Nachtvlinderexcursie
Anton Baaijens
Op de algemene ledenvergadering in
maart werd u de pas opgerichte
vlinderwerkgroep voorgesteld.
Mocht u denken dat er bij ons niet
zoveel vlinders voorkomen, dan
wordt deze mening gelogenstraft
door onderstaand artikel van de
hand van een vlinderspecialist van
'de overkant', die eens op bezoek
kwam bij onze vlinderwerkgroep.
Boerenerf Olieslagerweg
De lichtval zat 's morgens 24
augustus werkelijk vol met vlin
ders. Een hoog aandeel kwam
vooral van de Zwarte c-uil (305
exemplaren) en de Huismoeder
met 57 exemplaren). Tot onze
grote verbazing zat er in de val
een prachtige
Doodshoofdvlinder.
In Nederland worden er jaarlijks
vrijwel nooit meer dan 10 gezien.
Bij het neerzetten van de vlinder
op een rustige plek liet hij een
gepiep horen wat bekend is van
Doodshoofdvlinders. Een unieke
ervaring. De vlinder was mogelijk
14 't duumpje 2 - 2002
een nakomeling van immigran
ten omdat hij zo gaaf was. De
rupsen leven op aardappelloof of
andere planten van de nacht-
schadenfamilie.
Verder waren nog twee soorten
trekvlinders aanwezig en wel het
Koolmotje (Plutella Xylostella) en
een ondersoort van de familie
der Grasmotten (Nomophila noc-
tuella). Beide namen zijn vet
gedrukt in de tabel.
Opvallend was ook de aanwezig
heid van een aantal Gewone sile
ne-uilen. De rupsen hiervan zijn
gebonden, zoals de naam al zegt,
aan silene welke plant in de aan
grenzende bloemrijke akkerrand
volop aanwezig was. Het aantal
vlinders in de val was dus zeer
hoog. De vraag is of de aanwe
zigheid van de bloemrijke akker
rand daar mede-verantwoordelijk
voor zou kunnen zijn. In ieder
geval droeg de natuurvriendelij
ke inrichting van het boerenerf
er een flinke steen aan bij.
Gegevens locatie A:
Sluis, coördinaten 16-371;
nacht van 23/08 op 24/08/2002;
(lichtval 21.30 uur - 7.00 uur);
resultaat: 46 soorten en 572
exemplaren
Bos van Erasmus
In het bos is slechts 2 uur geïn
ventariseerd. Door de heldere
hemel koelde het sterk af en de
volle maan die vanachter het bos
opkwam, zorgde ervoor dat om
23.30 nauwelijks nog vlinders op
het laken afkwamen.
Opvallende soorten waren
Appeltak (rups op diverse strui
ken en bomen), lepentakvlinder
(rups op diverse bomen) en een
fraaie Braamvlinder (rups afhan
kelijk van braam). De rups van
het kleine groene uiltje genaamd
Kleine groenuil is afhankelijk van
wilgen.
Verder waren er diverse exempla
ren van het Glad beertje waarvan
de rupsen van korstmossen leven.
De Lisdoddeboorder leefde als
rups ongetwijfeld ooit in de lis-
doddeplanten uit de drinkput in
de buurt.
Kort samengevat: een weekend
voor herhaling vatbaar.
Gegevens locatie B:
Cadzand, Bos van Erasmus; coör
dinaten 19-376;
23/08/2002: laken van 21.30-
23.30 uur;
resultaat: 31 soorten en 72 exem
plaren;
temperatuur: 14 graden.
Trekvlinders zijn vet gedrukt