere gebieden met nogal wat Bosuilen waren de omgeving van Koewacht, Over- Niet bezocht (n=6) Bezocht, niet aanwezig (n=47) Bezocht, aanwezig (n=35)

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2009 | | pagina 16