4 gebieden steeds vaker vossen opduiken, wordt dat als een bedreiging van met name de grutto gezien, die het door land bouwkundige maatregelen toch al steeds moeilijker heeft. In zulke cultuurgebieden moet dan soms aan soortbeheer gedaan worden, streven naar natuurlijke omstandigheden en ontwikkelin gen is daar toch al niet aan de orde. Het afschieten van vossen in meer natuurlijke gebieden kan echter niet meer zijn dan een tij delijke noodmaatregel, in afwachting van het wegnemen van de werkelijke oorzaken waardoor bepaalde soorten (plaatselijk) bedreigd worden. Kippen en vossen Van tijd tot tijd staan er bericht jes in de lokale bladen dat iemand gedupeerd is doordat een vos is binnengedrongen in een ren en daar tientallen kippen of eenden heeft doodgebeten. Soms heeft Reinaert er dan slechts één of twee meegeno men. Zo'n zinloze slachting valt voor de betrokkenen maar moei lijk te begrijpen. Ook in de natuur kan iets dergelijks heel af en toe gebeuren, namelijk in vogelbroedkolonies tijdens don kere nachten, vooral bij veel wind en regen. Zulk gedrag wordt 'surplus-killing' genoemd: het komt voort uit de neiging van een vos om elk beest dood te bijten dat er niet goed in slaagt weg te vluchten. Die aangeboren neiging is in de natuur van groot belang, omdat het voor een roof dier niet meevalt om steeds vol doende voedsel te vinden. Doet zich dan eens een buitenkansje voor, dan moet hij dat zeker aan grijpen. Als een vos bijvoorbeeld een fazant pakt uit een groepje, dan vliegen de anderen direct uit 6 't duumpje 3 - 2002 V 1- v-i s>* elkaar. Is er één bij die niet vlug genoeg weg kan komen, bijvoor beeld door ziekte, dan wordt ook die nog gegrepen, maar de ande re fazanten ontsnappen. In de beslotenheid van een ren of hok blijven de kippen echter probe ren om weg te komen, waardoor de vos niet anders kan dan steeds weer toehappen. Overlast voorkomen Vossen zijn snel in het ontdekken van plaatsen waar gemakkelijk voedsel te halen is, zoals in de nabijheid van de mens, al moe ten ze wel wat overwinnen voor ze het risico nemen. Erven met kippen en tuinen of parkjes met siervogeis en konijnen trekken dan ook de aandacht van steeds weer nieuwe vossen, ook al pro beert men door afschieten van de 'kippenrover' af te komen. Daarom is het uiteindelijk veel handiger om huisdieren zoveel mogelijk te beschermen tegen vossen, bijvoorbeeld door ze 's nachts in een stevig, ook van boven en onder goed afgesloten hok op te sluiten. Als dat niet mogelijk is, kan schrikdraad, op verschillende hoogten gespannen langs de buitenkant van het gaas, de vossen buitenhouden. Soms helpt ook goede verlichting iets, maar veel beter is het om ('s nachts) een hond op het erf te hebben: daar zijn vossen als de dood voor. Helemaal voorkomen dat vossen af en toe een slachtoffer maken, is echter haast onmogelijk. De lusten van het wonen in een mooi gebied met veel natuur brengen soms ook wat lasten met zich mee. Vijanden en ziekten Natuurlijke vijanden De vos staat, zoals dat heet, aan de top van de voedselpyramide. Dat betekent dat hij eigenlijk geen natuurlijke vijanden heeft: er zijn geen andere dieren, roof dieren, die er een gewoonte van maken om vossen te eten, althans niet in Nederland. De echte natuurlijke vijanden van de vos in Europa zijn ziekten (zoals hondsdolheid, schurft en parasie ten), de mens, en vooral de eigen soortgenoot! Door het territoria le systeem kunnen veel van de opgegroeide jongen geen rustige woonplaats vinden, worden ze maandenlang van hot naar her gejaagd door de territoriale vos sen, moeten ze gaan leven op de slechtste plekken, en komen ze uiteindelijk om van honger en ellende. Ook neemt in onbejaag- de populaties het aantal jongen dat geboren wordt af. Daardoor willen de 'vossenplagen' maar niet ontstaan, hoewel die al tien tallen jaren in kranten en jagers bladen worden voorspeld. In het algemeen is er, met name in de grotere natuurgebieden, dus wei nig reden om in te grijpen in de vossenstand. Gevaarlijke ziekten Vroeger was hondsdolheid (rabiës) een probleem. De vos was in Europa de belangrijkste drager (bron) van het hondsdol heidvirus Vanaf 1939 rukte het virus dat hondsdolheid ('rabiës') veroor zaakt, vanuit Polen in heel Midden-Europa op. In 1966 bereikte de ziekte België en sindsdien tweemaal ook de Nederlandse grensstreken. Vossen zijn de belangrijkste ver spreiders van het virus. Ze kun nen het op andere vossen (en op veel andere zoogdieren) overdra gen als hun speeksel in een open wondje komt, bijvoorbeeld door bijten. Het virus moet in een zenuw terechtkomen om zich te

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2002 | | pagina 6