Even Bijbomen(2) 4 foto Jean in Eckman Hans van Hage boomt in dit Duumpje gewoon verder na in het vorige blad de pettenproblematiek onder de loep te hebben genomen. Ook in dit stukje kaart hij een bij zonder beladen thema aan: openstel ling van natuurterreinen. Aangezien de meeste terreinen van Staatsbosbe heer in 'het Oostelijk Deel' liggen, komt het merendeel van de voor beelden daar ook vandaan. In 'ons westen' behoren de meeste terreinen toe aan het Zeeuws Land schap, waarvoor dezelfde problema tiek geldt. En niet alleen voor instellingen die natuurgebieden bezitten, is de betre ding voorwerp van gesprek. Ook binnen 't Duumpje kunnen de gemoe deren soms behoorlijk verhit geraken als betreding van kwetsbare natuur gebieden besproken wordt. Openstellingsbeleid Staatsbosbeheer is de laatste jaren sterk bezig met de openstelling van de terreinen. De landelijke lijn is dat mi nimaal 90% van alle terreinen open gesteld moet zijn voor publiek. Binnen die zogenaamde openstelling hanteert Staatsbosbeheer een aantal normen. Struinnatuur Zo zijn er terreinen die volledig open gesteld zijn. De directeur Staatsbosbe heer praat graag van zogenaamde "struinnatuur". Kort gezegd komt dat erop neer dat je mag gaan en staan waar je wilt, zelfs buiten de paden, als die er al zijn. De meeste van deze vol ledig opengestelde terreinen kennen geen echte wegen en paden. Je gaat je gang maar. Dit kan natuurlijk alleen in gebieden die groot genoeg zijn. In Zeeuws-Vlaanderen kennen we deze gebieden jammer genoeg niet. In de Flevopolder wel. Daar zijn bosgebie den groter dan 1000 hectare waar je zelf je pad kan zoeken. In de praktijk komt het erop neer dat de meeste men sen toch wel weer in eikaars voetspo ren treden. De Blikken opengesteld op wegen en paden De tweede categorie is opengesteld op wegen en paden. Ongeveer 85 van de Staatsbosbeheer-terreinen in Zeeuws-Vlaanderen vallen onder deze categorie. Aan de ingang van deze ter reinen staat vaak een bordje met de tekst: Vrije wandeling op wegen en paden, verboden toegang met motor voertuigen, (brom)fiets, paard en niet- aangelijnde hond. In sommige van de ze gebieden mag je hond zelfs los lo pen, dan is de tekst: met niet -aange lijnde hond" simpelweg weggelaten. Beperkt toegankelijk Verder heb je nog de categorie beperkt toegankelijk. Voorbeeld hiervan zijn veel van onze kreken. Vaak kan je er een stukje langslopen (vissers) of er loopt een enkel paadje doorheen. Soms kan je alles vanaf de weg goed bekijken en is het technisch niet moge lijk om er te lopen. Bijvoorbeeld door de brede moerasachtige rietkragen. Beleefbaar Als vierde komt de categorie beleef baar. Deze lijkt op de vorige categorie, alleen lopen er geen paden doorheen en kun je bijvoorbeeld alleen vanaf een dijk over het gebied kijken of vanaf de weg. Zoals we vanaf de Ringdijk een prachtig beeld hebben over De Blikken. Streven naar meer toegankelijkheid Soms kennen terrein ook een combi natie van deze categorieën. De Grote Putting is een gebied waar je een hee: klein stukje doorheen kunt (beperkt toegankelijk) en dat je voor het groot ste gedeelte vanaf de weg of vanaf de dijk kunt bekijken (beleefbaar). Over de Putting bestaat geen discussie. Het is een weidevogelgebied en daar kan je met goed fatsoen niet doorheen lopen. Toch probeert Staatsbosbeheer juist terreinen in de categorie beleef baar of beperkt toegankelijk beter be reikbaar te maken voor het publiek. Dat kan op verschillende manieren. Zo zou er rondom de Putting bijvoorbeeld een wandelroute kunnen komen met op die route hier en daar wat informa tie-panelen en of een vogelkijkscherm. Een ander terrein waarover de laatste tijd gepraat wordt is de Vlaamse Kreek. Diegenen onder u die er wel eens op excursie zijn geweest, kennen het wel. Staatsbosbeheer noemt het een beperkt toegankelijk gebied. Je kunt bij de kreek komen, er staat zelfs een picknicktafel en je kunt een klein stukje langs de kreek lopen. Het orchi deeën-grasland is niet toegankelijk. Af en toe houdt Staatsbosbeheer een excursie naar het gebied. Intern is vaak de discussie gevoerd of we het orchideeën-grasland ook niet

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1998 | | pagina 4