Vleermuizen in winterverblijven Veel activiteiten ook in ons Westzeeuwsvlaamse landje zijn de laatste jaren ontplooid door Stichting Landschapsbeheer Zeeland. Het spreekt vanzelf dat de mede werkers ervan eerst in hun eigen blad 'De boom in' verslag doen van hun successen, maar daarna komt ook 't Duumpje aan de beurt. Voorjaar 2001. Diep onder de grond in een oude bunker ergens in het wallencomplex van Retranchement, horen we een diepe zucht. In het halfduister zien we een op zijn hurken knie lend figuur met een schop in zijn handen. Ook uit een andere hoek van het door stof verduis terde vertrek horen we wat gekreun. Bezwete mannen geven volle emmers met zand en puin aan elkaar door. Wat is hier aan de hand? Het lijken wel beelden uit een concentratiekamp. Komt er oorlog? Een oorverdovende bulderlach haalt me uit mijn droom. Dat moet onze Sjaak zijn. Hier zijn vrijwilligers van het Landschapsbeheer bezig. We kunnen gerust zijn, de bunker krijgt een nieuwe, meer vredelie vende functie. In een hoek zijn Willy en Ricco bezig. Emmertje voor emmertje wordt naar schat ting een tiental kuubs zand en puin uit de bunker omhoog gehaald. Buiten wordt het zand door Wim en Pepijn met kruiwa gens weggereden. 'Ja', zegt Wim, 'we maken hier een winterver blijfplaats voor vleermuizen. Als al het zand eruit is, moet er nog een stevige afsluitende deur gemaakt worden. Dan is het pro ject afgerond. Maar voorlopig hebben we hier nog wel een dagje of twee werk. En dan maar Luciën Calle hopen dat die vleermuizen er gebruik van maken. Want anders staan we ons hier voor niets zo uit de naad te werken.' Vanuit de donkere onderaardse ruimte klinkt opnieuw een aanstekelijk gelach. Ja, die mannen houden er goed de moed in. En verder gaan ze weer met het gegraaf. Inventarisatie Winter 2001. Met de specialist J'an Piet Bekker en Sandra Dobbelaar maken we een inven tarisatieronde langs de winter verblijven. Sinds 1984 wordt er in Zeeland iedere winter naar over winterende vleermuizen gezocht. Elk jaar wordt er daarvoor een hele rij kelders, bunkers en oude vestingwerken geïnventariseerd. Deze verblijven zijn altijd vorst- vrij. Hier houden de vleermuizen hun winterslaap. De tellers hou den minutieus alle aantallen van de verschillende soorten bij. Zo kan men de eventuele toe- of afname van deze dieren in kaart brengen. Met zaklampen, spie geltjes en fotoapparatuur wordt afgedaald in de onderaardse ruimten. Dit jaar wordt eerst het vestingwerk de Steenen Beer te Sluis bezocht. Via een lange wen teltrap kom je in de diepe gewel ven. Het is er zo vochtig dat alle muren vol met druppels hangen. We nemen er een flink aantal watervleermuizen en twee baardvleermuizen waar. Nog meer prettige verrassingen zijn er in de bunkers van het her tenkamp te Groede. Hier zijn de bunkers speciaal voor vleermui zen aangepast. Het project blijkt een succes want er zit, naast opnieuw een hele massa water vleermuizen, ook een aantal grootoorvleermuizen. En verder gaat de zoektocht, langs bun kers, onderaardse gangen, dui kers en rioolbuizen. In een on deraardse gang ergens in de omgeving van Sluiskil hangt opnieuw een Grootoorvleermuis. Wat een vreemd beest. De oren van dit dier zijn bijna zo lang als zijn lijf. Ze worden onder de voorpootjes naar achter geklapt. Met zijn dikke neus en grote neusgaten is het net een varken tje. Een uurtje later bevinden we ons in het pas gerestaureerde voormalige sluizencomplex bij de Vlaamse kreek, die toevallig ook de Steenen beer heet. Bij de res tauratie is speciaal rekening gehouden met de overwinteren de vleermuizen. Na een stalen hek geeft een houten deur toe gang tot de onderaardse gangen. Ook hier is een speciale door vliegopening gemaakt voor de vleermuizen. Er is een prachtig stukje werk geleverd en een com pliment is zeker op zijn plaats. Waarschijnlijk omdat de werk zaamheden nog maar pas zijn afgerond, zijn er nog geen vleer muizen. Wel zien we slapende dagvlinders, massa's muggen en een zweefvlieg, die hier de win ter doorbrengen. We komen bij de Zwartenhoekse sluis aan de Graaf Jansdijk in Westdorpe. Drie voormalige sluis- doorgangen voeren een water loop onder de dijk door. Er staat wel ongeveer een meter water in de gangen. We trekken het waadpak aan en stappen na enige aarzelingen het ijskoude water in. Op de bodem ligt een dikke laag prut. Dat maakt het lopen zwaar. Zo zwaar zelfs dat we dicht bij elkaar blijven om elkaar steeds weer uit de prut te kunnen trekken. We gaan de buisstelsels in. Door de grote 10 't duumpje 7 - 2002

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2002 | | pagina 10