Nieuwe vleermuisbehuizing aan de Bierkreek Nanning-Jan Honingh IJzendijke is sinds kort een vleer muisbunker rijker, en wel op het terrein van biologische kwekerij De Bierkreek 'Projectleider' was Nanning-Jan Honingh van Stichting Landschapsbeheer Zeeland. Al enige jaren is Stichting Landschapsbeheer Zeeland in samenwerking met vrijwilligers van de Zoogdierwerkgroep Zeeland bezig met het inrichten van vleermuiswinterverblijven. Dit gebeurt onder andere door het bouwen van vleermuiskel ders. Er zijn intussen heel wat van deze ondergrondse elemen ten in heel Zeeland te vinden. Archeologen van later tijd zullen ongetwijfeld met stomheid wor den geslagen en zich tot het eind der tijden afvragen met welk doel deze (graf?)kelders ooit zijn gebouwd. Dit artikel wil een bij drage leveren aan de theorievor ming daarover. Vleermuizen leven van vliegende insecten en omdat deze in het winterseizoen weinig actief zijn, houden vleermuizen een winter slaap. Enkele soorten doen dat bijvoorbeeld in bunkers uit de Tweede Wereldoorlog waar we ze regelmatig tijdens inspecties tegenkomen. Om het winterver blijf te optimaliseren wordt dan een ijzeren deur of traliewerk met slot geplaatst tegen vanda len; de bunker wordt schoonge maakt en er worden 'hangplaat- sen' gemaakt, waartussen de vleermuizen kunnen wegkruipen als buiten een straffe noordoos ter rond het bouwwerk giert. Het zijn vaak mannetjes van de watervleermuis die omringd door een bescheiden harempje van vrouwtjes de winter trachten te overbruggen. Op Zuid-Beveland doen we iets dergelijks met sluisjes die in de binnendijken van de vele polder- tjes zorgen voor de waterafvoer. Meestal staat het water hierin erg laag. We sluiten de in- en uit gang af met een houten schot, maar op een manier dat het water onderlangs en de vleer muizen bovenlangs de sluis in en uit kunnen gaan. Het is belang rijk dat de vleermuizen rustig, vorstvrij en onder vochtige omstandigheden kunnen over winteren. Een relatief nieuw experiment is het maken van vleermuiskelders. SLZ richt namelijk door heel Zeeland zgn. streekeigen erven in met knotwilgen, hoogstam- fruitbomen, meidoornhagen en drinkputten. Bij het graven van een drinkput komt veel grond vrij die afgevoerd of ter plaatse verwerkt wordt in een dijkje met beplanting. Via het Waterschap zijn we ooit aan een hoeveelheid versleten duikerelementen geko men. Door deze achter elkaar net boven de grondwaterstand in te graven en te bedekken met de grond uit de put ontstond een eenvoudige en goedkope manier om nieuwe winterverblijven voor vleermuizen te maken. De relatief hoge grondwaters tand zorgt voor voldoende vocht, de elementen voor een snelle bouwwijze en de grond erover heen voor de isolatie. De kelders worden afgewerkt met een ste nen achtermuur, houtsnippers op de grond, enige hangplaatsen en een schot of deur met eventu eel een hangslot. In het dorps bosje bij Sirjansland, op het industrieterrein van het Sloegebied, zijn vrij grote kelders aangelegd en bij verschillende particulieren wat kleinere. Op de foto is een kelder te zien op het erf van kwekerij de Bierkreek bij IJzendijke. Ook op het terrein van de 'Baeckermat' bij Westdorpe ligt een kelder. Helaas moeten we nog wel wat geduld oefenen. Behalve vlin ders, slakken, salamanders en bruine kikkers hebben de vleer muizen zich nog niet laten zien in onze kelders. We gokken voor al op de watervleermuis die we regelmatig in bunkers e.d. tegen komen en die wellicht in het zomerseizoen boven de drinkput ten achter insecten jaagt. We houden in elk geval de tempera tuur en het vochtgehalte in de kelders bij. Het blijkt dat de meeste bouwwerken op zich uit stekend zijn als winterverblijf, al gaat er natuurlijk ook wel eens wat mis. Een kelder die wij heb ben laten maken onder een vliedberg in de Hollandse hoeve bij Goes bevat zoveel water, dat er voor de vleermuis geen ruimte meer is. Hopelijk zullen de vleer muizen onze theorie om kelders in te richten als vleermuiswinter verblijf spoedig bevestigen. Nanning-Jan Honingh is medewerker soor tenbeheer Stichting Landschapsbeheer Zeeland. 16 't duumpje 3 - 2002

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2002 | | pagina 16