biotoop aan kon leggen. Daarbij had ik me een aantal voorwaar den gesteld, waaraan het gebied moest voldoen: het moest in de Ecologische Hoofdstructuur lig gen, in de buurt waar al Boomkikkers voorkomen, een hoge grondwaterstand en een schrale zandbodem hebben en niet te ver van huis zijn. Al deze voorwaarden zag ik verenigd in het Vienkenist. Dus de stoute klompen aangetrokken en een bezoek gebracht aan de eige naar. Laat die nu net een aantal percelen geruild hebben, waarbij hij het Vienkenist min of meer kwijt wou vanwege de afstand en het hoge grondwaterpeil. De koop was dan ook gauw gesloten en er werd er traditiegetrouw een op genomen, al dan niet alcoholvrij. Het perceel kwam vrij roven oogst 1993. Vanwege mijn werk bij SLZ zat het inrichtingsplan al lang in mijn hoofd: het moest een vochtige wei met kreekjes worden, beplant met een forse meidoorn haag en een groot aantal ver schillende soorten knotbomen en braamstruiken voor de Boomkikker. Kortom: een wei land in een verland kreekbed zoals die in het Land van Cadzand tot ca. 1950 nog veel vuldig voorkwamen. Hierbij zou de zwaar bemeste bouwvoor van ca. 0,30 m. verwij derd moeten worden om de ont wikkeling van zeldzame planten soorten mogelijk te maken en een aantal ondiepe kreekarmen gegraven dienen te worden, met hier en daar een verdiept gedeel te: alles bij elkaar ongeveer 10.000 m3. Met dit plan ter goedkeuring ben ik naar de provincie gestapt, want voor zo'n grondverzet is een ontgrondingsvergunning nodig. Het plan kwam naadloos overeen met hun ideeën, zodat de vergunning redelijk snel (op 12.10.1993) binnen was. De volgende stap was een bedrijf te vinden, dat de uitkomende grond effenaan af kon zetten, en ook nog snel zou kunnen begin nen, want ik wou in alle geval dat winterseizoen de meidoorn haag en het grootste deel van de knotbomen geplant hebben. Al snel kwam ik tot overeenstem ming met firma Brasser - v.d. Sluis op Ter Hofstede, vlak in de buurt dus! En al begin februari 1994 ging de eerste 'bak' de grond in en werd begonnen met het beloop van de sloot. De naam Vienkenist is een zgn. veldnaam, eens door een boer hieraan gegeven en hij geldt voor de gehele driehoek, begrensd door de sloot, de grind weg en de Kanaaldijk. Inventarisatie Sinds de aanleg en inrichting van het Vinkenest is de ontwikkeling van de vegetatie jaarlijks gevolgd. Het begon in 1993 toen het gebiedje nog een kale akker was. In dat jaar, of beter gezegd dat najaar, werden 40 akkeron-. kruiden waargenomen. Vervolgens is het gebied in enke le jaren ingericht waarbij de rijke bouwvoor is verwijderd en een krekenstelsel is gegraven. Het soortenaantal nam snel toe. Bijzonder snel in 1994: éénjarige pioniers op het kale zand maar in de daaropvolgende jaren ook steeds meer blijvende vegetatie. In het topjaar 1998 zijn in het gebiedje 159 soorten aangetrof fen. Daarna loopt het aantal langzaam een beetje terug. De pioniers zijn dan wel verdwenen en het is wachten op de leuke plantjes die pas verschijnen als de vegetatie al wat ouder is. De ver wachting is dan ook dat het aan tal zich wat zal stabiliseren om later wellicht weer wat toe te nemen. Aantal waargenomen soorten Jaar aantal 1993 40 1994 83 1995 133 1996 147 1997 145 1998 159 1999 136 2001 130 Vanaf 1993 zijn er 202 verschil lende soorten aangetroffen. Complete lijst Het opnemen van een complete lijst van 1993 tot heden voert wat te ver. Indien u hierin geïnte- ressseerd bent, wordt de lijst per kerende post of email toegezon den. De lijst bestaat uit 4 dikbe- drukte A4 bladen, waarin ook waargenomen libellen en dag vlinders zijn opgenomen. U kunt uw verzoek richten tot het secretariaat, of indien u over email beschikt tot redactie@duumpje.nl 15 't duumpje 7 - 2002

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2002 | | pagina 15